Ongeneeslijke lezer ~ Arjan Peters

► door: A.IJ. van den Berg

De criticus Arjan Peters was me om een paar redenen bekend, die allemaal weinig met deze bundel te maken hebben. Zo schreef hij vernietigend over het debuut van schrijfster Désanne van Brederode, om later met haar te trouwen. En dan was er nog een akkefietje met Joost Zwagerman — die het niet kon zetten dat Peters in de Volkskrant een roman van hem afkraakte, maar datzelfde boek in een ander blad vervolgens juichend bij buitenlandse uitgevers aanbeval.

Nu zal geen recensent altijd dezelfde mening over een boek verkondigen. Dat komt domweg omdat de context waarin zij hun mededelingen doen niet altijd dezelfde is. En daarmee verschillen ook het publiek, en de verwachtingen van dat publiek.

Zonder mijzelf criticus te willen noemen: in een aantal boeklogjes staat bijvoorbeeld duidelijk dat ik het betreffende boek voor andere media met andere doelen heel positief zou hebben besproken — terwijl het mij alleen bracht wat ik al kende, en dus als leeservaring teleurstelde.

Desondanks koos ik indertijd de kant van Zwagerman. Ook al ging diens conflict met Peters om de roman Chaos en rumoer, en is dat boek amper het papier waard waarop het gedrukt werd. Maar Peters leek wel heel opportunistisch bij te schnabbelen voor allerlei blaadjes. Hij sprak wel erg vaak met verschillende tongen. Dit maakte hem als mogelijke gids volstrekt onbetrouwbaar.

Toch is dit spijtig, zeg ik nu. Daardoor heb ik eerder deze bundel over de Nederlandse literatuur gemist — waarin kritieken, en beschouwingen, afgewisseld worden met meer persoonlijk getinte stukken.

In dit boek toont Peters zich namelijk wel een interessante autoriteit. Hij won mij gemakkelijk over, op punten. Ook al was dit meer door de argumenten waarmee hij de gebreken in bepaalde boeken wist aan te wijzen, dan om iets anders.

Peters is namelijk een tamelijk kritiekloos bewonderaar van Hermans, of A.F.Th. van der Heijden. Maar blijkbaar spreekt die adoratie voor zich. Terwijl ik, die nu juist lang niet alles goedvind wat beide auteurs hebben uitgebracht, liever met een wat minder blinde aanbidding geconfronteerd was.

Dus misschien vond ik dit wel alleen een aangenaam boek, omdat ik zo veel kritische opmerkingen over Nederlandstalige schrijvers verheugd begroette.

Over zijn vijand:

Het grote probleem van Zwagermans schrijverschap komt in een schel licht: hij heeft de tijdverschijnseltjes dringend nodig bij gebrek aan een eigen dringende thematiek. [67]

Over Phileine zegt sorry

Hartig, zilt-raak, als een pats met een natte handdoekpunt in een gezicht, slaat zijn onmacht Ronald Giphart in deze roman. [72]

Over Leon de Winter

Leon de Winter is een adequaat pulpschrijver. [82]

Over Connie Palmen

Ze gelooft in verhalen, fictie en stijl, beweert ze. Als je haar werk leest, vind je wel een leven maar geen goed verhaal. Palmen vat schrijven op als middel om haar misplaatste egotisme uit te leven. [89]

Over Mulisch

Harry pijpt zijn deuntje, erop vertrouwend dat een man van zijn reputatie met half werk nog goed weg komt [173]

Vanzelfsprekend gaat het nooit om deze zinnetjes alleen, maar het raamwerk van de kritiek, waarin deze oordelen de bijna overbodige conclusies zijn.

Maar uiteindelijk gaat het bij kritieken steeds om de eerlijkheid van de criticus. Mulisch is voor velen, en niet in het minst zichzelf, een groot schrijver. Dus wordt iedereen die dit niet vindt al gauw een azijnpisser genoemd; zelfs al heeft Mulisch merkwaardige slechte boeken geschreven. [En acht ik hem vooral een handige oplichter]. Het vergt moed om publiek tegen een lofkoor in te zingen.

Deze hele bundel van Arjan Peters is dan ook te lezen als het programma van een literair criticus, in vijf delen, die daarin bovendien moeite doet om de lezer goed van slecht te leren onderscheiden.

Ik had het boek alleen daarom al onbekommerd aan iedereen aanbevolen, ware er dus niet die ene affaire geweest, met dat ergerlijke windvaantjesgedrag.

Arjan Peters, De ongeneeslijke lezer
Een werkboek

336 pagina’s
Uitgeverij Contact, 2002

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

4 commentaren

Achille van den Branden  op 22 september 2008 @ 10:09:52

Hé, ook toevallig in dit boek bezig. Voorlopig te hooi en te gras, twijfelend of ik wel zou doorzetten. Peters vindt bijvoorbeeld Claus’ ‘Onvoltooid verleden’ veel beter dan ‘De geruchten’. Ik kan daar werkelijk niet bij. Soit, het gaat om de argumentatie, niet om duim omhoog of omlaag. Toch doorlezen, dus. O ja, het moet zijn: ‘Chaos en rumoer’.

boeklog.info  op 22 september 2008 @ 10:19:28

Chaos en roman was wel een mooie Fehlleistung.

Overigens gaat het daar wel om: vertrouw ik de criticus, of niet? En als er eenmaal wantrouwen gerezen is, lijkt doorlezen me moeilijk.

Achille van den Branden  op 22 september 2008 @ 11:29:36

Ik bedoelde: misschien steken in die argumentatie dingen die ik over het hoofd heb gezien. Dergelijke argumenten doen me weliswaar zelden naar de andere kant overhellen, maar die mogelijkheid moet wel openblijven.

boeklog.info  op 22 september 2008 @ 12:24:30

Nu ja, het is zoals ik schreef. Ik begrijp Peters met een half woord als hij iets afkeurt. Maar zijn voorkeuren zijn me een stuk duisterder. Nachoem Wijnberg? Van der Heijden én Hermans? Brakman én Hermans? Juist dan schieten zijn halve woorden tekort.