Rational Optimist ~ Matt Ridley

► door: A.IJ. van den Berg

Merkwaardig aan onze ideeën over de toekomst is dat die zo makkelijk zo somber uitpakken. Voorspellen wat er allemaal mis zal gaan later, met ons, als mensheid, kan namelijk vrijwel iedereen. Zonder moeite. Uit onzekerheid vooral. Want gaat het niet mis met het klimaat, dan zijn de fossiele brandstoffen wel op ineens, of raakt de aarde nog verder overbevolkt.

Zwijg ik liever nog van de politici die ons voorhouden dat er nu al een oorlog woedt met de Islam.

In 2005 constateerde ik hier al eens dat het nogal profijtelijk is om anderen angst aan te jagen; voor de angstzaaiers tenminste; voor wie anderen in zijn greep kan krijgen met een verhaal dat rechtlijnig is, en daarmee simpel te begrijpen; en dus waarschijnlijk ook hulpeloos fout.

Matt Ridley wilde af van deze collectieve reflex, en schreef daarom The Rational Optimist. Uitgangspunt daarbij was een truc die elke historicus kent. Ga eens wat in de tijd terug, en zie welke voorspellingen en angsten de mensen toen hadden over de toekomst, en weeg vervolgens hoeveel daarvan zijn uitgekomen.

We kunnen ons nu eenmaal wel indenken dat wat we hebben ons wordt afgenomen, onvoorspelbaar is hoe zeer ons leven nog verbeteren zal.

Ridley schreef met The Rational Optimist daarom onder meer een beknopte wereldgeschiedenis. Daarbij keek hij wat maakte dat we van primitieve jager/verzamelaars veranderden in de stadsbewoners die zelf bijna niets meer kunnen, op het bieden van diensten na.

Arbeidsspecialisatie is daarbij dan het toverwoord dat vooruitgang steeds weer heeft mogelijk gemaakt.

Arbeidsspecialisatie en kennisuitwisseling.

Beide gedijen bovendien bij handel. En voor handel is enig vertrouwen nodig tussen de groepen die handel drijven. Elke vreemdeling meteen de hersens inslaan, levert wellicht op korte termijn een leuk voordeeltje op. Daarmee zij alleen doorgaans niet ook de kennis verworven om de mooie spullen te maken die de vijand bij zich had.

Toch is de geschiedenis gevuld met de opkomst en ondergang van grote rijken — waarop gauw weer eens donkere tijden aanbraken. Bibliotheken vlogen in brand. Kennis en cultuur gingen verloren. Wat maakt dan dat Ridley zo zeker is dat niet ook de Westerse beschaving dat lot zal treffen?

En volgens de wetenschapsjournalist komt dat door ons gebruik van fossiele brandstoffen. Eerdere beschavingen gingen gauw eens ten onder door uitputting van de natuurlijke hulpbronnen. De wouden waren gekapt. De aarde erodeerde. Maar omdat wij eerst turf, en toen kolen, en aardolie en -gas zijn gaan gebruiken, putten we de aarde niet direct meer uit.

De grond rommelt wat slechts harder dan voorheen, als de Gasunie 10% meer dan ooit uit de bodem onder Groningen haalt.

Maar stond er laatst dan niet in de krant dat Peak Oil al was bereikt, in 2008? En dus dat het vertrouwen op de oneindige welvaart die fossiele brandstoffen brachten volkomen misplaatst is?

Ridley kent dat bezwaar, en somt een heel rijtje op van historische uitspraken over het einde aan de beschikbaarheid van kolen, of olie, die allemaal angstaanjagerij bleken te zijn.

Als ik overigens iets op dit voortreffelijke boek heb aan te merken, dan toch dat Ridley betrekkelijk weinig ruimte besteedt aan de mechanismen die het zaaien van onzekerheid zo’n typisch menselijk trekje maken. Terwijl dat toch de grote vraag blijft na het lezen van dit boek. Waarom is het zo makkelijk onheilsprofeten te geloven, en zelfs te belonen voor hun op zo weinig gebaseerde angstzaaierij?

Al is te billijken dat hij, als rationele optimist, zich liever met andere mechanismen bezighoudt, en zich daarom wat minder om psychologische details bekommert.

Want hoe is Ridley zo zeker dat er wel een oplossing zal komen voor het brandstofprobleem? Hij ziet dat kennis en daarmee innovatie altijd toenam zodra meer mensen zich met hetzelfde probleem bezighielden, en die arbeidsspecialisatie extra ging lonen.

Want daarbij geldt een eenvoudige economische wet, die toch heel makkelijk vergeten wordt. Als jij de beste visser bent van de stam, en ook de mooiste vishaken maakt, dan loont het meestal toch om het maken van die vishaken uit te besteden aan iemand die dat ook redelijk kan. Heb jij meer tijd om te vissen. Kan die ander meer haken maken. Profiteren beiden bij de ruil.

Datzelfde mechanisme werkt ook tussen nationale economiën, zo merkte David Ricardo al eeuwen geleden op. Werk uitbesteden naar landen die goedkoper produceren, maakt deze landen rijker. En daarmee worden ze tegelijk ook een nieuwe afzetmarkt voor jouw producten of diensten.

Ridley keert zich daarom in dit boek enkele malen fel tegen tariefmuren en andere handelsbarrières — al helemaal omdat die voornamelijk Afrika treffen, en vrijwel dat hele continent nog altijd niet mee doet in de vaart der volkeren.

Al is hij nog meer gekant tegen de idioten die goede landbouwgrond zijn gaan benutten om biobrandstoffen te verbouwen. Niets hebben deze onnozelaars geleerd van de geschiedenis; die zo duidelijk is over dat grond nuttig gebruikt moet worden.

Laat The Rational Optimist toch éen kwestie open, die mij toch al lang kwelt. Want, als alles bewijsbaar goedkoper wordt, zoals voeding, of reizen, of informatie. Waarom willen de boven ons gestelden dan per se dat wonen almaar duurder wordt? Terwijl volgens dezelfde economische mechanismen de prijs van een huis ondertussen ook sterk had horen te dalen?

Matt Ridley, The Rational Optimist
How Prosperity Evolves

453 pagina’s
Fourth Estate 2011, oorspronkelijk 2010

[x]opgenomen in het dossier: