Verkoolde alfabet ~ Paul de Wispelaere

► door: A.IJ. van den Berg

Ook vandaag nog vinden velen dat er net boeken zijn uitgekomen die ik echt zou horen te lezen. Maar ik negeer zulke welgemeende adviezen altijd. Mijn leesmenu laat zich niet meer door anderen invullen.

Dit was ooit anders. Wonderlijk genoeg herinnerde Het verkoolde alfabet van Paul de Wispelaere me aan die periode. Omdat deze auteur in dit dagboek met precies dezelfde boeken bezig was als ik indertijd; en waarschijnlijk nog zo veel mensen meer.

Frisch ging dood, dus moest Max Frisch worden herlezen — en dan vanzelfsprekend vooral wat hij geschreven had over aftakeling en de dood.

Galeano’s Boek der omhelzingen maakte grote indruk indertijd. Terwijl zijn werk tegenwoordig niet eens meer naar het Nederlandse vertaald wordt; hoewel dat in aanpak noch stijl anders is dan waarom dat Boek der omhelzingen zo bejubeld werd indertijd.

En ook De Wispelaere’s eigen dagboek werd even een ‘must-read’. In geen tijd haalde dit deeltje privé-domein zeven drukken. Terwijl ik naderhand toch moest constateren dat dit dagboek niet wezenlijk afweek van wat de auteur daarvoor en daarna gepubliceerd heeft onder de noemer roman.

Al die boeken gaan ook over een schrijver die op het platteland woont, en alles om zich heen ziet verworden met de loop der tijd.

En al die boeken zijn erotisch geladen, op een manier die tegenwoordig wat ouderwets aandoet. Alleen hoort De Wispelaere [1928] nu net bij de generatie die de vrijheid nog veroveren moest dat over alles geschreven diende te kunnen worden.

Indertijd maakte dit boek indruk, zeker. Dus mag ik niet klagen het gelezen te hebben toen iedereen het las.

Tegenwoordig valt wat minder goed te zien wat er precies zo bijzonder is aan Het verkoolde alfabet. Ook al omdat die romans er zijn.

Ik vermoed zelfs dat er gewoon een buiten-literaire factor heeft bijgedragen aan het succes. De Wispelaere was 62 jaar op het moment dat het dagboek begint, in de herfst van 1990. Zijn vrouw Ilse is dan een schoon jong meidje van 26. Terwijl de beste man er altijd uitzag als een tuinkabouter die onwennig zijn muts heeft afgezet en zich toch eens geschoren heeft, voor hij netjes op de foto kwam.

Beschreef deze auteur ook nog eens hoe het was om te leven met dat jonge ding.

Net als dat hij afscheid neemt van vorige gelieven, en over hen de verhalen vertelt die zijn huidige vrouw graag eens wilde horen.

Zoals altijd bij dagboeken van auteurs was ik dan weer vooral gespitst op wat De Wispelaere opmerkte over schrijven, en lezen.

Het verkoolde alfabet bleek me altijd wel nog goed leesbaar te zijn. Er zit een prettig ritme in het boek, onder meer door de afwisseling van korte met langere fragmenten. Dit dagboek was alleen aanzienlijk minder uniek dan ik het me herinnerde. De Wispelaere is bij tijden ook gewoon een oude zeur, als hij de terreur beschrijft van de bladblazer, of de verrommeling van Vlaanderen, of het slechte taalgebruik van politici. Enkel omdat ik van schrijvers eis dat deze nog iets extra’s doen met zulke constateringen. Want klagen kan iedereen al.

Was er toch, bij tijden, een flonkering of een formulering, die me noopte om aantekening te maken. Want dit boek biedt vooral taal.

scheiding

Ik weet het wel, in een samenleving waarin tot en met dementen ‘creatief’ worden beziggehouden, is het voor de schrijver onmogelijk geworden nog woorden van deze strekking in de mond te nemen. Vroeger kon dat, maar nu niet meer. Eigenlijk zijn er steeds minder woorden die je in de mond kunt nemen, het alfabet is verkoold en smaakt naar as. Welke schrijver van enige betekenis durft zichzelf nog ‘kunstenaar’ te noemen?

Paul de Wispelaere, Het verkoolde alfabet
Dagboek 1990 — 1991

299 pagina’s
De Arbeiderspers, 1992
privé-domein nr. 179

[x]opgenomen in het dossier: