2014: éen keer nog op dienstregeling ~ bij de tiende jaargang van boeklog

► door: A.IJ. van den Berg

Wie door blijft keutelen, produceert uiteindelijk ook een hoop. Ik schreef dat eerder, denigrerend, over het oeuvre van Joost Zwagerman; waaraan toen opviel dat de hoeveelheid makkelijke krantenstukjes met van overal geleende informatie nogal wat groter was geworden dan zijn oorspronkelijke werk.

Al bestaan er ook gerede twijfels aan de originaliteit van Zwagerman’s romans.

2014 bracht boeklog in de tiende jaargang. Dat is een groot tijdsbestek voor een onbetekenend zijlijntje in mijn activiteiten; een dingetje voor even erbij. Waarschijnlijk duurt de activiteit alweer te lang.

Maar, omdat ik nu eenmaal zo ver gekomen ben, kan dat ene jaar volgens de inmiddels ingesleten gewoonte er ook nog wel bij. Op 1 januari 2015 biedt dit weblog dan 3.000 boeklogjes, ijs en weder dienende. Misschien zelfs nog een paar meer. En doen moest het maar over zijn ook met alle vaste regelmaat.

Waarmee niet gezegd zij dat ik boeklog dan offline zet, of helemaal stop met het opschrijven van mijn gedachten na het lezen van boeken. Ik wil vooral af van de bijna dag-dagelijkse verplichting hier iets te publiceren; en de discipline die dit vergt. Zelfs al is er niemand die mij deze plicht oplegt; en blijft het vreemd dat ik deze überhaupt voel.

Boeklog begon ooit om een reeks heel verschillende redenen. De meest belangrijke daarvan was dat ik altijd al veel las, maar daar zo weinig van onthield. Dus stonden er boeken in mijn kasten waarvan mij onduidelijk was hoe die daar ooit waren gekomen, en of ze ooit gelezen waren. Omgekeerd kwam het daarom voor dat ik boeken kocht die al in mijn bezit bleken te zijn

En ik weet niet of het aan boeklog ligt dat ik het bezit van boeken ben gaan relativeren — al speelt een rol dat uitgevers en schrijvers me tijdens de beginjaren ineens van alles gingen aanbieden. Sinds 2005 is mijn verzameling gekrompen. Ik lees inmiddels ook om te bepalen of iets blijven mag, of weg kan.

Want herlezen is het ware lezen voor mij. En dat herlezen blijkt plaats te vinden in cycli van tien à twaalf jaar — een extra reden om geen volledige elfde jaargang van boeklog na te streven; dit zal voorkomen dat ik nogmaals hetzelfde schrijf over een boek.

Een tweede voorname reden achter boeklog was dat ik het weblog wilde gebruiken om beter te leren schrijven. En dan vooral door mijzelf te dwingen om andere vormen te gebruiken dan die van de standaardrecensie — die zo makkelijk een invuloefeninkje kan worden, met zijn citaatjes, zijn verplichte auteursbeschrijvinkjes, en zijn samenvattinkjes van de inhoud.

Alleen blijk ik aanzienlijk beter te schrijven als dit voor anderen gebeurt; in opdracht desnoods. Puur doordat er dan tijd in het werk wordt geïnvesteerd. En het dan geen probleem is om meerdere versies van een tekst te maken.

De plicht om met regelmaat boeklogjes te publiceren, gaat helaas niet gepaard met de dwang dat dit dan ook heel goede boeklogjes zouden moeten zijn. Al die tekstjes moeten klaar zijn in een kwartier, of hoogstens bij uitzondering eens binnen het half uur. Dit lukt de ene dag aanzienlijk beter dan de andere. Nog meer eisen stellen zou mij ook blokkeren, zo lijkt me.

Dus blijft het altijd afwachten hoe zo’n tekstje als dit nu weer uitpakt.

Waarbij komt dat ik ook raak uitgekeken op mijn eigen meninkjes. Weliswaar probeer ik het altijd groter te zien dan normaal in de massamedia gebeurt. Maar juist dat heeft dan weer als gevolg dat mijn boeklogjes zo vaak op een aantal vaste overtuigingen terugkomen. Waaraan zo veel minder verandert dan ik wel zou willen. Waardoor het voelt of ik mijzelf al te vaak herhaald heb.

Voor een evaluatie van het vele dat boeklog me bracht, is het nu nog te vroeg. Die volgt eind 2014. Wanneer ik hopelijk ook duidelijke plannen heb over hoe het verder gaat, hier.

A.IJ. van den Berg
januari 2014


[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

een reactie

Hans Valk  op 5 januari 2014 @ 19:54:38

Jammer genoeg lees ik dit stukje net nadat ik een reactie heb toegevoegd aan de reactie naar aanleiding van je stukje over ‘Niet alles is te koop’.
Hier geef je namelijk vrij onomwonden toe dat je stukjes gebreken vertonen en dat je jezelf daarvan heel goed bewust bent.

Ik kom zelf tot de constatering dat ik achteraf de kwaliteit eigenlijk nog heel behoorlijk vind, in het licht van de eraan bestede tijd. Als je zo’n stukje in een kwartier schrijft, dan is het onvermijdelijk dat het het één en ander aan schort. Niet alleen inhoudelijk, maar ook stylistisch.
De vraag blijft natuurlijk waarom je het juist op deze manier wilt doen.

In je reactie op mijn reactie op ‘Niet alles is te koop’ had je jezelf kunnen beperken tot een verwijzing naar dit stukje.
Of is dit stukje mede ontstaan naar aanleiding van wat ik eerder schreef?