Doden van een mens ~ Guus Kuijer

► door: A.IJ. van den Berg

Kuijer duikt de religieuze geschiedenis in, met dit boek. En hij concentreert zich daarbij vooral op het midden van de zestiende eeuw. Toen overal in West-Europa mensen ineens zelf de bijbelboeken gingen raadplegen. Omdat het door Luther’s eerste vertaling mogelijk was om de Bijbel in de eigen landstaal te lezen.

Maar in de Bijbel staan lang alle kerkelijke dogma’s niet. En velen konden daar maar slecht mee leven. Tegelijkertijd was het openlijk betwijfelen van de kerkelijke praktijk overal strafbaar.

Kuijer beschrijft onder meer hoe in Amsterdam als straf de tong van een man doorspiesd werd, omdat hij het gewaagd had te zeggen dat bij het heilig avondmaal niets anders dan brood wordt uitgedeeld.

Vraag is alleen wat Kuijer wil dat de lezer oppikt uit zijn beschouwingen over het roerige begin van zoveel nieuwe religieuze stromingen. Of uit zijn constatering dat niet alleen de katholieke kerk tot in het absurde toe mensen met afwijkende denkbeelden kwaad deed.

Het lijkt me dat hij de ontdekking wil meedelen dat in georganiseerde religies machtpolitiek een grote rol speelt, en dat er mechanismen zijn om gezag te vestigen, en vervolgens te handhaven. Dit is geen ontdekking waar ik vreselijk van opkijk.

Mij bleef de fascinatie van Kuijer voor zijn onderwerpen wat al te particulier om me tot het eind te boeien. En ook vroeg ik me af waarom hij alleen impliciet schrijft over de betekenis van het leven na de dood voor de machtsuitoefening door religies. Terwijl er nog steeds zelfmoordterroristen verwachten door hun daad in de hemel te komen, en daar beloond worden met 72 hoeri’s [of toch maar 72 krenten, volgens een waarschijnlijker interpretatie]?

Stond niet alle handelen van gelovigen toen ook in het teken van het daarnamaals?

Guus Kuijer, Het doden van een mens
224 pagina’s
Athenaeum-Polak & Van Gennep, 2007

[x]