Mysterieuze krachten in de sport ~ Joris van den Bergh

► door: A.IJ. van den Berg

Ooit bezat ik een Nederlandse vertaling van de auteur Hemmingway. Die naam had uitgever Elsevier althans groot op het kaft en de rug van het boek afgedrukt. En daardoor had het boek geen enkele waarde voor me. Ging het al een tijd terug het huis uit, ook al omdat ik inmiddels een Engelstalig origineel bezat. Van de echte Hemingway.

Inmiddels zou ik die ‘Hemmingway’ wel hebben gekoesterd. Net als de hiernaast afgebeelde ‘Joris van den Berg’ waardevol geworden is. Omdat papieren boeken en hun uitgevers me tegenwoordig al te makkelijk heilig worden gemaakt. Terwijl ze ook geregeld prutswerk afleveren.

Alleen prijkt de fout meestal tussen de kaften, en niet er al op. En blijft die dus beter verborgen.

Mysterieuze krachten in de sport
is een merkwaardig boek. Waaraan twee redenen bijdragen die op zich weinig met de uitgave te maken hebben. Joris van den Bergh [1882 – 1953] was een pionier in de sportjournalistiek. En de beide boeken waar hij nu nog bekend om is, haalden hun grootste succes tijdens de bezettingsjaren. Waarschijnlijk omdat ze groots verhaalden over recente Nederlandse sportsuccessen. Terwijl er onder het Nazi-bewind verder weinig reden was om ergens trots op te zijn.

Bovendien gaat er een sterk suggestieve kracht uit van dit boek. Een bijna Amerikaans geloof in de zekerheid dat zij die het willen dat dan ook kunnen.

Als jongetje was ook ik daar gevoelig voor. Ik las Mysterieuze krachten in de sport al in de tijd dat ik vrijwel dagelijks trainde om een goed atleet te worden.

Inmiddels ligt de atletiek al meer dan een half mensenleven achter me. En ben ik een stuk cynischer geworden. Vooral over mijn lectuur.

Mysterieuze krachten in de sport bleek alleerst een trommel vol anekdoten te zijn. Ook citeert Van den Bergh wel erg veel over de psychologie van de sporter uit het werkje Sporthygiëne van F.J.J. Buytendijk. Verder werd het nawoord geschreven door Karel Lotsy — die in de jaren voor de oorlog bekend was als sportbestuurder. En omdat hij eigenhandig het Nederlands voetbalelftal had laten presteren door de spelers elke week te verzamelen en dan tegen ze te speechen.

Na de oorlog stond Lotsy simpelweg bekend als fout.

Vooral die anekdotes hebben ooit veel indruk gemaakt. Maar ditmaal viel me op dat Van den Bergh wel erg vaak een heldenrol voor zichzelf reserveert. Door een sporter in moeilijkheden op het juiste moment iets aan te reiken — een bekertje cider, de aanwijzing om op klinkers te gaan fietsen, in plaats van op het fietspad te blijven — overkwam deze atleet zijn inzinking. Waarop de zegepraal volgde.

Nu denk ik nog altijd dat sportpsychologie, net als de hele psychologie, een relatief onderontwikkelde wetenschap is. Zeker in vergelijking tot de kennis die bestaat over hoe iemand fysiek beter kan worden. En te vaak ook heb ik trainers horen zeggen dat instelling uiteindelijk het verschil maakt in de wedstrijd.

Dus mag ik eigenlijk niet lachen over de wonderen die Van den Bergh beschreef. Over de mirakels waardoor grote sportmensen zich extra onderscheiden van de doorsnee bevolking.

Maar sprookjesboeken zijn het wel die hij schreef. En het is heel begrijpelijk dat alleen daarom al Mysterieuze krachten in de sport en Te midden der kampioenen voorlopig herdrukt blijven worden, van tijd tot tijd.

Joris van den Bergh, Mysterieuze krachten in de sport
210 pagina’s
Villa 1983, oospronkelijk 1941

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

runge j h c.  op 6 juni 2012 @ 13:41:43

is het boek ‘te midden der kampioenen’ nog ergens te koop?
gaarne reactie.

boeklog.info  op 6 juni 2012 @ 15:11:58

Het staat online, bij de dbnl.org. Anders: boekwinkeltjes.nl, nl.bol.com etc..