Schrijven is ritme ~ Thomas Verbogt

► door: A.IJ. van den Berg

Ooit las ik bij Kurt Vonnegut het idee dat verhalen, romans, als mechaniekjes in elkaar te zetten waren. Als het om de vorm gaat tenminste; de taal is nogal iets anders. Om dit effect te krijgen, doe je zo en zo. Eerst dit, en dan dat. Vonnegut’s mededeling was verrassend, in eerste instantie. Later werd het ineens andersom; en vond ik mezelf dom die mechanica van het vertellen nooit zelf al zo ontleed te hebben uit al die boeken op mijn pad.

Websites als TV Tropes, de wiki over populaire cultuur, laten inmiddels ook zo duidelijk zien dat wel heel effecten in boeken, strips, films, en TV-series ondertussen overbekende effecten zijn geworden.

Vandaar dat ik al wat Nederlandse schrijvers te melden hadden in een essayreeks over de roman vaak zulk wezenloos gewauwel vond. Zij leken juist weer iets mythisch van fictie te willen maken — misschien om dat ze anders de status van het vak romanschrijver zouden hebben ondermijnd.

Wie jaren van zijn of haar leven besteedt uit het schrijven van een boek moet aan zo’n inspanning ook wel betekenis geven. Er is niet zo maar iets verricht. Zij schiepen cultuur, schijnbaar uit het niets.

Terwijl alle mogelijke verhalen al millennia bekend zijn, en hoogstens de hedendaagse variaties daarop nog altijd niet.

Schrijven is ritme van Thomas Verbogt is een boek uit een reeks die Schrijfbibliotheek heet. Deze biedt handreikingen aan het kleine miljoen Nederlanders dat naar verluid bezig zou zijn met een roman. Eerder las ik uit de serie twee boeken van Jan Brokken.

Verbogt’s boek intrigeerde me, omdat ik uit mijzelf nogal snel lees; wat alleen kan doordat zinnen niet woord voor woord worden uitgespeld. Ik neem doorgaans hele paragrafen in éen keer op, en focus daarbij allereerst op inhoud. Het talige aspect van een tekst, zoals het ritme daarvan in de zinnen, of de verteldynamiek, vallen me dus niet als eerste op; als dat al gebeurt.

Het is een teken van kwaliteit als een schrijver me een leestempo opdringt.

Vooraf aan het lezen van Schrijven is ritme kende ik ook hoogstens bewust de truc dat prozaschrijvers hun behoorlijk behoorlijk kunnen versnellen en vertragen als zij dat willen. Alleen zie ik dit al even als het grote verschil tussen een roman en een speelfilm; een schrijver kan heel wat vervelende stukken verhaal over slaan, of slim enkel suggereren.

En het kan zijn dat de onlangs overleden scenarioschrijver William Goldman me daar op wees; het kan wezen dat ik zulke dingen toch wel zelf heb ontdekt. Eenmaal met een verschijnsel bekend lijkt het ook net of die wetenschap je altijd al eigen was.

Thomas Verbogt had een goede hand van voorbeelden kiezen voor Schrijven is ritme. En het boek bevat daar veel van. Zijn toelichting op wat de schrijver doet in de gekozen fragmenten werd daarmee al bijna overbodig. Er moest iets opvallends te zien zijn in de citaten, en dus is dat daarop ook zichtbaar.

Grootste verdienste van dit boek is dat voor even de verschillende soorten ritme en dynamiek van een tekst gescheiden werden — of het daarbij nu om proza gaat of de dialoog van toneel.

Ritme op zinsniveau is dan éen ding, vertelritme alweer iets anders. Elk tijdperk heeft zijn eigen tempo van vertellen; en eigen onderwerpen ook daarbij. Hoe lang de fragmenten moeten zijn in een roman vraagt om keuzes.

scheiding

Norman Mailer zei eens dat de spanning, dus ook het ritme, van een zin goed is als je geen enkel woord kunt veranderen. Dat is waar. Of het altijd waar is, weet ik niet, maar dat weet ik nooit wanneer het om waarheden gaat.

scheiding

Moest ik wel toegeven dit boek ook gelezen te hebben als een soort check. Mijn grootste probleem bij het lezen van hedendaags proza, helemaal bij Nederlandse auteurs, is de ergernis over de ontstellende traagheid waarmee hun verhalen zich zo vaak ontvouwen. En die moeilijkheid zal best allereerst komen omdat het mij zo zeer om inhoud gaat. Ik wil verrast worden; en dan komt er doorgaans te lang niets. En is het er eenmaal, dan blijkt het doorgaans van luttel belang te zijn.

Misschien, wellicht, mogelijk, mistte ik wel iets heel fundamenteels door de manier van lezen mijzelf aangeleerd, al heel lang geleden. Iets zo voor-de-hand-liggends dat het me daarom altijd ontgaan was. Maar nee, dat lijkt me nu niet meer.

Thomas Verbogt, Schrijven is ritme
Over de dynamiek van tekst

86 pagina’s
Augustus, 2007

[x]