In Patagonia ~ Bruce Chatwin
Zes maanden zwierf Bruce Chatwin rond in Patagonië — dat uiteinde van de wereld. Midden jaren 70. En een kleine honderd verhalen leverde dit op. Samengebald in éen boek. Zijn debuut. Zijn onmiddellijke doorbraak.

In Patagonia is ook een wonderbaarlijk rijk mozaïek van een boek. Zo rijk zelfs dat halverwege vanzelf de Bryson-bedenking bij me opkwam.
Bill Bryson heeft namelijk ook verschillende reisboeken geschreven. En hem viel het onderweg zwaar om echt contact te krijgen met de mensen die hij ontmoette. Aanspraak genoeg. Maar dat leidde vooral tot oppervlakkig geleuter. Terwijl Bryson aan de reisboeken van Paul Theroux bijvoorbeeld opviel dat deze onderweg telkens wijze oude mannen ontmoette. En dat die dan echt wat te zeggen hadden.
Speelt bij Bruce Chatwin [1940 — 1989] ook nog mee dat hij een minimalist was. Slechts Galeano heeft doorgaans nog minder woorden nodig dan hij. Vergeleken met hen zijn de meeste schrijvers oeverloze ouwehoeren.
In een hoofdstukje van anderhalve pagina van dit boek kan rustig even een heel leven worden opgetekend. Want de nadruk ligt bij Chatwin op de bewoners; door hun geschiedenissen krijgt het gebied reliëf.
Maar, omdat het leven in Patagonië niet altijd simpel was, zo niet behoorlijk elementair, zijn die levensverhalen vaak verhalen vol strijd. Opvallend is ook dat Chatwin bijna steeds met emigranten praat, of hun kinderen, die van elders kwamen om in het uiterste zuiden van Zuid-Amerika de leegte op te vullen.
En mijn bedenking werd dus: dat iemand onderweg éen twee keer iemand ontmoet die spontaan vertelt over de moeilijkheden van zijn of haar leven kan best. Zelfs ik heb in de trein aanspraak van zulke typstra’s; hoe stuurs ik doorgaans ook kijk. Maar zestig van zulke ontmoetingen in korte tijd? Elke paar dagen éen?
Chatwin wijdde ook pas vanaf hoofdstuk 37 woorden aan hoe hij rondreisde — wat dan vaak per bus is. Soms liftte hij, als dat niet ander kon. Al kan best dat hij slechts aandacht geeft aan een lift als die een verhaal opleverde. En daardoor valt op dat In Patagonia ontbeert wat alle andere reisboeken standaard bieden. Er is geen kaartje van de tocht. Doordat de meeste verplaatsingen genegeerd zijn, ontbreekt alle idee over afstand in het boek.
Terwijl Patagonië mij nu juist een oneindig uitgestrekte uithoek lijkt.
Dat het er altijd enorm waait, is bijvoorbeeld een standaardklacht bij wereldfietsers. Bruce Chatwin noemt dit detail niet eens.
Later is Chatwin’s weergave van gebeurtenissen ook ontkracht door enkele mensen die hij geportretteerd heeft. Misschien is het daarom veiliger om In Patagonia als zijn eerste roman te zien, en niet als een reisboek.
Niet uit te sluiten lijkt me dat In Patagonia een reisboek is zoals Marco Polo schreef; hoogstens voor een deel voortkomend uit eigen ervaring; zwaar leunend op wat anderen hadden meegemaakt, of doorvertelden uit tweede hand. Chatwin is ook niet in zijn eerste leugen gestikt. Toen hij stierf aan AIDS kwam dat als een schok; waar de uitleg eerder dat zijn slechte gezondheid kwam door een zeldzame zwammeninfectie opgelopen in China nu juist wel plausibel was.
Maar wat een rijk en gecomprimeerd boek ondertussen. Toch. Ondanks alle bedenkingen.
De aanmerkingen ontstonden ook pas op het moment van dit schrijven.
[ is vervolgd ]
Bruce Chatwin, In Patagonia
288 pagina’s
Vintage 1998, oorspronkelijk 1977
[x]opgenomen in het dossier: mooie kaften
Hans Valk op 20 mei 2013 @ 12:22:05
‘In Patagonia’ wordt in Nederland inderdaad nog altijd als de heilige graal van de reisliteratuur beschouwd.
Je geeft in je stukje al aan dat Chatwin’s reputatie sinds het verschijnen van het boek wat deuken heeft opgelopen. Vooral in de Angelsaksische landen. De grens tussen werkelijkheid en verdichtsel was bij Chatwin nogal vaag.
Zelf vind ik de structuur van ‘In Patagonia’ de zwakste kant van het boek, naast het feit dat er soms ook sprake is van effectbejag.
Ik noem één voorbeeld.
De meeste mensen weten wel dat Argentinië één van de wijkplaatsen was voor Nazi’s die aan het eind van de tweede wereldoorlog uit Europa wisten te ontsnappen. Ook Bruce Chatwin wilde dit kennelijk nog even meenemen in zijn verhaal.
In hoofdstukje 96 wordt ineens, out of the blue, Walter Rauff genoemd. De uitvinder van de ‘Mobile Gas Truck’, de voorloper van de gaskamers zoals ze in Auschwitz werden gebouwd. Het is een kort stukje, met dramatische verwijzingen naar het Duitse ‘Waldgefühl’ en Duitse ‘Lieder’. Op zich mooi geschreven, maar verder volledig losgezongen van de context van het boek.
Heeft Chatwin Rauff ontmoet? Hoe ging dat in z’n werk? Wat hebben ze eventueel uitgewisseld? Daarover zwijgt hij in alle talen.
Met alles wat er in latere jaren over Chatwin bekend is geworden, rijst er een vermoeden over hoe deze vork in de steel zat. Het vermoeden dat Chatwin een buitengewoon luie reisboekenschrijver was.
Van Chatwin las ik in een grijs verleden ook ‘The Songlines’ wat ik een uitgesproken zwak boek vond, nog veel luier geschreven dan ‘In Patagonia’ en met een quasi-filosofisch/wetenschappelijke teneur.
Chatwin haalt het wat mij betreft niet bij een schrijver als Jonathan Raban, wiens reisboeken vele malen rijker en consistenter zijn dan die van Chatwin.