Mediamores ~ Henk Blanken

► door: A.IJ. van den Berg

Aan de boeken over de media of de weblogjes van Henk Blanken kleven voor mij wat principiële bezwaren. Hij is adjunct-hoofdredacteur bij een krant, en werkte voordien als journalist. Dit betekent dat zijn blikveld nauw is, want gevormd in deze praktijk. Als hij eens een ontwikkeling samenvat, wordt dit vrijwel steeds vanuit dit beperkte perspectief gedaan. En als Blanken eens iets verrassends formuleert, is dat door iemand anders te citeren. Zo werkt een journalist nu eenmaal altijd. Zogenaamd objectief.

Verder ontkomt Blanken niet aan het vooroordeel te menen dat de Nederlandse journalistiek met grote kwaliteit een belangrijke maatschappelijke functie vervult. Dit idee maakt het vervolgens dus tot een probleem dat de oplages van de kranten dalen, en dat die zich online al evenmin erg bepalend tonen.

En toch worden de meeste kranten in Nederland uitgegeven om pagina’s met advertenties bij het publiek thuis te bezorgen, denk ik dan. En zeker niet in de eerste plaats om het nieuws.

Nu geldt voor mij net zo goed dat ik vooroordelen heb als Blanken. Zo dwingt mijn scholing tot historicus me om ontwikkelingen breder te willen zien. Dus klaag ik steevast als me dat perspectief niet geboden wordt.

Dat levert in dit geval het probleem op dat Mediamores op zich een goed geschreven en verhelderend boek is over enige recente ontwikkelingen in de online-media. Maar dat het mij tegelijk veel te weinig nieuws en opmerkelijks vertelde. Bovendien leeft Blanken te zeer in dit moment, en is er die opvallende tunnelvisie bij hem.

De misschien wel belangrijkste pagina’s uit dit boek staan achterin, in een bijlage. Daar prijkt een nieuwe ethische leidraad voor journalisten; die oude richtlijnen uit de jaren ’90 vervangt. Deze ‘Code voor de journalistiek’ — die niet zo mocht heten omdat journalisten allergisch zijn voor de dogma’s die ‘code’ oproepen — werd door Henk Blanken met anderen opgesteld voor het Genootschap van Hoofdredacteuren. En hoewel de gedragslijn werd aangepast om het bestaan van internet, kleven er precies dezelfde bezwaren aan als ik elders al eens formuleerde over ethiek en journalistiek.

Aan een journalist zijn misschien wel gedragsregels op te dringen — dat hij of zij hoor en tegenhoor toepast, en meldt wie precies de bronnen zijn bij een beschuldiging — maar als het de industrie waarin deze journalist werkt stelselmatig ontbreekt aan ethisch niveau, is zo’n persoonlijke ethiek werkelijk niet meer dan een schaamlap.

Een in dit geval relevant voorbeeld ter uitleg. Zodra hoofdredacteuren, of hun adjuncts, weer eens ronken dat kranten een zo noodzakelijke waakhond voor de democratie zijn, negeren zij daarbij altijd voor het gemak dat hun werkgevers diezelfde democratische controle sinds de jaren ’70 geheel hebben uitgehold. Vrijwel alle zelfstandige kranten zijn inmiddels opgekocht door concerns. Alle plaatselijke nieuwsbladen die nog weleens over gemeenteraadsvergaderingen schreven, werden inhoudsloze huis-aan-huis-krantjes.

Het verbaast me daarom hogelijk dat bijvoorbeeld alleen in een autobiografische strip als van Barbara Stok kritiek te lezen is op de zo gebruikelijke vermenging van redactie en acquisitie bij de lokale kranten. Of dat media-onderzoekers altijd zo vreselijk makkelijk negeren welke invloeden van buiten er zijn op wat krantenredacteuren kunnen schrijven.

Net als dat het me verbaast dat wetenschapper na wetenschapper boeken kan publiceren over waar het in Nederland op democratisch niveau aan schort, maar journalisten het belang van wat politici zeggen nog immer blijven overdrijven. Want, daar worden ze nu eenmaal zelf een beetje machtig van.

Blanken redeneert niet zelden vanuit idealen die zo nooit bestaan hebben, en vertekent daarmee al het nuttige wat hij te zeggen heeft.

Henk Blanken, Mediamores
Over digitale cultuur, bloggende burgers
en journalistieke ethiek

256 pagina’s
Uitgeverij Atlas, 2009

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden