Persconferentie ~ Simon Vestdijk

► door: A.IJ. van den Berg

Simon Vestdijk [1898 – 1971] leed zijn leven lang aan ‘endogene depressies’ — wat zo veel inhoudt dat het probleem telkens ineens vanzelf opkwam. Hij maakte nog net de introductie mee van de chemische tovermiddelen uit de psychofarmaca. De laatste depressie van zijn leven in 1969 schijnt met pillen te zijn verdwenen. Daarna bleek zijn hele gezondheid onmogelijk slecht te zijn geworden, en stierf hij kort daarop.

Tot dan had hij alle soorten behandelingen ondergaan die de medische stand maar beschikbaar had. Tot en met elektroshocks aan toe – waardoor hij zijn geheugen verloor, en in eigen huis niet eens de w.c. meer kon vinden.

Met zijn geheugen kwam ook de depressie terug.

Dit nare gegeven blijkt uit een brief die Vestdijk schreef aan zijn uitgever Geert Lubberhuizen; die is opgenomen achter in de roman De persconferentie.

Met deze autobiografische roman had de schrijver waarschijnlijk toch eens willen opschrijven wat hem aan behandelingen overkomen was, en hoe nutteloos zijn lijden daardoor telkens had uitgepakt.

Alleen staat in De persconferentie nog geen week aan oorspronkelijk werk. Zes dagen aan schrijven biedt het boek, zonder correcties, plus die brief met de plannen aan de uitgever, en een toelichting door de weduwe Vestdijk.

Inhoudelijk loopt de tekst tot rond Vestdijk’s achttiende jaar. Als hij de eerste periode van depressie al heeft doorgemaakt, in het jaar daarvoor.

Hij meende daarbij dat er een directe aanleiding lag voor zijn lot. De meid, die hij wel leuk vond, had hem op de plee zien zitten omdat hij de deur niet op het haakje had gedaan.

Ook de eerste geneesheren zijn nog opgevoerd. Waarbij de eerste behandeling uit de nuttige raad bestond dat Simon Vestdijk goed moest eten, en vooral diende te gaan wandelen.

Latere therapieën waren een stuk schadelijker, zoals uit de brief aan Lubberhuizen blijkt. Waarbij waarschijnlijk niet hielp dat Vestdijk was opgeleid tot arts, en alleen daardoor al geen makkelijke patiënt was.

En dan is het spijtig dat er niet meer was aan manuscript. Alleen kan ik ook vrij goed voorspellen wat mijn reactie was geweest op een hele roman. Vestdijk had zijn grondige kennis van Freud en diens redeneertrant waarschijnlijk onmogelijk kunnen loslaten in het boek. Waardoor ik zowel de behandelmethoden van de artsen tegen depressie als zijn eigen ideeën over het probleem als iets schrikbarend middeleeuws had bekeken — nog afgezien van mijn bezwaren tegen de krullendraaierij in zijn schrijven.

Maar, er is mensen een hoop leed aangedaan, omdat artsen van alle soort altijd menen te moeten ingrijpen.

S. Vestdijk, De persconferentie
79 pagina’s
De Bezige Bij, 1975

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

w van walstijn  op 26 maart 2013 @ 13:13:34

Kennelijk bent u niet op de hoogte dat Vestdijk zich ‘van de redeneertrant van Freud’ en van diens psychoanalyse al lang had gedistantieerd. Ook schrijft Vestdijk laatdunkend over de electroshocks en de slaapkuur die prof Rümke hem liet ondergaan. Vestdijk zelf is altijd van mening geweest dat het ‘een kwestie van de stofwisseling’was. Laat ik nou onlangs een bericht in de krant hebben gelezen dat er weer opnieuw in die richting wordt gezocht!

boeklog.info  op 26 maart 2013 @ 13:23:09

Ik heb me voor die uitspraak gebaseerd op wat Vestdijk schreef in Het wezen van de angst, uit 1968 — ofwel een jaar voor het werk aan De persconferentie.

Ook al is dat in oorsprong een oudere tekst, dat boek samen met de nadruk in De persconferentie op die plee-scène met de meid, en de enorme schaamte daarvan het gevolg, staat voor mij haaks op wat hij daarbuiten gezegd moge hebben.

Maar dank voor uw aanvulling/verbetering.