Op weg naar het einde ~ Gerard Reve

► door: A.IJ. van den Berg

Moest ik éen voor mij eeuwig houdbare tekst kiezen uit het oeuvre van Gerard Reve, dan staat die in de bundel Op weg naar het einde.

Dat boek opent met zijn ‘Reisbrief uit Edinburgh’, waarin Reve mopperend verslag doet van zijn bezoek aan een PEN-congres, met tal van onderwerpen die momenteel nog weer geagendeerd zouden worden.

Het onderwerp van vandaag is The Novel Today. Nauwelijks een onderwerp, maar eerder een bodemloze put. […]

En wat die ‘Reisbrief uit Edinburgh’ dan zo goed maakt, behalve de humor, is de relatieve strakheid, en dat er actie in zit. De schrijver moest telkens ergens heen, en dat dwong hem dan te reageren. De andere vijf ‘brieven’ in deze bundel missen die beweging nu net. Dat zijn vrijwel steeds betogen, en daarmee zo veel statischer verhandelingen; die hun doel bovendien via grote omwegen proberen te bereiken.

Enfin, ik schreef op boeklog vaker dat mijn bewondering uitgaat naar schrijvers die kunnen laten zien dat het leven vol merkwaardige toneelstukjes zit, waaraan de meeste mensen zonder bijgedachten meedoen.

‘De brief uit Amsterdam’ gaat overigens nog over een feestje in Villa Jagtlust, bij Fritzi ten Harmsen van der Beek, tijdens de poolwinter van 1963; als Reve de volgende dag katerig door de kou op de brommer naar huis rijdt, en onderweg een dode haas vindt. Alleen is zelfs die brief éen en al uitweiding.

Herlezing bracht me weinig meer dan de bevestiging dat enkel de eerste vijftig pagina’s van dit boek me echt plezier brengen. Al las ik ditmaal ook de ‘Brief uit schrijversland’ met grotere belangstelling als normaal — mede door de zo slechte ervaring met de recente boeken van het voormalige echtpaar Atte Jongstra en Ingrid Hoogervorst; omdat deze daarbij voor het schrijven gesubsidieerd werden.

Reve meent in zijn brief nog dat alle auteurs subsidie verdienen — er was in die dagen een schrijversprotest om zulks te bewerkstelligen. Weliswaar zullen daardoor meer mensen gaan schrijven, maar daardoor kregen de uitgevers meer keuze, en zou het niveau van de Nederlandse literatuur toenemen.

Deze stellingname is heel mooi vanwege het simplisme; bovendien was er toen niets. En hij kon ook niet voorzien dat het drukken van boeken ooit aanzienlijk goedkoper zou worden — zelfs al had hij een grafisch vakdiploma — en dat uitgevers later veel te veel boeken zouden gaan uitgeven. Dus van de weeromstuit lijkt Reve nu wat naïef.

Literair-historisch dien ik overigens nog de verplichte opmerking te maken dat Gerard Reve in Op weg naar het einde zijn ‘coming out’ had. En dat de reisbrieven in het boek een nieuwe fase in zijn schrijversschap inluiden — dit zelfs ondanks dat de inhoud vrij toevallig tot stand was gekomen. Het tijdschrift Tirade moest kopij. En uitgever Van Oorschot wilde best voor bijdragen betalen. Dat de losweg geschreven ‘brieven’ enige literaire merites zouden hebben, had Gerard Reve aanvankelijk ook helemaal niet door. Hij was allang blij een blokkade overwonnen te hebben.

Boeiend zijn zulke details bij het lezen evenwel niet.

Gerard Reve, Op weg naar het einde
183 pagina’s
L.J. Veen, oorspronkelijk 1963

[x]