Call If You Need Me ~ Raymond Carver

► door: A.IJ. van den Berg

Nadat Raymond Carver [1938 – 1988] overleed, is zijn nagedachtenis nog jarenlang met vlijt uitgemolken. Er zijn voor mijn gevoel reeksen aan postume bundels met verhalen en ander los werk uitgekomen. Al geldt bij Carver ook weer dat zelfs in zijn productieve jaren nogal wat boeken verschenen die niet meer boden dan een net wat andere selectie van wat al eens gepubliceerd was. Dit is allemaal zeer verwarrend. Wie de exacte bibliografie van dit oeuvre wil begrijpen, heeft bijna een graad in de wiskunde nodig.

Call If You Need Me is zo’n postume verzameling, en om het simpel te houden verscheen die al eens tien jaar eerder, maar dan iets minder uitgebreid, en toen onder de titel: No Heroics, Please.

Het boek bevat onder meer vijf nooit eerder gebundelde verhalen, een romanfragment, en reeksen aan zakelijke teksten, zoals de inleidingen op enkele boeken van anderen, en een aantal literaire recensies. Noemenswaardig zijn ook nog de stukken die Carver wijdde aan het schrijven als ambacht, en zijn ervaringen als docent ‘creative writing’.

Verder viel op dat hij ooit in een stuk voor Granta luid de vriendschap bejubelde die hij had met de auteurs Richard Ford, en Tobias Wolff. Want, ook al deelden de Amerikaanse critici alle drie auteurs in de school van het ‘dirty realism’ in, Carver vond hun boeken en schrijfstijl nogal verschillen — wat het daarmee niet per se logisch maakte dat de makers iets gemeen zouden hebben.

Enkele jaren later zou Carver de roman The Ultimate Good Luck van Richard Ford dan weer tot een twintigste-eeuws meesterwerk benoemen in een recensie, zoals ook blijkt uit dit boek. Ach ja.

Maar dat journalistieke werk of al die gelegenheidsstukken zouden niet interessant zijn, als Carver er niet een aantal sublieme korte verhalen naast had geschreven. De enige reden om hem nog te lezen.

De vijf verhalen in deze bundel halen dat zo hoge niveau niet, terwijl het tegelijk toch een genoegen was om ze te leren kennen. Maar ze missen net die magische vonk van zijn beste werk. En als dat wonder uitblijft, valt meteen op dat Carver altijd wel erg treurige mensen beschrijft.

Op zijn best doet Carver, net als Tobias Wolff trouwens, iets heel knaps. Dan geeft hij de lezer een scherf van een leven in handen, die tegelijk veel vertelt over het hele bestaan van zo’n personage; en ook als een geweldige vondst voelt. Op hetzelfde moment lijkt die scherf zo fragiel dat die uit elkaar valt bij al te grondig onderzoek. En deze twee eigenschappen samen — die hint van dat overzicht, en de kwetsbaarheid tegelijkertijd — maken de verhalen tot zo’n belevenis.

Raymond Carver, Call If You Need Me
The Uncollected Fiction And Other Prose

Foreword by Tess Gallagher
300 pagina’s
Vintage Comtemporary Books 2001, herziene editie

[x]