Sweet Dreams ~ Daniel C. Dennett

► door: A.IJ. van den Berg

Normaal houd ik mij liever verre van ideeën over volksaard — want dat iedereen uit een bepaalde streek een aantal eigenschappen zou delen lijkt me onwaarschijnlijk. En toch is Daniel C. Dennett in alles een typisch Amerikaanse filosoof.

Hij komt nogal macho over. Oneindig zeker van zijn zaak. Meteen bereid ook om dat gelijk even in detail aan te tonen.

En een bundel als Sweet Dreams onderstreepte dit vooroordeel nogal. Deze uitgave bevat een bewerking van de Jean Nicod-lezingen die Dennett ooit gaf in Parijs. Waarbij hij een stand van zaken opnam, ruim een decennium na publicatie van zijn boek Consciousness Explained.

Dus belooft Dennett een overzicht te bieden van wat filosofen sindsdien hebben geopperd over ons bewustzijn — dat nog immer onverklaarbare probleem.

Maar, geheel neutraal is dit overzicht toch niet.

Crux van het probleem geeft Dennett overigens meteen in het begin al. Als er de afgelopen honderd jaar vooruitgang was in het denken over wat bewustzijn is, dan komt die door technische vindingen en de toepassing daarvan. Niet door wat een denkerd daarover gedacht heeft.

In zijn Consciousness Explained uit 1991 zette Dennett dan ook kennis in uit het hersensonderzoek, en uit de artificiële intelligentie, om zijn eigen ideeën vorm te geven. Hij ontwikkelde daarbij het ‘Multiple Drafts Model’ — dat een radicale afrekening poogt te zijn met het dan nog altijd levende gedachtegoed van René Descartes — u weet wel, waarin lichaam en ziel gescheiden werden.

Punt voor mij is dan dat Dennett in zijn weerlegging van het ‘Cartesiaanse theater’ minder verklaart wat er dan wel plaatsvindt in ons om dat bewustzijn te vormen dan hij denkt. Bert Keizer toont zich hierin zelfs nog veel kritischer dan ik — omdat Keizer zelfs vindt dat Dennett zaken bewust negeert.

Want technisch is bijvoorbeeld inderdaad te verklaren hoe een oog werkt. Met dat licht op die kegeltjes en die staafjes, en de omzetting van dat licht naar stroompjes in de oogzenuwen, en de geleiding van die stroompjes naar het enorme deel van ons brein dat met het zicht bezig is.

Maar hoe kan het dan dat daar vervolgens dat beeld ontstaat? Of dat wij alleen zien wat we verwachten te zien? Bijvoorbeeld? Dat onze hersenen telkens zo makkelijk voor de gek zijn te houden?

Daniel C. Dennett zou enkel zijn schouders hebben opgehaald toen Keizer hem met een vergelijkbaar probleem confronteerde.

Sweet Dreams legt onder meer uit dat er filosofen zijn die hebben nagedacht over waarin een mens van een zombie verschilt. Er is aandacht verder voor RoboMary — en wat haar ideeën waard zijn. En als overzicht van hoe filosofen zich de afgelopen decennia met bewustzijn bezighielden is deze bundel ook heel aardig — voor wie de soms badinerende opmerkingen van Daniel C. Dennett voor lief neemt.

Alleen is dus tegen Dennett in te brengen wat hem weer door vakbroeders verweten wordt. Daniel C. Dennett trekt in zijn eigen werk over bewustzijn conclusies die tegen de intuïtie in gaan — wat andere denkerds merkwaardig slecht kunnen zetten. Alsof zij nog altijd enkel Plato’s idealen hanteren, dat wat waar is ook goed en mooi hoort te zijn.

Maar ook Dennett versimpelt nog te zeer in zijn model, zo lijkt me — zonder daarvoor bewijzen te hebben — door nog altijd een logica in stand te houden; waar die er niet per se zou hoeven te zijn.

Toch. Van die hele vraag over wat het bewustzijn is, interesseert me eigenlijk ook enkel de ethische kant. Want dat de mens zich bewust is van zijn bestaan en daar vragen over kan stellen, is éen. Nu alleen is telkens nog redelijk groot wetenschappelijk nieuws als bij dieren een aard van bewustzijn is aangetoond — en gek genoeg word ik daar altijd ineens Boeddhistisch diervriendelijk van, en vraag ik me telkens weer af hoe zo dat dan een kwestie zou zijn.

Zelfs de nederigste planten kunnen al reageren op een aanval door insecten, die aan hun blaadjes knagen, door vervolgens alle blaadjes giftig te maken. Alsof daar niet ook een miniem soort bewustzijn voor nodig is.

Aan die hele kwestie van dat bewustzijn kleeft dus wat mij betreft nog altijd die antropocentrische bijziendheid ook, dat de mens bijzonder zou zijn; omdat deze toevallig die taal heeft.

Daniel C. Dennett, Sweet Dreams
Philosophical Obstacles to a Science of Consciousness

199 pagina’s
The MIT Press, 2005

[x]