Geluk is onmogelijk ~ Gustave Flaubert

► door: A.IJ. van den Berg

Bij sommige boeken wreekt zich meteen dat ik al vergelijkbaar werk heb gelezen, van dezelfde schrijver. Mijn kennismaking met de brieven van Flaubert verliep via Haat is een deugd; de eerste bloemlezing die in de serie Privé-domein verscheen. Voor mijn gevoel is dat verreweg de beste selectie uit de correspondentie van de schrijver. [Overigens werd dit boek onlangs ook verkozen tot Gouden Deel van de serie; ik ben dus de enige niet met deze voorkeur].

Haat is een deugd kan ik om de zoveel jaar herlezen. Al blijft het soms alleen bij de passages gewijd aan de reis die Flaubert maakte door de Oriënt met zijn vriend Maxime du Camp.

De daarna gepubliceerde bloemlezingen zeiden me al minder. De kluizenaar en zijn muze, met de brieven aan Louise Colet, of Wij moeten lachen en huilen met wat Flaubert aan George Sand schreef, laten de auteur vooral in éen hoedanigheid zien. Iedereen die brieven schrijft, richt zich daarbij op de ontvanger; wat de toon en het register bepaalt van zo’n brief. En hij schreef anders aan deze vrouwen, dan hij aan mannelijke vrienden deed.

Geluk is onmogelijk las als de zoveelste compilatie uit een oeuvre waarvan het beste al afgeroomd was. In de platenhandel zou dit album ‘Still more of the very best from Flaubert’ hebben geheten. Als formulefilm: ‘The Final Return of Flaubert’, of ‘Flaubert VI’. Er zat misschien nog wel wat puurs in het vat, maar bezorger Edu Borger heeft voor alle zekerheid nog even wat van de bodem meegeschraapt ook.

Alleen gebeurde er in deze bloemlezing bijna niets meer in het leven van de schrijver. Behalve dat hij schreef, en dit dan zelden opschoot.

Mede door de al aanwezige kennis over Flaubert’s leven, en over met wie hij omging, bevatte dit boek eigenlijk geen verrassingen. En dat is vrij dodelijk voor mijn leeslust. Als ik een boek wil lezen waarvan me in het voor al veel bekend is, herlees ik liever wat.

Gustave Flaubert, Geluk is onmogelijk
Een keuze uit zijn brieven
Samengesteld, vertaald en van een voorwoord voorzien door Edu Borger
347 pagina’s
De Arbeiderspers, 2006
Privé-domein nr. 262

[x]opgenomen in het dossier: