Boys on the Bus ~ Timothy Crouse

► door: A.IJ. van den Berg

In deze maanden, met zijn overdreven media-aandacht voor de presidentsverkiezingen in de VS, is het goed om een stevig tegengif te hebben. The Boys on the Bus is zo’n boek dat het lijden even draaglijker maakt. Het is een klassiek werk over het gemodder van de journalisten die een presidentsverkiezing moeten verslaan.

Nu had ik dit boek niet eerder gelezen. Dat komt omdat ik altijd meende dat Fear and Loathing on the Campaign Trail van Hunter S. Thompson al de klassieker was over de Nixon-campagne in 1972. Timothy Crouse schreef over de gebeurtenissen in hetzelfde jaar. Hij deed dit bovendien voor hetzelfde tijdschrift. Rolling Stone. Daarbij was hij ook op pad gestuurd om Thompson een beetje in de gaten te houden. Zo beheerde Crouse het potje waaruit de borgsom betaald moest worden als Thompson weer eens opgepakt was.

Hoe interessant kon The Boys on the Bus dan zijn?

Ik vermoed dat het boek voor journalisten een canonisch boek zal blijven — maar dat de reikwijdte buiten deze groep lezers telkens geringer wordt. Journalisten en bureauredacteuren kunnen eruit leren dat het vak in de kern niet verandert. Zelfs al verliep de communicatie in 1972 per telex, schreef elk nog op een mechanische typmachine, en droeg iedereen royale bakkebaarden als deel van zijn uniform.

Maar journalistiek gaat zelden over wat er werkelijk aan de hand is. Journalisten zien niets, en weten niets. En als ze al wat zien of weten, kan daar niet over gepubliceerd worden. Maar het publiek krijgt dit nooit door, omdat geen medium er beter in is om dit falen te vermijden dan andere.

Zo bracht de Washington Post tijdens de laatste maanden van de verkiezingscampagnes de eerste artikelen over het Watergate-schandaal. Die hadden op dat moment geen enkel effect, op wie of wat dan ook. Ten eerste nam vrijwel geen enkel ander medium het nieuws over. Jalousie de métier alleen al gebood dat andere journalisten weigerden om te verwijzen naar een scoop van een concurrerend blad. Daarbij speelt mee dat zelfs Woodward en Bernstein op dat moment nog geen exact idee hadden wat ze precies voor machinaties aan het ontrafelen waren.

Wat ook meewoog, was dat Woodward en Bernstein — die nog altijd helden zijn voor vakgenoten, terwijl hun onthullingen nog immer geroemd worden omdat die zouden tonen waar de journalistiek voor staat — geen vooraanstaande positie hadden bij hun krant. Zij zaten wat op een dood spoor in hun carrières, en waren min of meer gedegradeerd naar de redactie voor het stadsnieuws. Als de veel hoger aangeschreven journalisten van de politieke redactie de betekenis van de inbraak in het Watergate-gebouw hadden moeten uitzoeken, was er nooit iets met dat nieuws gebeurd.

The Boys on the Bus is er meesterlijk in om dit soort mechanismen bloot te leggen. Het hele boek is een antropologie van de politieke journalist — in al zijn ambities, met al zijn hoop en frustraties. Zo produceerden alle correspondenten die met de Democraat McGovern op campagne meereisden bij elkaar zeker 750.000 woorden tekst per dag, waarvan hoogstens 50.000 gepubliceerd werden. Meestal dan ook nog totaal herschreven door bureauredacteuren op de thuisbasis.

Crouse is er goed in om de mannetjes te tekenen, en daarmee te verklaren waarom sommige vooruit zouden komen in hun vak, en andere niet. Hoe saai het mij ook lijkt met een presidentskandidaat op reis te moeten, alleen de uitverkorenen mochten mee. Voor de echt ambitieuzen onder hen, was zo’n campagne een rite de passage. Het opstapje naar een hogere functie bij hun krant. Maar voor de meeste anderen gold wat Karl Krause al schreef over de parlementaire journalist, dat hun aanwezigheid nabij de macht volstaat om zichzelf ook een beetje machtig te voelen. Elk waant zich daarbij een enorme persoonlijkheid, een zelfstandig opererende loner, terwijl zij tezamen toch vooral een kwalijk blind kuddegedrag laten zien.

Wie zijn boek heeft gelezen, kijkt voortaan anders naar alle politieke journalisten. En goed, ja, ik was al enige tijd genezen van mijn ontzag voor deze mensen. Voor mij bevestigde Crouse vooral mijn ergste vooroordelen.

Timothy Crouse, The Boys on the Bus
383 pagina’s
Random House 2003, oorspronkelijk 1972, 1973

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

ingiltere vizesi  op 18 november 2008 @ 22:30:56

Is er om het even welke informatie over dit onderwerp in andere talen?

boeklog.info  op 19 november 2008 @ 19:12:12

Welk onderwerp?