Francis Crick ~ Matt Ridley

► door: A.IJ. van den Berg

Er spreekt een mooie dubbelheid uit deze biografie van Matt Ridley over éen van de ontdekkers van de structuur van het DNA-molecuul.

Enerzijds was Francis Crick [1916 – 2004] de man die het geheim achter het leven vond. Anderzijds was hij een atypische geleerde, door zijn extrovertie. En misschien viel het met zijn geleerdheid ook wat tegen. Wat Crick goed kon, was om zich lang op iets concentreren.

Wel had hij dan weer een uitzonderlijk goed visueel voorstellingsvermogen.

Tegelijk is dit boek minder het verhaal van een man dan een verslag over de ontdekkingstocht naar de dubbele helix — of het gegeven dat het leven geschreven wordt met het beperkte alfabet van amper vier letters. En in die zin is het vertelde verhaal zelfs aan de technische kant.

Maar voor mij had Ridley’s werk alleen al nut om de positie van Rosalind Franklin te begrijpen. Crick won in 1962 de Nobelprijs voor medicijnen om zijn werk aan het DNA, samen met zijn labpartner Watson, en de onderzoeker Maurice Wilkens. En Franklin had in die prijs horen te delen, door haar werk, zo zijn nog steeds velen van mening — al was zij toen al dood, en worden Nobelprijzen nooit postuum uitgereikt.

Ik had ooit The Double Helix gelezen; dat zo leesbare boek met memoires van James Watson. En daarin werd vrij seksistisch neerbuigend gedaan over Rosalind Franklin.

Ridley is vrij zakelijk over wie wat deed, en stelt bijvoorbeeld dat Rosalind Franklin met wat meer fantasie de dubbele helixstructuur zo had kunnen vinden; een tijd voor Crick en Watson zelfs. Het werk van haar lab-partner Maurice Wilkins had een foto opgeleverd die toch sterk in de richting wees van zo’n constructie. Alleen was zij er de vrouw niet naar om te speculeren, en ging zij eerst nog door met meten.

Goed, dan mist in een boek als dit dat het na de vinding van Crick en Watson nog een tijd duurde voor de wetenschappelijke wereld overtuigd was van de waarde van hun ideeën.

En dan had ik ook graag meer willen lezen over het werk dat Crick heeft gedaan om de raadsels rond het bewustzijn te verklaren. De beknoptheid van de reeks ‘Eminent Lives’ levert vrijwel steeds heel goede boeken op. Maar het is voor het eerst dat ik zo duidelijk zie dat de biograaf daardoor wel erg gedwongen wordt alleen de hoogtepunten uit zo’n leven te belichten.

Matt Ridley, Francis Crick
Discoverer of the Genetic Code
Eminent Lives

230 pagina’s
Harper Perennial, 2006

[x]opgenomen in het dossier: ,