On the Black Hill ~ Bruce Chatwin

► door: A.IJ. van den Berg

Is het mogelijk een boerenroman te schrijven met een blijvende relevantie? Die kwestie werd in Friesland ineens weer actueel — en daar weet menigeen zeker van niet.

Ik meen nog altijd dat alle romans allereerst streekromans zijn. En ook dat het hele leven net zo goed te beschrijven is van een boerenerf als door dat te situeren in een hoofdstedelijk café gefrequenteerd door kunstenaars en intellectuelen. Genre noch locatie zegt automatisch iets over de kwaliteit van een roman; of de daarin verkende ideeën.

On the Black Hill speelt zich af in het rurale Wales, en is daarmee Bruce Chatwin’s boerenroman. Van alle Chatwins beviel deze mij altijd het minst. En dat was niet door de locatie, of doordat de auteur poogde ruim tachtig jaar vast te leggen uit het leven van een tweeling die amper van hun erf afkwamen. Er klopte simpelweg iets niet aan de maat van het boek.

En herlezing bevestigde dat allereerste oordeel. De kwaliteitsverschillen tussen de hoofdstukken vond ik nogal groot. Het boek is te onevenwichtig.

Er staan werkelijk briljante passages in de roman. Als Chatwin met zeer minimale middelen een drama oproept, en binnen enkele pagina’s ook alweer afrondt.

Zo wordt tijdens de Grote Oorlog de ene tweelingbroer vrijgesteld van militaire dienst — omdat hun vader dit zo geregeld had – terwijl de andere wel het leger in moet. Tegen diens wil. Wat al binnen een maand gruwelijke problemen oplevert.

Chatwin’s kon in zijn eeuwige minimalisme op zulke momenten een groot verhaal vertellen, terwijl hij toch weinig meer deed dan suggereren.

Maar het boek telt nogal wat momenten dat er geen uitzonderlijk drama uit te spelen was, en er niemand stierf of leed. Dan moest het verhaal telkens reeksen aan jaren overbruggen. En dan wordt On the Black Hill gewoon vervelend. De tweeling is hun hele leven gevolgd. En ze worden nogal oud. Toch bleven het vreemden voor me. Doordat de schrijver ze maar een beperkt aantal handelingen laat verrichten. De personages ontwikkelen zich niet.

Van Chatwin leerde ik ondertussen niet eens wat de boerderij van de tweeling voor een bedrijf was. Behalve dan dat het winstgevend was, en dat hij vertelde hoe de tweeling als jongetjes meehielpen wanneer de ooien lammeren moesten.

En dat is nu net een cliché. Over Wales. Waar de mannen mannen zijn, en de schapen schichtig.

Het boek gaf me kortom wat weinig om me te boeien – op een pakkend passage hier en daar na. Waardoor ik van de weeromstuit ging interpreteren, en Chatwin’s biografie naast de tekst legde. Was On the Black Hill een meditatie over verstilling; een verkenning van hoe heel het leven zich elders afspeelt als jij het verdomt van je plaats af te komen? Terwijl die ontwikkelingen elders toch altijd invloed krijgen op jouw leven?

Wat wilde hij met dit boek? Ons allen tot die tweeling maken, die eens hun ouders dood waren, op dezelfde wijze bleven verder leven?

Maar wellicht zoek ik het al te ver. Chatwin groeide op nabij de streek die hij beschreef in de roman. In de tekst schijnt nogal wat aan lokale roddel en geschiedenis verwerkt te zijn. Daarmee zal hij misschien gedacht hebben al een heel aardig boek te hebben gehad.

Bruce Chatwin, On the Black Hill
262 pagina’s
Vintage Classics, oorspronkelijk 1982

[x]opgenomen in het dossier: