Wegen van de loper ~ Adharanand Finn

► door: A.IJ. van den Berg

Mij fascineren alle gerichte pogingen van mensen om betere mensen te worden. Helemaal natuurlijk als het me onmiddellijk duidelijk is dat zij zich daarbij voor de gek houden. Strychnine inzetten als doping, natuurlijk…

Vandaar dat de roman Zandloper van Abdelkader Benali zo vreselijk tegenviel. Want de schrijver nam daarin wel een man die een betere hardloper wilde worden dan hij was. Alleen vergat de auteur even dat er een zekere obsessiviteit hoort bij zo’n innige wens; en daaraan dan gekoppeld een grote aandacht voor details.

Werd die hardloper in het boek weliswaar ook een betere atleet, alleen gebeurde dat in een jaar aan trainingskamp waarvoor het boek geen enkele aandacht heeft. Deus ex machina. Het echte verhaal stond daarmee niet in de roman.

Nee, dan de boeken Adharanand Finn. Hem volgde ik al eens naar Kenia, waar hij dacht op hoogte het geheim te kunnen ontrafelen van de beste hardlopers op aarde.

En voor De wegen van de loper trok hij naar Japan — het land met misschien wel de grootste beroepsbevolking aan betaalde lange-afstandlopers in de wereld.

Tal van bedrijven daar hebben hardlopers in dienst, opdat die voor hen kunnen uitkomen in estafettes over grote afstand, de zogeheten ekiden; waarvan een enkele ‘leg’ zelfs de lengte van een halve marathon kan hebben. Want in Japan bestaat er niets groters dan een aantal van deze klassieke ekiden. Die worden ook rechtstreeks uitgezonden op televisie daar, en hebben hoge kijkcijfers, net als de marathons.

Baanatletiek daarentegen stelt amper iets voor in het land.

Finn valt alleen ook al snel op dat Japanse mannen zelden prijzen winnen op de grote internationale kampioenschappen. Terwijl ze bij de junioren nog in grote getale tot de wereldtop behoren, stokt de doorgroei naar de volwassen sport.

Zijn boek biedt deels een antwoord op de vraag hoe dit dan komt, omdat Finn het systeem in Japan wel moest ontleden. Het is zo anders dan wat hij gewend was in het Verenigd Koninkrijk, waar hardlopen op topniveau lang een hobby is, die slechts een enkeling zich kan blijven veroorloven. De prestatiedichtheid in Japan mag dan onvergelijkbaar veel groter zijn, juist dat maakt het vreemd dat ze geen wereldtoppers hebben bij de mannen.

Is er bovendien nog de vergelijking mogelijk met Kenia, waarin de lopers veel meer vrijheid hebben om hun eigen ideeën te volgen over trainen. Te vaak is in Japan het woord van de coach nog wet, waarbij de sporters pech hebben die een ouderwetse drilmeester treffen; de kans wordt daarmee groot dat ze te grote afstanden zullen lopen in training. Zeker is ook dat de middelbaar scholieren er veel te hard trainen, waardoor er nauwelijks nog mogelijkheden bestaan om beter te worden eenmaal ze beroepsloper zijn geworden, op een universiteit gekomen of bij een bedrijf.

Loopt in Japan bovendien niemand niet de hele tijd op asfalt, wat nogal makkelijk tot overbelasting lijdt — en voor Kenianen ook zo ongeveer het meest verkeerde is dat een beetje atleet kan doen.

De wegen van de loper is om meerdere redenen een intrigerend boek. Zo woonde Adharanand Finn een tijd met zijn vrouw en hun drie kinderen in het land, in een gewoon huis, in een doorsneebuurt, en was er alleen al die cultuurschok te overwinnen. Verder had hij de ingewikkelde taak om uit te leggen waarom de ekiden voor Japanners een zo veel aansprekender atletiekonderdeel is dan welk solonummer ook; waarom zij de gezamenlijkheid in de inspanningen voor zo’n estafette zo waarderen. Als enige in de wereld.

En Finn was nog altijd nieuwsgierig naar hoe hij zelf een betere loper kon worden, ondanks dat hij bijna veertig was. Daarmee aantonend, in vergelijking met Benali, dat het toch echt de details zijn die een boek maken of breken.

Zo was aan Japan alleen al goed voor hem dat zelfs het dagelijkse dieet al er zo gezond is — Finn viel er zes kilo door af, zonder kracht te verliezen. Kreeg hij daarnaast door hoe nuttig het was om ook zijn kracht te gaan trainen. Omdat hij daarmee voorkwam zichzelf af te remmen bij elke pas als hij moe werd, en op de middenvoet kon blijven landen in plaats van op de hak.

Adharanand Finn, De wegen van de loper
een reis door de betoverende wereld van het Japanse hardlopen

372 pagina’s
De Arbeiderspers, 2016
vertaling door Gies Aalberts en Edwin Krijgsman van: The Way of the Runner, 2015

[x]opgenomen in het dossier: ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

Horst  op 18 februari 2019 @ 10:42:58

Mijn favoriete sportmoment van 2018 was hoe Yuki Kawauchi (oa wereldrecordhouder halve marathon in pandapak, en loper van 79 marathons onder de 2.20)de Boston Marathon in noodweer won van veel snellere Kenianen (en oa Nageeye) door een totaal eigen race te lopen, bij de start al weg te springen, zich weer terug te laten vallen etc. Inmiddels heeft hij z’n baan ook opgezegd. Mocht je dat gemist hebben dan is het wel het terugkijken van een samenvatting waard.

boeklog.info  op 18 februari 2019 @ 10:56:10

Kawauchi wordt ook geportretteerd in dit boek, als het grote raadsel. Want hij gaat zijn eigen gang, en was dus nog geen goed betaalde prof bij een bedrijf. Hij wil plezier houden in het lopen — en dat is er ongekend.