Organized Mind ~ Daniel Levitin

► door: A.IJ. van den Berg

Stadsbewoners zijn dom. Relatief gesproken.

In Nederland staan weliswaar de universiteiten allemaal in steden, op de TU Twente na. En ook zijn de meeste banen voor de hoger opgeleiden in een stad te vinden. Mag zelfs bekend worden verondersteld dat de plattelandsbevolking vrijwel overal ouder en conservatiever is dan gemiddeld in het land; en bovendien minder goed geschoold. En toch zijn stadsbewoners dom, als het aankomt op hun potentiële denkkracht.

Hun woonomgeving alleen zorgt domweg al voor veel meer stress dan een heikneuter zal hebben. En zulke overlast kost ze energie en daarmee intelligentie, zo is herhaald aangetoond.

Daniel Levitin negeert dit vrij basale punt in The Organized Mind; terwijl dat boek er toch over gaat wat iemand doen kan om helder te blijven in deze tijden van mateloze informatiestromen. Wat verder geen kritiek is op het boek; hij koos domweg andere voorbeelden die precies dezelfde effecten tonen. Ofwel, er is nogal wat meer over dit onderwerp te zeggen dan deze uitgave doet.

Levitin’s voornaamste stelling in het boek luidt dat niemand over onbeperkte aandacht beschikt. Integendeel. Er zijn duidelijke limieten aan de hoeveelheid informatie die we op éenzelfde moment kunnen verwerken. Komt er dan nog meer, dan houden onze hersenen dit domweg uit ons bewustzijn weg.

De ondertitel van het boek belooft alleen ook dat het iedereen beter kan leren denken. In de inleiding kondigt de auteur zelfs gretig aan het over de eigenschappen van succesvolle mensen te zullen hebben; over wat zoal gemaakt heeft dat zij wel zo veel mogelijk ruis uit hun leven hebben weten te bannen. Opdat zij zich beter concentreren konden op wat er echt toe deed.

Daniel Levitin zal dit misschien gedaan hebben op verzoek van de uitgever; om het boek beter verkoopbaar te maken. Kwam deze titel bovendien het eerst uit in de VS — waar er zo’n enorm optimisme bestaat dat zelfhulpboeken werken. Alleen negeert de auteur daarmee tegelijk ook zo veel.

Toegegeven, een beschouwing over de maaltijddrank Soylent bijvoorbeeld hoeft niet per se te leiden tot een essay over de betekenis van het gezamenlijke eten van de prehistorie tot in het huidige tijdsgewricht. Maar vrijwel helemaal negeren dat er in alles doorgaans meer keuzevrijheid bestaat dan beseft, en dat keuzes daarom nogal wat zeggen, is ook weer zo iets.

Nu kleeft in deze uitgave te zeer dat die mikt op een doelgroep van mensen die de hele dag al naar schermen kijken, en graag willen weten hoe ze tegelijk daarbij toch een stuk productiever kunnen worden. Een Amerikaanse doelgroep vooral, gewend aan amper een week doorbetaalde vakantie per jaar.

Eindigt het boek zelfs met een hoofdstuk over dat zal vertellen wat we kinderen het best kunnen leren om zich staande te houden in informatiedrukke tijden.

Terwijl het eerste advies dat ik zou geven, op basis van dezelfde probleemstelling, simpelweg luidt: ken uzelve. Leer te onderscheiden wat er voor u toe doet, en wat u zoal van buiten wordt opgedrongen. Want hoezo mist u iets door bewust niet elke avond naar pratende hoofdjes te kijken op televisie?

Geef ik toe dat het pijnlijk kan worden als het pad naar zelfkennis tot de vraag leidt waarom u toch elke ochtend in de file naar kantoor zoudt rijden, waar uw collega’s u pesten?

En dus beloofden de titel en zulke hoofdstuktitels voor mij meer dan het boek uiteindelijk bracht. Ik ben er namelijk niet door op ideeën gebracht die mijn leven nog eens radicaal kunnen verbeteren. Het boek is ook te lang om in éen zitting gelezen te kunnen worden — dit alleen al vermindert de effectiviteit van deze uitgave behoorlijk.

Levitin noemt weliswaar vrij snel het mechanisme dat het onmogelijk is om aan alles evenveel aandacht te schenken. Wie elke dag zijn huis schoonmaakt en de ramen lapt, leeft in een heel schone woonomgeving. Alleen zal vrijwel niemand dit doen. De ramen worden van het voorjaar weleens weer gelapt hier, want dat ze een beetje vies zijn in de winter, maakt niet zo veel uit.

Maar ‘het is zo wel goed’ denken, of ‘dat maakt toch niet zoveel uit’, worden in Daniel Levitin’s visie dan ineens overlevingsstrategieën. Wat daarmee zowel de kracht van het boek aangeeft, als de zwakte. Hij benoemt nooit volstrekt nieuwe en onbekende verschijnselen, het is telkens zijn invalshoek waardoor iets dat de lezer allang weet toch nog op een vondst kan lijken.

Vat ik dit boek samen op basis van trefwoorden, dan leidt dat tot een tekst als: Vlot geschreven boek, voor een niet al te geïnformeerd Amerikaans publiek, over wat er allemaal op ons afkomt op een dag, en hoe wij daar beter op zouden kunnen reageren. De extra kwaliteit van de uitgave bestaat daarbij uit Levitin’s kennis over het hersenonderzoek — al wordt er nogal opzichtig geleund op kennis uit gedragsstudies door psychologen als Kahneman.

Alleen zet ik op boeklog liever geen teksten van éen enkele alinea, enkel bestaand uit een samenvatting in trefwoorden. Het schrijven van een verhaaltje hier, is voor mijzelf de verrijking die ik aanbreng in het lezen van een boek. Andere methoden om informatie te verwerken bestaan er ook. The Organized Mind toont daar enige van, zonder hierin uitputtend te zijn of volledig.

Daniel Levitin, The Organized Mind
Thinking Straight in the Age of Information Overload

497 pagina’s
Penguin Books 2015, oorspronkelijk 2014

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden