Ter navolging ~ Kees ’t Hart

► door: A.IJ. van den Berg

Twee tegengestelde oordelen hebben over een roman, op hetzelfde moment. Dat kan dus. Bijvoorbeeld omdat het niet lukte om zo’n boek in éen keer uit te lezen. En het je een volgende keer niet meer lukt om in dezelfde leesroes te komen als eerder.

Objectief is daarmee hoogstens over Ter navolging van Kees ’t Hart te zeggen dat deze roman te veel pagina’s telt.

Subjectief zijn er meerdere verhalen over deze uitgave te doen.

Aantrekkelijk was in eerste instantie vooral de enorme rijkdom van het boek.’t Hart vertelt er verschillende verhalen tegelijk in, en doet dat dan ook nog in heel diverse stemmen. Ter navolging is een brievenboek, met heel wat correspondenties tegelijk; waarin de lezer dus wel het hele verhaal krijgt, en de boekpersonages al die kennis niet bezitten.

Staan er ook nog romanfragmenten en onderzoekverslagen in van de jong gestorven vader van het belangrijkste personage. Plus vergaderingsnotulen, en dat soort teksten. Sms-jes niet te vergeten.

De schrijver zal er een enorm plezier in hebben gehad om telkens zo extreem van register te mogen veranderen. Tenminste, zo las ik dit boek in eerste instantie. Gegrepen door de rijkdom, en dan vooral door het gegeven dat een auteur toch werkelijk alles mag en kan in zijn tekst; hoewel slechts weinig schrijvers zich daartoe ook geroepen voelen.

Hoofdlijn in Ter navolging is het onderzoek van de jonge wetenschapper Vincent Gorter naar het netwerk van Betje Wolff en Aagje Deken. Dat zijn twee dames die eind achttiende eeuw het boek in het Nederlands schreven dat wordt gezien als de eerste roman in de taal.

Niet geheel toevallig was dat een brievenroman. De Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart.

Dingt Vincent Gorter met zijn onderzoek ook naar een aanstelling aan het prestigieuze Huizinga-Instituut. Waardoor ’t Hart tal van brieven kon opnemen die enkele hooggeleerde lieden met elkaar uitwisselenden over zijn kandidatuur en die van anderen; waarmee de auteur terloops een nogal vilein commentaar gaf op de mores aan de onderzoeksinstituten in Nederland. Eén van de brievenschrijvers was daarbij de mij niet geheel onbekende F.R. Ankersmit.

Ondertussen leefden Betje Wolff en Aagje Deken in roerige tijden, met een groeiende weerstand tegen de ongelijkheid, waaruit uiteindelijk de Bataafse Republiek zou voortkomen. Mede daarom bracht Kees ’t Hart als extra element in de roman in dat politiek commentaar indertijd gauw eens de vorm had van pornografie.

Waarop deze auteur dus ook het brave duo Wolff en Deken, waar nooit iets bijzonders over te melden viel, porno laat schrijven, en zelfs verkopen.

Zijn er nog tal van andere verhaallijntjes naast, waardoor ik in die eerste leesroes nog dacht: om alles mee te krijgen wat de schrijver in dit boek heeft gestopt, is wel heel wat belezendheid gewenst.

Maar, een groot tal van de precies dezelfde kwaliteiten van deze roman stoorden me toen ik het boek een volgende keer probeerde uit te krijgen. Want ineens leek ik een auteur te lezen die wel erg verliefd was op de eigen vondsten. Die van zijn jonge hoofdpersoon een wel heel veel tekst producerende onderzoeker had gemaakt. Toen was de roman ook zo uit, omdat ik drie vier keer sneller lezen ging. Wetende dat een terugkeer naar het paradijs voor altijd onmogelijk was geworden.

Is me bij die eerste kennismaking ongetwijfeld nog van alles ontgaan aan postmoderne ongein door de auteur ingebracht.

Kees ’t Hart, Ter navolging
439 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 2004

[x]