Living Novel ~ V.S. Pritchett

► door: A.IJ. van den Berg

De Brit V.S. Pritchett [1900 – 1997] zou éen van de allerbeste schrijvers van korte verhalen zijn geweest.

V.S. Pritchett zou ook éen van de meest inzicht verschaffende boekencritici zijn geweest.

Van zulke claims kan het de moeite waard zijn om te onderzoeken wat er aan deugt. En dan moet gezegd, een willekeurige verzameling met korte verhalen van Pritchett maakte mij al direct bedachtzaam. Hij schreef goed. Niet dat dit hem voor mij meteen de allerbeste schrijver van korte verhalen ooit maakte. Maar hij schreef goed genoeg om in alle rust genoten te worden. Met hoogstens een paar verhalen per week.

Was er ondertussen gelegenheid genoeg om die andere kant van de auteur te leren kennen. Wat zijn ideeën over boeken waren, en waarom iets werkte in een roman, of niet.

En The Living Novel is in die zin een opmerkelijke bundel essays, omdat Pritchett er vrijwel alleen romans in bespreekt die ook in zijn tijd al oud waren. Het ging hem erom te zien wat het genre te bieden had toen de conventies zich nog moesten vormen, en auteurs zich niet lieten leiden door verwachtingen van hun uitgevers, of hun publiek.

Nu was die keuze voor deze boeken niet geheel vrijwillig. Deze bundel ontbeert een goede inleiding, maar ik leerde inmiddels uit Pritchett’s autobiografie dat de meeste stukken tijdens de Tweede Wereldoorlog werden geschreven. Toen kranten en tijdschriften nog wel boekenpagina’s brachten iedere week, maar nauwelijks nieuwe boeken verschenen.

Ik denk wel dat hij zich door deze keuze ruimte verschafte om zich vilein te keren tegen de voorspelbaarheid van wat er voordien en ook wat later nog aan boeken uitkwam. Pritchett deed nogal pesterige uitspraken. Zo betreurde hij dat de gewoonte verloren was gegaan om romans te illustreren. Dit had namelijk nogal wat overbodige beschrijvingen kunnen schelen.

En hij beantwoorde de vraag waarom iemand Dickens nog lezen zou, met de uitspraak dat diens boeken nogal wat levenskracht bezaten,

a vitality notably lacking in our own fiction. [75]

Enfin, dan ken ik niet alle werken die Pritchett in detail besprak. En dan kwamen bij mij misschien alleen de meer algemene uitspraken over de romankunst aan:

One of the reasons why bad novels are bad is not that the characters do not live, but they do not live with one another. They read one another’s mind through the author. [129]

Als overzichtswerk, bijvoorbeeld om te zien welke Britse auteur welke nieuwe elementen in de roman introduceerde — geen onderwerp waar ik uit mijzelf een boek over zou hebben uitgekozen, maar dat me nu toch probleemloos interesseerde — was deze essaybundel van Pritchett de moeite. Bovendien was prettig dat al deze stukken als een intelligent gesprek zijn. Pritchett probeerde me nooit iets te verkopen, of op te dringen — hij vertegenwoordigde geen universitaire school aan literatuurkritiek, maar was gewoon een ervaren auteur die keek wat eerdere collega’s hadden uitgeprobeerd.

Besteedde hij ook nog aandacht aan wat grote Russen en Fransen.

V.S. Pritchett, The Living Novel
260 pagina’s
Chatto & Windus, 1954

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

Achille van den Branden  op 3 december 2009 @ 13:28:52

Fijn. Ook een paar boekjes van de man op de plank staan. Onaangeraakt tot nu toe: jarenlang verkeerde ik in de waan dat het een essay van deze Pritchett was dat Robin Williams uit een handboek poëzie scheurde in ‘Dead Poets Society’. Blijkt het daar toch te gaan om een (gehele fictieve) meneer Pritchard.