Brieven aan Doornroosje ~ Toon Tellegen

► door: A.IJ. van den Berg

Van een verhaal als Doornroosje bestaan vele varianten. In de oudste oerversies bijvoorbeeld wordt zij niet wakker gekust door een toevallig passerende prins. Nee, deze verkracht haar. Waarna ze pas ontwaakt als haar kind geboren worden wil, of, alternatief, haar in haar borst bijt.

Zo’n verhaal moet daarmee wel uit een tijd stammen dat logica er niet toe deed, en kennis van de biologie al evenmin.

Wel toevallig dat die verkrachtende prins net langskwam tijdens dat paar dagen in de maand dat Doornroosje vruchtbaar was.

Alleen, hoe zat het dan met haar andere lichaamsfuncties, tijdens die honderd jaar slaap?

Toon Tellegen onderzocht het oersprookje van een doorgaans genegeerde kant. Hij biedt het verhaal van de prins in Brieven aan Doornroosje. En dan ook nog éen die weet heeft dat Doornroosje bestaat, en dat ze honderd jaar slapen moet. Inmiddels zijn daar al 99 jaar van voorbij. En deze ‘prins’ kan niet wachten om haar wakker te komen kussen.

Tot dat moment schrijft hij haar elke dag een brief, om zo uiting te geven aan zijn verlangen. Dit boek is daarmee als een kalender, met op elke dag van het jaar een tekstje.

Toch. Hoewel ik een bijna kritiekloos bewonderaar ben van Tellegen’s boeken, kleefde daarmee aan deze uitgave iets waardoor het geheel me te veel op een project leek. Er moesten 365 tekstjes bedacht worden waarin een man uit wat hij wil, en droomt, in de wetenschap dat hij ondertussen nog een tijd moet wachten, voor al dat ooit door hem is uit te voeren.

Tellegen is dan weliswaar mans genoeg om ondertussen, gedurende dat jaar wachten, telkens nieuwe barrières te verzinnen voor de brievenschrijver in het boek. Alleen ging bij mij al te snel de vraag overheersen hoe dit verhaal eindigen zou. En toen moest ik nog een hele rij maanden met brieven door.

Stiekem alvast even achterin kijken, mag dan natuurlijk niet. Want eenmaal je weet hoe dit boek eindigt, kan verder lezen makkelijk een corvee worden.

En goed, dan maakt Toon Tellegen absoluut duidelijk dat verlangen een vorm van projectie is, net als alle liefde allereerst bestaat in het hoofd van de liefhebbende. En dan zijn er zelfs genoeg personen in het boek die de ‘prins’ proberen af te houden van zijn dwaze idee, en de drang die ene kus te willen gaan geven. Over de helft van het boek moest ik toch even spieken hoe het afliep.

Waarop enkel de vraag restte waarom ik van tevoren niet wat beter had nagedacht over het einde van dit verhaal. Want, hoeveel mogelijkheden bestaan daarin nu helemaal? Dat van het standaardsprookje, van ze leefden nog lang en gelukkig, kon waarschijnlijk niet eens.

Toon Tellegen, Brieven aan Doornroosje
371 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 2002 oorspronkelijk

[x]