Eerste licht boven de stad ~ Thomas Verbogt

► door: A.IJ. van den Berg

Toen ik Lelystad boeklogde, van Joris van Casteren, was mijn verzuchting daarbij graag meer boeken te willen lezen waarin een stad zo duidelijk ook een personage is. En liefst dan natuurlijk een stad die ik niet heel goed ken.

Zo veel auteurs kozen al Amsterdam als decor dat deze plaats daardoor tot een literair cliché is geworden.

Het eerste licht boven de stad is een boek waarin Nijmegen nogal nadrukkelijk voorkomt. En alleen dat al maakt het bijzonder — ware het niet dat Nijmegen een studentenstad is, om de universiteit, die van rondom volk trekt; waarvan dan een deel ook nog eens schrijver wil worden.

De Nijmeegse universiteit is in deze uitgave daarmee eerder dat extra personage dan de stad.

Boeken waarin niet de studietijd maar de jongste jeugd van de schrijver in Nijmegen voorkomt, zullen er veel minder zijn.

Het eerste licht boven de stad biedt een opvallend tweeluik. In het eerste deel van het boek schrijft Thomas Verbogt herinneringen op aan zijn vriend Frans Kusters [1949 — 2012]. De tweede helft biedt een bloemlezing uit verhalen en columns van Kusters zelf — die opvallend anders waren dan de verhalen die ik eerder van hem las.

Dat portret van Kusters vond ik een opvallend genoeg een typische mannenvriendschap tonen — hoe liefdevol deze herinneringen verder ook zijn opgeschreven. Verbogt verzwijgt nogal wat over zijn vriend. Hij vertelt een heleboel niet dat elke biograaf wel belangrijk zou vinden om te noemen. Misschien omdat hij zulke details uit Kusters’ leven niet kende; wellicht ook omdat beide er simpelweg nooit over gepraat hebben. Hoe veel zij verder ook praatten.

Hun vriendschap moet zeker in het begin bekrachtigd zijn op het gezamenlijk dingen doen, en de plannen die zij maakten. En de herinneringen daaraan zijn nu juist wel heel belangrijk.

De bloemlezing uit Kusters’ verhalen smaakte onmiddellijk naar meer. Om de onderkoelde humor bijvoorbeeld. Daar waar een eerste kennismaking met zijn werk die reactie niet opriep; misschien omdat de verhalen in Het milde systeem bewust ongrijpbaar waren gemaakt.

Ik kwam ook niets tegen dat ik al kende. Verbogt koos uit slechts drie bundels: De reis naar Brabant [1975], Scherven [2007], en Paarse dingen [2009]. En er zijn er nog meer. Er is zelfs een roman.

Waarschijnlijk zal een groot deel van de opgenomen verhalen gekozen zijn om het autobiografische gehalte — want Nijmegen is vaak het vanzelfsprekende decor, en de faculteit Rechten aan de universiteit daar in het bijzonder.

En ik merkte dat mijn plezier met de inhoud me welhaast tot een keuze dwong. Er is dus nog een ‘minor writer’ met een heel oeuvre te ontdekken, waarvan het moeite kosten zal de juiste boeken te pakken te krijgen.

Thomas Verbogt, Het eerste licht boven de stad
Herinneringen aan Frans Kusters
en een keuze uit de verhalen

269 pagina’s
De Bezige Bij, 2013

[x]