Doorsneedenken ~ Curtis White

► door: A.IJ. van den Berg

Engelstalige literatuur zal ik niet gauw meer in het Nederlandse lezen. Maar bij zakelijke teksten, waar het meer gaat om wat er staat dan hoe dit gezegd wordt, kan ook een vertaling volstaan. Zo dacht ik altijd. Met als extra reden dat het misschien wel wat over de kwaliteit van een boek zegt, als iemand het de moeite waard vond om te vertalen.

Zelden zal een vertaalde essaybundel of monografie namelijk goed verkopen hier.

Maar, misschien moet ik ook de zakelijke teksten strenger beoordelen, voor ze in huis komen. Het doorsneedenken van Curtis White bleek namelijk een ontstellend Amerikaans boek, van een Amerikaanse academicus, over culturele kwesties die maar zeer ten dele ook buiten dat land spelen.

Zo bevat het eerste deel, van de vijf, in het boek op de keper beschouwd een evaluatie van wat de ‘critical theory’ nu eigenlijk had opgeleverd, aan instrumenten om de cultuur mee te duiden. Terwijl die hele ‘critical theory’ toch een merkwaardig Amerikaans gezwel is. Een interpretatie van ideeën die enige Franse denkers half begrijpend overnamen uit een toch al sterk subjectiverende Duitse metafysica. Dus, voor zover deze denkstroming al nuttige inzichten heeft opgeleverd, zijn die vervolgens tweemaal opnieuw uitgelegd. Met als resultaat een grote hoeveelheid gebakken lucht en andere humbug, gedrapeerd om een enkel bruikbaar idee, waar letterenfaculteiten geen enkele weerstand tegen bleken te hebben. Misschien omdat hun publicaties er zo prettig onbegrijpelijk door werden — waardoor die zo veel wetenschappelijker leken.

White ’s voornaamste these in dit boek is dat de culturele armoede in de VS komt omdat niemand meer de moeite meer neemt om te lezen. Daarbij staat dit ‘lezen’ ook voor het eerst onbevangen kijken, daar de tijd voor nemen, om vervolgens pas te oordelen.

Daarbij zegt hij soms hele ware woorden:

Kritiek schept mogelijkheden tot creativiteit. [73]

Maar het is nu eenmaal zo veel makkelijker, in alles, om met de stroom mee te zwemmen. Het meeste geld zit bij de massa.

Een heel systematische beschouwing leverde White’s kritiek verder niet op. Dit boek staat vol passages die allemaal aangeduid kunnen worden met de titel: ‘en waar ik me ook nog vreselijk aan erger’. Tegelijk zette die rommeligheid mij wel aan tot doorlezen. Het boek werd er, ondanks de voorspelbaarheid van de grote lijn, toch prettig eclectisch door. En White gaf zo af en toe toch een naam aan iets dat ik zelf al gesignaleerd had.

Zo denk ik nu al even na over het begrip dom-slimheid.

Vroeger moesten alleen onze soldaten dom-slim zijn: dom genoeg om bijvoorbeeld naar Saigon te gaan, maar slim genoeg om te winnen als ze er eenmaal waren. Werknemers moeten tegenwoordig slim genoeg zijn om creatief te willen en kunnen zijn, maar dom genoeg om te denken dat de huidige economische ordening werkelijke creativiteit mogelijk maakt. Creativiteit blijkt in de laatste instantie bedrijfsmatig te worden berekend. [179]

Zoals bovenstaand citaat al wat impliceert, heeft Curtis voor zijn ideeën mede inspiratie geput uit Marx, en Hegel, en neemt hij positie in tegen de uitwassen van het Amerikaanse kapitalisme. Mede daardoor richt zijn cultuurkritiek zich toch vooral op dat ene land — met zijn soms zo schrikbarend armoedige onderklasse — wat ook weer maakt dat zijn conclusies niet onverkort op Europa zijn te projecteren.

Doet dit er toe?

Nu ja, een vraag die ik bijvoorbeeld heb, is waarom Nederland zo open staat voor al die Amerikaanse cultuur, hoe infantiel of wezensvreemd die ook uitpakt. Waarom bijvoorbeeld ook jongetjes uit welgestelde gezinnen hier rapgroepjes vormen, en zich vervolgens bedienen van slang uit de Amerikaanse ghetto’s. Of ook zij hun broeken half op hun knieën dragen; wat toch een mode is die ontstond in de gevangenissen in de VS; wie zijn broek daar zo laat hangen is beschikbaar voor kontsex.

Er is dus blijkbaar toch iets universeels in zulke culturele uitingen dat aanspreekt. Omdat die telkens weer lokaal imitaties opleveren. En daarmee wordt White’s kritiek, om vrijwel alles wat hij met wrevel beziet tot de dictatuur van de middelmaat te rekenen, wel wat makkelijk. Ook al omdat hij nalaat om te beschrijven hoe een culturele elite eruit ziet die niet vanuit ivoren torens oreert.

Curtis White, Het doorsneedenken
Een cultuurkritiek

239 pagina’s
De Arbeiderspers, 2003
vertaling door Meile Snijders van The middle mind

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden