Handmaid’s Tale ~ Margaret Atwood

Altijd als in een film buitenaardse wezens de aarde aanvallen, is de VS het eerste slachtoffer. Amerikanen vinden dat logisch, want hoezo bestaan er nog andere landen dan? En de rest van de wereld heeft eveneens begrip. Niet vreemd dat intelligent leven van elders de aarde wil helpen beschermen tegen de agressor die de VS is geworden.

Ofwel, er bestaan nogal wat voorbeelden van speculatieve films, series, en boeken waarin dat ene land, de VS, strijdtoneel is, of een heel ander regime heeft dan op het moment. En toch was dit niet eens waarom The Handmaid’s Tale van de Canadese auteur Margaret Atwood me tegenviel.

In deze roman is Amerika een theocratie geworden, die hernoemd werd tot de Republic of Gilead. Omdat Margaret Atwood meende dat enkel een dwingende religie een democratie geloofwaardig in éen keer tot een autocratie zou kunnen maken.

Maar als religie ergens overheerst, gaat dat altijd ten koste van vrouwen. Het boek toont hoe zij van het ene moment op het andere wilsonbekwaam werden geacht — zelfs hun bankrekeningen zijn dan plots geblokkeerd.

Het verhaal in de roman wordt vertelt door een dienstmaagd, die enkel dient als om kinderen te baren van een commandant hoog in de hiërarchie. Zelfs haar naam is ze kwijt. Offred heet ze. Of-fred. Van commandant Fred. De dochter uit haar eigen huwelijk is haar allang afgenomen. Want het bewind heeft haar huwelijk ongeldig verklaard. Haar man was al eens eerder getrouwd, en gescheiden, alleen worden zulke scheidingen niet meer erkend. Waardoor zij ineens een buitenechtelijk kind had; wat dus niet mocht.

Atwood heeft voor haar roman niets verzonnen dat niet al eens ergens gebeurd was in religieuze samenlevingen. Wat zij deed, was om deze praktijken naar een min of te meer hedendaags Amerika te importeren. Computers spelen alleen nog geen rol in het boek, laat staan internet; en de oneindige mogelijkheden tot toezicht die daarmee ontstonden. Bedacht ze wel heel slim een hoofdpersoon die nog weet heeft van hoe het vroeger was, voor haar slavenbestaan, en die daarop kan terugblikken.

Punt was voor mij alleen dat er sinds de jaren tachtig in verscheidene landen een vergelijkbare omwenteling plaatsvond richting theocratie. Talloos de foto’s online waarin jonge Afghaanse of Iraanse vrouwen getoond worden in de jaren zestig en zeventig, waar ze er in onze ogen normaal uitzien, die dan in contrast staan met de hobbezakken waarin de vrouwen verplicht rondlopen op het moment. Hun hoofd op zijn minst deels bedekt.

Verder zetten terreurgroepen tegenwoordig hun meest gruwelijke daden in video’s online.

Omstandigheden van ver buiten het boek hadden daarom voor mij nogal wat invloed op deze roman. Omdat Atwood’s verhaal, hoe pijnlijk ook, daar ineens zo klein van werd. Zelfs met veel suggestie is een roman over het leven van éen geknechte vrouw in een theocratie nooit zo ‘echt’ te krijgen als jarenlange nieuwsuitzendingen en documentaires over landen waarin de Godsdienstwaanzin en de bijbehorende vrouwenonderdrukking alles bepalend is geworden.

Geen roman kan het winnen als een lezer gaat denken: wat voegde het toe om hier fictie van te maken?

De ontvoerde schoolmeisjes van Boko Haram maakten Atwood’s fictie tam.

The Handmaid’s Tale is wel éen van de boeken die plots weer flink in de belangstelling kwam te staan in 2016. Dit kan zijn omdat éen van de betaalzenders een TV-serie maakt op basis van het boek. Sinds de verkiezing van Donald J. Trump in de VS bestaat daar bovendien behoorlijk wat spanning over de koers die dat nieuwe bewind gaat voeren. Trump’s vice-president denkt dat homosexualiteit een ziekte is die genezen kan worden met elektroshocks. De vrijheid van vrouwen om voor abortus te kunnen kiezen kan ook ineens weer een strijdpunt worden.

Dus had Margaret Atwood absoluut gelijk toen ze besloot te laten zien dat de aard van een bewind zich het duidelijkst toont in welke ideeën er heersen over sexualiteit.

Margaret Atwood, The Handmaid’s Tale
324 pagina’s
Vintage 2015, oorspronkelijk 1985

Negotiating With the Dead ~ Margaret Atwood

De Canadese auteur Margaret Atwood werd in 2000 uitgenodigd om de Epsom Lectures te geven aan de universiteit van Cambridge. Zes lezingen waren dat, voor een algemeen publiek, over schrijven en het schrijversleven. Dit boek bevat de bewerkingen van die zes openbare colleges.

Heel autobiografisch werd Atwood bij dit alles niet. En misschien is het boek daarom wel niet al te memorabel.

Wat de schrijfster over haar ambacht zegt, en haar ervaringen daarbij, is op de keper beschouwd niet heel bijzonder; omdat ze in algemeenheden steken blijft. Paradoxaal genoeg heeft ze dan telkens wel bij anderen prikkelende citaten gevonden om haar uitspraken kracht bij te zetten. Dus biedt dit boek vermaak genoeg; ook al is dat vaak geleend amusement. En misschien is mijn oordeel over dit boek daarmee niets anders dan de teleurstelling een boek te verwachten, maar een reeks knappe voorstellingen te krijgen. Cabaretteketet.

Niettemin, wat te denken van een auteur die op haar prikbord onderstaande uitspraak heeft opgehangen, daar vrij uitgebreid op in gaat, maar eigenlijk impliciet meldt vooral niet te veel te verwachten van haar:

Wanting to meet an author because you like his work is like wanting to meet a duck because you like pâté.

Margaret Atwood, Negotiating With the Dead
A Writer on Writing

219 pagina’s
Cambridge University Press, 2002

Paris Review Interviews, III ~ Margaret Atwood (intr.)

Er is éen nadeel aan boeken als deze interviewbundel. Ik ben allereerst toch het meest geïnteresseerd in de gesprekken met schrijvers die me iets zeggen. Dus op een gegeven moment was ik in de delen éen, twee, en drie tegelijk bezig om eerst te zien wat mijn favorieten te melden hadden.

Het zijn bonbondozen, deze boeken, waarin op het laatst altijd de auteurs overblijven die me nog onbekend zijn, of waaraan ik wat een hekel heb.

Deel III bevat ook enige gesprekken die nogal afwijken van de interviews die mij het liefst zijn. Ik zie graag dat een auteur geïnterviewd wordt als hij of zij in de kracht van zijn leven is — het uitgangspunt om over iemands manier van werken te praten, wordt veel interessanter in de wetenschap dat het oeuvre nog niet af is. Maar de gesprekken met Dinesen, Rhys, en Mailer vonden aan het eind van hun leven plaats, toen vrijwel alle productiviteit al achter hen lag. En het gesprek met Waugh is voor de verandering een mislukt en afstandelijk interview.

undefined

Interviewer
Did you write these early novels with ease or–

Waugh
Six weeks’ work.

Interviewer
Including revisions?

Waugh
Yes.

Evelyn Waugh [1963]
undefined

Beschamend voor mij was dan weer dat ik blijkbaar altijd gedacht heb dat Ralph Ellison en James Baldwin éen en dezelfde schrijver was; ondanks dat hun namen toch duidelijk van elkaar verschillen. Zulke persoonssamenvoegingen komen anders alleen voor bij mensen die me niet wezenlijk interesseren, zoals mannelijke tennissers, of blonde presentatricetjes van op de TV.

Interessantste gesprekken voor mij uit deze bundel waren dan toch die met helden, als Cheever en Carver. Misschien niet eens per se om wat ze te zeggen hadden, maar omdat ik hun werk goed genoeg ken, om tussen de regels van hun antwoorden door te kunnen lezen.

Uit het gesprek met Ted Hughes pikte ik dan weer het idee op om eens na te denken over de vraag of het schrijfmateriaal de manier van formuleren beïnvloedt.

Wat willekeurige quotes:

undefined

Interviewer
What do you mean by ‘too literary’? What do you cut out, certain kinds of words?

Simenon
Adjectives, adverbs, and every word which is there just to make an effect. Every sentence which is there just for the sentence. You know, you have a beautiful sentence-cut it. Every time I find such a thing in my novels it is to be cut.

Simenon [1955]
undefined

I don’t work with plots. I work with intuition, apprehension, dreams, concepts. Characters and events come simultaneously to me. Plot implies narrative and a lot of crap. It is a calculated attempt to hold the reader’s interest at the sacrifice of moral conviction. Of course, one doesn’t want to be boring. . .one needs an element of suspense. But a good narrative is a rudimentary structure, rather like a kidney.

John Cheever [1976]
undefined

Journalism, particularly book reviewing, brings in another magnitude of difficulty. Fiction writing is basically what I want to do when I get up in the morning. If I haven’t done any all day, then I feel dissatisfied. If I wake up knowing that I have some journalism to write, then it’s with a heavy tread I go to the bathroom-without relish, for many and obvious reasons. You’re no longer in complete control.

Martin Amis [1998]

wordt vervolgd

The Paris Review Interviews, III
With an Introduction by Margaret Atwood
446 pagina’s
Picador, 2008

* in volume iii zijn de gesprekken opgenomen met:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]

 


Writers on Writing Volume II ~ Jane Smiley (intr.)

Een vervolg dwingt altijd tot directe vergelijking met het origineel. En dan moet gezegd dat deel éen van de bundel Writers on Writing meer interessante essays bevat dan deel twee.

Deels ligt dit aan de kwaliteit van de opgenomen auteurs. In deel twee staan wat minder grote namen dan de eerste oogst opleverde.

Deels komt dat ook omdat aardig wat auteurs ervoor kozen direct op de actualiteit van dat moment te reageren — ofwel een opinie over 9/11 te poneren — in plaats iets van een meer tijdloze aard te schrijven.

Maar misschien kwamen zulke verschuivingen gewoon omdat de essayreeks op een gegeven moment al geruime tijd bestond, en sommige deelnemers het idee moeten hebben gehad dat alles al eens eerder gezegd was over het vak.

Het succes van een reeks kan ook het einde van zo’n serie bespoedigen.

Citaten die ik desondanks bij het lezen aantekende zijn onder meer:

The unsuccessful novel reminds of a top that has been spinning for a while. One can see the chapters begin to wander in loose, uneven circles. Pacing grows shaky. Events are rushed through, so that they are a mere catalog of plot happenings, or scenes lose momentum as the narration gets snagged on an idea. Characterization becomes wobbly. Motives do not convince. Actions no longer reveal new dimensions of personality. Language falters. And finally the novel topples over into a contrives or commonplace ending and comes to a skittery halt.

Chitra Divakaruni
undefined

(I’m reminded of Randal Jarrell’s wry, nifty definition of a novel as “a prose narrative of some length that has something wrong with it”)

Brad Leithauser
undefined

Chekhov removed the plot. Pinter, elaborating, removed the history, the narration. Beckett, the characterization. We hear it anyway.

David Mamet
zie ook
undefined

All writers know how hard it is to practice tough love on the children of our verbiage. Kick the silly, labored metaphor out of the house. But with a computer, that metaphor is back by dinner time, claiming a rightful place in the family of the final draft.

P.J. O’Rourke
undefined

Poetry is the great schoolhouse of fiction…

Red Warren
undefined

The most common shortcoming in good novels nowadays is excess; many of them should be fifty pages shorter than they are.

Anna Quindlen
undefined
Writers on Writing Volume II
More Collected Essays from The New York Times
Introduction by Jane Smiley

267 pagina’s
Henry Holt and Company, 2003

** in dit boek zijn de essays opgenomen van:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]

  • Diana Ackerman
  • Margaret Atwood
  • Ann Beattie
  • Geraldine Brooks
  • Alan Cheuse
  • Frank Conroy
  • Chitra Divakaruni
  • Leslie Epstein
  • Stephen Fry
  • Alan Furst
  • Dorothy Gallagher
  • Herbert Gold
  • Allegra Goodman
  • Vivian Gornick
  • Andrew Greeley
  • Kathryn Harrison
  • Michael Holroyd
  • A.M. Homes
  • A.E. Hotchner
  • Susan Isaacs
  • Mary Karr
  • William Kennedy
  • Beth Kephart
  • Brad Leithauser
  • Elmore Leonard
  • Elinor Lipman
  • David Mamet
  • Patrick McGrath
  • Arthur Miller
  • Honor Moore
  • Marcia Muller
  • P.J. O’Rourke
  • Jay Parini
  • Ann Patchett
  • Anna Quindlen
  • Jonathan Rosen
  • James Sallis
  • John Sedgwick
  • David Shields
  • Susan Richards Shreve
  • Richard Stern
  • Amy Tan
  • Shashi Tharoor
  • Frederic Tuten
  • Donald E. Westlake
  • Edmund White