Chocolate and Cuckoo Clocks ~ Alan Coren

Tegenwoordig luister ik meer naar podcasts dan naar de radio. Slechts BBC Radio 4 zendt nog weleens programma’s uit die ik wil horen, en dan niet downloaden kan. Daaronder zijn een aantal humoristische panelshows.

En hoewel telkens dezelfde mensen in die programma’s optreden, zijn er veel onder hen die ik alleen ken van hun stem. Dat die stemmen nog een leven buiten dat programma hebben, is daarmee vreemd.

Alan Coren [1938 – 2007] was éen zo’n stem waarvan ik niets wist. Hem kende ik slechts van The News Quiz.

En dan blijkt hij nog altijd geroemd te worden als een geniaal humorist. Zelfs al heeft zijn succesvolste boek, The Collected Bulletins of Idi Amin, het probleem dat dit later onleesbaar werd, toen Amin geen leuke idioot bleek te zijn, maar een bijzonder wreed dictator.

Was er een dikke bloemlezing met Coren’s beste stukken. Waarin vele beroemde collega’s, zoals Clive James, Stephen Fry, en A.A. Gill, hem de hommage brengen om dat werk per decennium te introduceren.

Bleek alleen bij het lezen een probleem dat Coren zo geniaal was, dat er nauwelijks constanten in zijn werk waren te vinden. Steeds moest ik hem opnieuw leren lezen in dit boek. Soms bood het me enkele krantencolumns achter elkaar in een register dat ik waarderen kon, alleen volgde daarna steeds iets radicaal anders.

Daardoor is me nu zelfs onmogelijk aan te wijzen in welk tijdperk Coren de beste stukken schreef. Hoogstens is samenvattend te schrijven dat hij vaak een idee nam dat nog net aan de werkelijkheid raakte, en dit vervolgens tot in alle bizariteit uitwerkte.

Mijn favoriet in dit genre is de column ‘Southern Discomfort’. Waarin hij ontdekte dat er een grote markt was voor boeken die een klassiek boek opnieuw vertelden vanuit het perspectief van een ander personage. Ineens was Coren’s writer’s block weg. Prompt begint hij de mogelijkheden te wegen van welke boeken ook zo te herschrijven zijn.

Maar eigenlijk is de samenvatting van deze grap, en dus het idee, leuker dan de uitwerking ooit werd. Zoals ik dit nogal vaak moest constateren.

Als vindplaats voor ideeën is dit daarom een boek waar elke professionele columnist baat bij kan hebben.

Alleen weet ik dus even weinig van Alan Coren’s kwaliteiten als vooraf aan het lezen van dit boek. Behalve dan dat waarschijnlijk de moeite niet loont tijd in de exploratie van dat oeuvre te investeren.

Alan Coren, Chocolate and Cuckoo Clocks
The Essential Alan Coren

Edited and introduced by
Giles Coren and Victoria Coren
434 pagina’s
Canongate, 2008

Fry Chronicles ~ Stephen Fry

Fry heeft in zijn teksten nogal wat woorden nodig om iets te zeggen. Daardoor is hij meestal niet te lezen voor mij. Na een paar bladzijden met eindeloos proza dwalen de gedachten af. Terwijl op een ander moment, als er wel een klik is, ik dankbaar zijn vele zinnen tot mij neem.

Dus duurde het een tijd voor ik deze autobiografie las — terwijl het boek al heel lang in huis was.

The Fry Chronicles is een vervolg op Moab Is My Washpot — de autobiografie over zijn tienertijd. De periode dat hij onder meer creditcards stal, en in jeugddetentie belandde.

Te vermoeden is dat er nog vele delen autobiografie kunnen volgen. Want als The Fry Chronicles eindigt, zijn de jaren tachtig nog bezig. Stephen Fry heeft dan net zijn eerste lijntje cocaïne genomen. En meteen daarop nog maar éen.

Later wordt ontdekt dat veel van zijn ontspoorde gedrag te verklaren is uit een bipolaire stemmingsstoornis. Fry is manisch depressief. En heeft daar ook al eens een reeks TV-programma’s over gemaakt. Zodat bij het lezen van zjin autobiografieën altijd het merkwaardige effect optreedt dat de inhoud van alle pijnlijke bekentenissen allang bekend blijkt te zijn.

Dus wordt zo’n boek met memoires vooral aardig om de gewone dingen. Hoe het was om in Cambridge te studeren, bijvoorbeeld. En wat de auteur deed om hoge cijfers te halen.

En ook, hoe simpel het achteraf was om op TV te komen.

Het grote succes moest nog komen aan het einde van The Fry Chronicles; terwijl de schrijver dan al nooit meer financiële zorgen hoeft te hebben, door de inkomsten uit een musicalbewerking die hij schreef.

Van alles waar hij nu nog bekend om is, heeft Fry dan alleen nog maar meegedaan aan de tweede serie van Blackadder.

Schrijven over hoe het was om mee te werken aan comedyseries levert alleen niet heel interessant proza op. De humor in dit boek kwam van andere zaken. Ik moest ook maar éen keer echt lachen. Dat was toen Stephen Fry zijn eerste Apple MacIntosh kocht, voor veel geld, en daarmee een verslaving voor het leven opdeed.

Belde hij enthousiast zijn vriend Hugh Laurie op, die niets van de blijdschap begreep, en tijden dacht dat Fry in zijn idiotie een onbegrijpelijk dure regenjas gekocht had.

Stephen Fry, The Fry Chronicles
446 pagina’s
Penguin Books, 2010

Mrs Fry’s Diary ~ Mrs Stephen Fry

Edna is de toegewijde echtgenote van Stephen Fry, en de moeder van zijn diverse kinderen.

Zo luidt, in iets andere woorden, de beschijving die Mrs Stephen Fry van haarzelf geeft op Twitter. En dat was, aan het eind van de jaren ’00 van de eenentwintigste eeuw, een populair sociaal netwerk, waarop sommige leden elkaar met grote regelmaat informeerden over hun meest futiele bezigheden. Gelukkig hielden zij het daarbij kort. Een twitterbericht, ook wel tweet genaamd, telde hoogstens 140 tekens.

Eén van de meest bekende gebruikers van Twitter was lang Stephen Fry; die ook om vele andere redenen op faam kan bogen in het Verenigd Koninkrijk. Schrijver is hij, acteur, en een quizmaster die opmerkelijk genoeg de vragen begrijpt die hij stelt. Bovendien is Fry zeer aanwezig, naar het schijnt, in de Britse TV-reclame, en misschien slechts daarom nog net niet universeel geliefd. Naast al dit, is Fry van de herenliefde.

Stephen Fry heeft kortom zo’n status dat het grappig kan zijn om daar eens aan af te doen.

En de voornaamste grap van wat Mrs Stephen Fry schrijft, is dat de echtgenoot die zij kent toch echt een werkschuwe glazenwasser is. Die zes of zeven kinderen bij haar verwekte — ze kan zich niet herinneren ooit een tweeling te wereld te hebben gebracht — en die ’s avonds meestal in de pub zit, om Karaoke te zingen. [De echte Stephen Fry vindt natuurlijk van zichzelf dat hij totaal niet zingen kan; en doet dit dan ook liever niet.]

Nu gaf Mrs Stephen Fry vaak behoorlijk grappige commentaren op Twitter. Niet eens alleen over haar echtgenoot, maar ook over actuele zaken. Of als reactie op een televisieprogramma’s, op dat moment uitgezonden; een voorname functie van Twitter was namelijk om gezamenlijk TV te kijken.

Dan nog is het een risico om een boek als Mrs Fry’s Diary te bestellen. Want, hoe leuk kan een dagboek als dit zijn?

Bij het lezen bleek me dat het boek nog tamelijk goed in die grote Britse traditie te passen, van boeken waarin de hoofdpersoon zo veel minder weet dan de lezer. Diary of a Nobody is de klassieker in dat genre. Maar ook de hele reeks over Adrian Mole rust op precies dezelfde gimmick.

Enfin, dan zal dit boek niet zo’n tijdloze klassieker worden, omdat het zo voor een deel hangt op bekendheid met de eigenschappen van die ene beroemde Engelsman.

Maar waar ik toch wat voor vreesde kwam gelukkig niet uit. De beschrijving van het schaduwbestaan van Stephen Fry werd niet snel oudbakken. Edna bleek een behoorlijk asociaal gezin te hebben, wat natuurlijk deel van de satire is — Fry zal bij velen overkomen als een snob — maar op zichzelf weer voor voldoende extra humor zorgt.

In het boek ontwikkelt Stephen Fry zich tot taxichauffeur, wat dan verklaren kan waarom hij hele weekenden weg is. En zo zijn er telkens wel meer aanwijzingen dat Fry er inderdaad een schaduwbestaan op na kan houden, waarvan zijn naasten onkundig zijn.

Edna doet de vele tweets die Stephen Fry ondertussen wijdt aan zijn reizen hoofdschuddend af als fantasieën die haar man ontwikkeld heeft als compensatie voor zijn gebrek aan daadkracht.

En goed, hoewel sommige tweets online me meer overtuigd hebben van het humoristische talent van de maker(s), bracht Mrs Fry’s Diary behoorlijk wat vermaak. En dit zelfs op verschillende niveaus. Ik moest bijvoorbeeld hardop lachen om de excuses waarmee Edna’s cursus ‘creative writing’ telkens werd afgezegd:

February 8 Tuesday

Very disappointing. Creative writing class was cancelled again, due to it being a dark and stormy night.

Wel is de tekst van dit boek groot gezet, waardoor het nogal wat dikker lijkt dan het is.

Mrs Stephen Fry, Mrs Fry’s Diary
346 pagina’s
Hodder & Staughton, 2010

Ode Less Travelled ~ Stephen Fry

Stephen Fry schrijft ook gedichten. Alleen is de kans niet heel groot dat u of ik ooit éen vrij vers hem te lezen krijgen. Fry is zich maar al te zeer bewust dat zijn status als bekende Brit elke objectieve ontvangst van die poëzie in de weg staat.

Nu goed, er staan in dit boek wat voorbeelden van eigen hand als uitleg bij de verschillende versvormen. Maar Fry schrijft alleen gedichten voor zijn eigen plezier in de omgang met taal. En dit boek is vooral bedoeld om ook anderen dit plezier te laten leren kennen, en hen daartoe wat technieken aan te reiken.

The Ode Less Travelled – een melige woordspeling die bijvoorbeeld Wouter Bos pas sinds kort begrijpt – is een leerboek, met oefeningen aan het eind van elk hoofdstuk. En dus komen alle klassieke elementen uit ene leerboek over dichten langs, van alle soorten metrum, tot hoofdstukken over de verschillen die er bestaan in rijm. Verder is er wel heel ruime aandacht voor al die verschillende versvormen die er sinds lang bestaan; van de limerick tot de ballade, van het sonnet tot het achrostichon, en wat niet meer.

Niet al Fry’s opmerkingen daarbij zijn even interessant voor een Nederlandstalige lezer. Onze taal is het Engels niet; er gelden nogal wat andere wetten voor. In die zin is bijvoorbeeld Handboek voor plezierdichters | Versvormen. Leesbaar handboek van Drs. P. nuttiger, en minstens zo amusant.

Want, daar ging het mij natuurlijk om. Ik heb die uitleg over metrum en alles op de middelbare school al verteerd, en daar nooit iets mee gedaan. Ik ben op zijn best een amper begrijpende consument van gedichten, die van dichters en dit soort boeken vooral hoopt te leren waarom zo weinig poëzie er maar toe doet.

Als Fry iets meer essay in zijn boek had gestopt; en wat explicieter was geweest in zijn voor- en afkeuren – wat heel goed had gekund zonder daarmee tijdgenoten te beledigen – had ik dit een aardiger boek gevonden. Nu biedt The Ode Less Travelled weliswaar heel erg veel, maar nauwelijks materiaal waar ik op te wachten zat.

Stephen Fry, The Ode Less Travelled
Unlocking The Poet Within

357 pagina’s
Arrow Books 2007, oorspronkelijk 2005

Writers on Writing Volume II ~ Jane Smiley (intr.)

Een vervolg dwingt altijd tot directe vergelijking met het origineel. En dan moet gezegd dat deel éen van de bundel Writers on Writing meer interessante essays bevat dan deel twee.

Deels ligt dit aan de kwaliteit van de opgenomen auteurs. In deel twee staan wat minder grote namen dan de eerste oogst opleverde.

Deels komt dat ook omdat aardig wat auteurs ervoor kozen direct op de actualiteit van dat moment te reageren — ofwel een opinie over 9/11 te poneren — in plaats iets van een meer tijdloze aard te schrijven.

Maar misschien kwamen zulke verschuivingen gewoon omdat de essayreeks op een gegeven moment al geruime tijd bestond, en sommige deelnemers het idee moeten hebben gehad dat alles al eens eerder gezegd was over het vak.

Het succes van een reeks kan ook het einde van zo’n serie bespoedigen.

Citaten die ik desondanks bij het lezen aantekende zijn onder meer:

The unsuccessful novel reminds of a top that has been spinning for a while. One can see the chapters begin to wander in loose, uneven circles. Pacing grows shaky. Events are rushed through, so that they are a mere catalog of plot happenings, or scenes lose momentum as the narration gets snagged on an idea. Characterization becomes wobbly. Motives do not convince. Actions no longer reveal new dimensions of personality. Language falters. And finally the novel topples over into a contrives or commonplace ending and comes to a skittery halt.

Chitra Divakaruni
undefined

(I’m reminded of Randal Jarrell’s wry, nifty definition of a novel as “a prose narrative of some length that has something wrong with it”)

Brad Leithauser
undefined

Chekhov removed the plot. Pinter, elaborating, removed the history, the narration. Beckett, the characterization. We hear it anyway.

David Mamet
zie ook
undefined

All writers know how hard it is to practice tough love on the children of our verbiage. Kick the silly, labored metaphor out of the house. But with a computer, that metaphor is back by dinner time, claiming a rightful place in the family of the final draft.

P.J. O’Rourke
undefined

Poetry is the great schoolhouse of fiction…

Red Warren
undefined

The most common shortcoming in good novels nowadays is excess; many of them should be fifty pages shorter than they are.

Anna Quindlen
undefined
Writers on Writing Volume II
More Collected Essays from The New York Times
Introduction by Jane Smiley

267 pagina’s
Henry Holt and Company, 2003

** in dit boek zijn de essays opgenomen van:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]

  • Diana Ackerman
  • Margaret Atwood
  • Ann Beattie
  • Geraldine Brooks
  • Alan Cheuse
  • Frank Conroy
  • Chitra Divakaruni
  • Leslie Epstein
  • Stephen Fry
  • Alan Furst
  • Dorothy Gallagher
  • Herbert Gold
  • Allegra Goodman
  • Vivian Gornick
  • Andrew Greeley
  • Kathryn Harrison
  • Michael Holroyd
  • A.M. Homes
  • A.E. Hotchner
  • Susan Isaacs
  • Mary Karr
  • William Kennedy
  • Beth Kephart
  • Brad Leithauser
  • Elmore Leonard
  • Elinor Lipman
  • David Mamet
  • Patrick McGrath
  • Arthur Miller
  • Honor Moore
  • Marcia Muller
  • P.J. O’Rourke
  • Jay Parini
  • Ann Patchett
  • Anna Quindlen
  • Jonathan Rosen
  • James Sallis
  • John Sedgwick
  • David Shields
  • Susan Richards Shreve
  • Richard Stern
  • Amy Tan
  • Shashi Tharoor
  • Frederic Tuten
  • Donald E. Westlake
  • Edmund White