Viceroy of Ouidah ~ Bruce Chatwin

► door: A.IJ. van den Berg

Andermans meningen over een boek interesseren me lang niet altijd. Al helemaal niet als ik dat boek gelezen heb, en er een stevige eigen opinie over vormde.

Maar na The Viceroy of Ouidah was ik voor de verandering wel benieuwd hoe anderen deze historische roman hebben gezien. Het boek biedt namelijk plaatselijk opvallend schrijfvuurwerk; genoeg wellicht om het geheel daardoor als geniaal te zien. Tegelijkertijd vond ik dat Bruce Chatwin zich wat makkelijk van het boek heeft afgemaakt. Werkelijk niets werd uitgewerkt in de roman.

Tegelijk maakte die beknoptheid, tezamen met de exotische locaties, en elementen als het terloopse maar o zo gruwelijke geweld, dat The Viceroy of Ouidah leest als een soort sprookje. Een oertekst. Alleen dan wel voor grote mensen.

En inderdaad bestrijken de oordelen die ik van anderen las het hele mogelijke spectrum, van ‘meesterwerk’ tot ‘een rococo-schepping van suikerspin’.

Ouidah is tegenwoordig een havenstad in Benin. Ooit was het een belangrijk exportcentrum voor slaven. Benin en Togo waren toen nog geen landen, maar heetten slechts ‘de Slavenkust’.

In de kern vertelt de roman tamelijk losstaande scènes uit het leven van de Braziliaanse avonturier Francisco Manuel da Silva. Deze trok begin negentiende eeuw naar Ouidah/Wydah; om daar de slavenuitvoer naar zijn geboorteland weer op gang te brengen.

Hiertoe moest hij onder meer de medewerking krijgen van de belangrijkste lokale stam.

En wat de roman zo matig maakt, voor mij, is dat bijvoorbeeld dan wel beschreven staat hoe Da Silva een bloedbroeder van de negerkoning daar wordt, maar die connectie er wat merkwaardig ineens is.

Chatwin suggereerde namelijk vooral van alles. Zoals dat de avonturier voor zijn status profijt had van zijn witte huid — omdat de duivel in het plaatselijke geloof ook wit zou zijn.

Goed, er is avontuur in het boek. En Da Silva verwekte tientallen nakomelingen bij reeksen vrouwen, dus dat element heeft de roman ook. Verder werden slaven niet zachtzinnig geworven — de uitgave bevat impliciet nogal wat gruwelijkheden.

Mij dwong het boek tot langzaam lezen, door de geconcentreerde tekst. Maar ook doordat Chatwin vrij bepalende informatie nogal terloops placht te geven.

En ik kan bewonderen hoe veel de auteur de lezer telkens laat vermoeden door slechts enkele details van iets te geven voor het lopende verhaal. Alleen ontbrak er dus ook wel wat. De saaie stukken in het verhaal lijken te zijn overgeslagen — alleen wordt een climax nu net nooit een bijzonder hoogtepunt als de aanloop geen betekenis heeft.

En wat de beschrijvingen aan taaloverdaad bieden, stond me te vaak te los van de verhaallijn.

Chatwin was verder erg hartvochtig in dit boek. En daar stond niets tegenover aan empathie, laat staan liefde.

Bruce Chatwin, The Viceroy of Ouidah
101 pagina’s
Vintage, oorspronkelijk 1980

[x]opgenomen in het dossier: