Met lopen nooit meer opgehouden ~ Piet Piryns

► door: A.IJ. van den Berg

Auteurs en hun reputaties, wat deugt daar nu eigenlijk aan? Want zeggen de boeken die een schrijver tot een groot of een bewonderd schrijver maken wel iets over de kwaliteit van het werk dat daarna wordt uitgebracht?

Literaire prijzen vallen nogal eens op boeken die minder goed zijn dan een boek dat zo’n prijswinnaar daarvoor heeft gepubliceerd, dat toen niets won…

Toegegeven, in eenieders jeugd zal dit probleem niet echt spelen. Dan heeft geen mens als een eigen smaak ontwikkeld, laat staan een oorspronkelijk kritisch vermogen, en kan iedereen nog in aanbidding opkijken naar wat een generatie daarvoor op het schild heeft gehesen als dé grote auteurs. Bewonderend mee kraaiend in het grote koor.

Mulisch bleek alleen een handige oplichter te zijn, Reve hoogstens een taalvirtuoos die verder niets mee te delen had waar ik iets mee doen kon, en Hermans bracht niets meer van waarde uit eenmaal uit Nederland weg. Wolkers dan weer is altijd op een nare manier net te ongevoelig macho. Zo ontdekte ik uiteindelijk op eigen kracht, eenmaal volwassen geworden als lezer — om me tot mijn visie te beperken op die zo overschatte selectie aan ‘de grote Vier’.

Lezen leerde me ook dat goede boeken geschreven kunnen zijn door niet bijster goede mensen. Wat een extra waarschuwing is tegen het omhoog praten van auteurs.

Uiteindelijk is lezen een eenzaam avontuur. Waarin een eeuwenoude stem weleens oneindig veel interessanter kan zijn dan een hoog geschreven hedendaags auteur. Waarin de eigen smaak weleens radicaal kan gaan afwijken van die van hele menigten aan tijdgenoten.

Dit is een erg lange inleiding om te zeggen dat het tussen de boeken van Cees Nooteboom en mij nooit iets werd. Daar kleefde voor mij altijd iets aan dat té gezocht was, té gemaakt. Onecht aanvoelde. Vals.

Niettemin moeten vooroordelen telkens getoetst blijven worden. En toen ineens las ik dit uit-de-tweedehandsje met plezier. In Met lopen nooit meer opgehouden combineerde Piet Piryns meerdere interviews die hij in verschillende decennia hield met Cees Nooteboom [1933] tot éen lang doorlopend gesprek. En die conversatie leverde een zelfportret op dat eens niet heel storend parmantig was. De schrijver is inmiddels dan ook al op leeftijd.

Merkte Nootebook bovendien met regelmaat iets zinnigs op — over de waarde van bepaalde literatuur bijvoorbeeld.

scheiding

Is de roman een overschat literair genre?

In Nederland in ieder geval wel. Het gekke is dat zoiets dan juist gebeurt in landen waar ze van fictie niet zoveel verstand hebben. Nederlandse lezers willen zich in een roman herkennen, ze willen zich bevestigd zien in hun bestaan — hetzij positief, hetzij negatief. Het moet realistisch zijn en liefst ook nog geëngageerd. Maar ik heb nooit de behoefte gevoeld om de grote maatschappelijke roman te schrijven. Een roman van Proust leert je meer over het Frankrijk van zijn tijd dan tien van wat toen geëngageerde romans waren. Als het goed is, is het altijd een melange. En à propos: valt het jou ook op dat sommige mensen die heel hoog opgeven van Proust zelf takkenbossenproza schrijven?

Piet Piryns, Met lopen nooit meer opgehouden
In gesprek met Cees Nooteboom

208 pagina’s
De Bezige Bij, 2013

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden