Ontmoeting ~ Milan Kundera

► door: A.IJ. van den Berg

Hoe kan het dat de terloopse opmerkingen van de ene schrijver over de roman me heel wat zeggen. Terwijl een hele reeks van Nederlandse auteurs die expliciet over de romankunst gaat enkel kritiek opriep bij mij?

De bundel Een ontmoeting van Milan Kundera maakt een veel meer samengeraapte indruk dan zijn andere drie essayverzamelingen. De meeste teksten in dit boek zijn namelijk aanzienlijk korter dan die in de eerdere uitgaven. Gaan ook over een heel breed palet aan boeken. Zo’n brede verzameling is dit zelfs dat veel stukken me in opdracht geschreven lijken te zijn voor een krant of tijdschrift.

In deze Nederlandse uitgave is ook een bespreking opgenomen van Hermans’ Donkere kamer van Damocles die in de Franse oeruitgave ontbreekt.

Toch maakte dat mengelmoesje me niet uit, en las ik met plezier.

Sterker nog. Ik zag in een groot aantal van de korte essays haast een sjabloon terug van wat boeklog had moeten zijn — ware dit voorbeeld er eerder geweest. Want weliswaar bespreekt Kundera telkens een boek, of een auteur, echte recensies worden deze stukken nooit. Hij behandelt doorgaans enkel een element dat hem opviel. Het is kortom zijn persoonlijkheid die deze teksten allereerst kleurde.

Zo schrijft hij bij Honderd jaar eenzaamheid:

[…] de hoofdpersonen van grote romans zijn kinderloos. Amper één procent van de bevolking is kinderloos, maar minstens vijftig procent van de grote romanpersonages verlaat de roman zonder zich te hebben voortgeplant. […] Die onvruchtbaarheid is geen bewuste keus van de romanciers; ze vloeit voort uit de geest van de romankunst (of het onderbewuste van die kunst), die afkerig is van voortplanting.

De roman is ontstaan met de moderne tijd, die van het individu ‘het enige ware subjectum,’ de basis van alles heeft gemaakt, om met Heidegger te spreken. […] [476]

Afgezien van de vraag of het waar is wat Kundera stelt, zette hij me zulke statements in elk geval tot nadenken aan.

Ook al omdat zo’n gedachte dan moet worden aangetekend voor mijn ideeën over de geschiedenis van het ik.

Elders schrijft Kundera wel verontwaardiging te ontmoeten voor een schanddaad — een massamoord op een bevolking — terwijl de echte schanddaad toch is dat zo’n zelfde moord ook al eens een eeuw eerder plaatsvond. En die herhaling het drama nog zo veel gruwelijker maakt; omdat die nu mede gekleurd wordt door de selectieve verontwaardiging van het moment, en het bijbehorende geheugenverlies.

Toch zijn dit telkens terloopse opmerkingen, als confetti door de teksten gestrooid, die het doen; ging het me niet eens de hoofdzaak van Kundera’s woorden.

Maar, zo moet het blijkbaar. Want voor een ervaren lezer, zoals ik waarschijnlijk ben, bestaan nogal wat teksten uit grotendeels verplichte vulling. Een noodzakelijk deeg om de krenten.

Punt wordt dan dat zo veel auteurs al moeite hebben om een beetje smaak te krijgen aan dat deeg.

Milan Kundera, Een ontmoeting
Essays

pagina’s 445 – 595
© 2009
in: Milan Kundera, Over de romankunst
verzamelde essays

bezorgd door Martin de Haan
595 pagina’s
Ambo, 2012

[x]