Andere tamboer ~ Hellema

Als een teken van kwaliteit is dat je ruim twintig jaar later nog minieme details weet uit een boek, dan heeft deze roman heel grote kwaliteiten.

Tegelijk vind ik dit lang Hellema’s beste niet.

De auteur heeft expres een wat ongrijpbare roman geschreven, met Een andere tamboer. Hoofdpersoon daarin is weer eens een zakenman. En zijn verhaal wordt ingekaderd door de veertien dagen dat hij alleen op reis is in Italië.

Hellema maakt al in zijn inleiding duidelijk waarom het hem te doen was met dit boek. Hij draagt het op aan Harry Peulevé, alias Marcel Seigneur, die net als hem de kampen overleefde, maar anders dan hem na de oorlog te veel moeite had om door te gaan. Peulevé had de mensheid op zijn afzichtelijkst gezien, en wist daar niet mee om te gaan.

Daarmee werd de roman een verkenning over hoe iemand verder leeft die te veel onmogelijke herinneringen meetorst.

Tegelijk toont het boek voor mij op een wat abstracte manier toch een catharsis.

Het eerste van de drie delen is namelijk zonder meer beklemmend. Dat gaat onder meer over de nachten van de zakenreiziger, als die het pantser van zijn zelfbeheersing wel moet afleggen, en daarmee de ruimte biedt aan het verleden, om zich te komen opdringen.

In het tweede deel rijdt de man een berg over, langs een onmogelijk pad. En het is misschien te makkelijk om dat boekgedeelte als éen grote metafoor te zien, voor het overleven van de concentratiekampen. Maar dit verhaal had ik dus tot in detail onthouden; tot en met de reacties van de dorpsbewoners verderop en hun groeiende vijandigheid aan toe.

Terwijl ik dat toen en ook nu toch een vrij gezocht verhaal vond.

Het slotdeel was daarentegen als nieuw. De zakenman heeft dan enkele dagen een lifter mee in zijn Porsche 911; en dat is dan ook nog een katholieke pater. Vanzelfsprekend discussiëren de twee. En dat was goed. Want de immense lading uit het begin van het boek is er dan niet meer.

Alleen benadrukken die gesprekken nog altijd wel de ontstellende eenzaamheid van de hoofdpersoon.

Hellema, Een andere tamboer
150 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij, 1985

Bestekken ~ Hellema

De boeken van Hellema [pseudoniem van Alexander Bernard van Praag] hebben vrijwel allemaal eenzelfde hoofdpersoon. Dat is een man die in de oorlog behoorlijk wat concentratiekampen van binnen zag, en daarna verder moest. Die man gaat dan in zaken, dient dan ook handel te drijven met Duitsers, en komt een tijd lang overal oude Nazi’s op hoge posities tegen.

Dit lijkt een nogal beperkt thema. Maar dat is het toch niet.

Hoogstens maakt die beperking in de onderwerpkeuze het voor een bespreker moeilijk om aan te geven waarin het ene boek van Hellema zich nu onderscheidt van het andere.

Veel ontwikkeling zit er ook niet in zijn oeuvre. De auteur debuteerde laat, en dat was meteen al gelaarsd en bespoord.

Nu heb ik op boeklog meermaals geschreven moeite te hebben met schrijvers die de Tweede Wereldoorlog als thema gebruiken. Maar het is dan allereerst de gemakzucht van de auteur die me dan ergert. Plaats een verhaal in die periode, en meteen ligt van alles vast; en van alles krijgt een ongewone lading. Doodnormale zaken, zoals het luisteren naar de radio, worden dan ineens daden waarop zware sancties staan. Verder kleeft er nog altijd een onaangenaam slachtofferschap aan dat tijdpwerk.

Goed aan Hellema is dat hij toont hoeveel invloed die jaren later nog hadden; hoe zeer hij ook zou willen van niet. In Bestekken speelt zich het slotverhaal decennia na 1945 af in Canada. En daar is toch enkel het even zien van iemand die ooit kampbewaker was genoeg om de hoofdpersoon een moment met een haast blinde paniek te slaan.

Goed is dat hij zich regelmatig rekenschap geeft van wat er nodig is om je staande te houden, laat staan om te kunnen overleven.

De grote moeilijkheid is jezelf niet te verliezen in de rollen die je worden opgedrongen. Dat vereist oefening en een voortdurende dialoog met jezelf. Zo’n oefening is bijvoorbeeld een tijd Vorarbeiter zijn (de Vorarbeiter als Vorstufe van de Kapo). Je ondergaat dan — aan de lijve — hoe het systeem werkt en hoe je daarin functioneert. Natuurlijk kun je geen rol weigeren (natuurlijk kun je elke rol weigeren door jezelf het leven te benemen), maar je kunt hem vervullen, je kunt hem ook spelen. [20]

Naast dat Canadese verhaal, getiteld ‘Algonquin Park’, is ‘Twente’, het tweede belangrijke verhaal in deze bundel. Dat is ook eens als aparte uitgave verschenen.

En die lange teksten maakten ook de meeste indruk. Kort kan bij Hellema gauw nogal rauw worden; een scherf zijn die dan te diep kerft.

Hellema, Bestekken
Plaatsbepalingen in de tijd

107 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij, 1989

Enige reizen dienden niet ter zake ~ Hellema

Jong was ik als lezer, toen ik de eerste boeken las van Hellema. Dat zal kort geweest zijn nadat ze verschenen, begin jaren tachtig. En dat prille lezen was zo anders van karakter dan het lezen dat ik nu doe. Schrijvers werd toen nog als vanzelfsprekend autoriteit toegekend. Want niet alleen hadden zij geschreven, ze hadden ook gezien. En dat gaf ze macht over mij.

Enige reizen dienden niet ter zake is de tweede verhalenbundel van Hellema. Die een min of meer organisch geheel vormt met zijn debuutbundel Langzame dans als verzoeningsrite. Verhalen uit beide boeken vullen elkaar aan. Is er bovendien die directe herinnering aan de oorlog als basso continuo. Dus leek het er bij herlezing op dat deze auteur niet zo zeer met korte verhalen bezig was geweest, als met schrijven van romans. Die hij dan waarschijnlijk toen nog niet rond kreeg. Waarop de best gelukte fragmenten vervolgens de status van verhaal kregen opgeplakt.

Het verhaal ‘Terugkeer uit Oost-Berlijn’ uit deze bundel las nu bijvoorbeeld als een matige voorstudie van de zakenroman Joab. De personages in de fabriek die moet sluiten, acteren nu allemaal nog veel te uitgesproken heftig. En ze zijn een-dimensionaal. Een hele roman lang is dat voor geen lezer te verdragen.

Compliceerde Hellema de boel in deze bundel door nog twee verhalen over de teloorgang van die fabriek te laten gaan, en het vervolg van de carrière van de ik-figuur. Alleen spelen deze in Peru. Maar alles wat me had kunnen boeien aan die verhalen — procedures zoals de bemoeienis van langs elkaar heen werkende ministeries met de verkoopactiviteiten van éen fabriek — waren nu ondergeschikt gemaakt aan het verhaal van die ijzerenheinige hoofdpersoon. Hellema genaamd.

In Enige reizen dienden niet ter zake leek het er in de meeste verhalen vreemd genoeg nog het meest op of de auteur een James Bond-achtig personage had willen creëren. Een harde zakenman. Meedogenloos in zijn beslissingen. De vijand drie stappen voor in het denken. En dit werkte niet voor mij. Op een enkele passage na dan, zoals de pagina’s aan ruimte die Hellema neemt in het eerste verhaal om te beschrijven hoe het is om in een Aston Martin te rijden.

Alleen staat er dan in deze bundel ook een verhaal als ‘Leipzig’. Waarin de ijzerenheinige hoofdpersoon naar de grootste industriële kermis in het Oostblok moet. En hij daar, in de politiestaat Oost-Duitsland, onaangenaam herinnerd wordt aan zijn verblijf in de kampen. Omdat de Ossis nog altijd leven volgens strikte bureaucratische regels, die het individu geen andere vrijheid laten dan om stilzwijgend te gehoorzamen. Hielp hun taal, en de manier waarop ze spreken, ook al niet mee om angsten uit het verleden te onderdrukken.

De schrijver kon het dus wel.

Daarmee bleek Enige reizen dienden niet ter zake vreemd genoeg allereerst het werk te zijn van een jonge auteur, die het vak nog niet helemaal in de macht had; hoewel enig talent onmiskenbaar aanwezig leek. Was hij toen toch al 62.

Waarmee ik blij mag zijn deze verhalenbundel nu pas te kunnen hebben teruglezen. Het boek was lang onvindbaar — wat niet vreemd is voor een uitgave van een niet heel bekend auteur uit 1983. Maar de bundel had zo veel indruk gemaakt, ooit, ook al omdat ik lang alles niet begrepen had indertijd bij eerste lezing, dat herlezing altijd nog eens moest.

Inmiddels ben ik mild geworden als lezer. Omdat me ondertussen duidelijk werd dat geen schrijver alles kan — en dit daarom ook niet alles van boeken verwacht moet worden. Schrijven kunnen de meesten dan nog wel. Alleen gaat voor mij het waarnemen aan goed schrijven vooraf; en daar ontbreekt het toch wel vaak aan.

Zwijg ik er liever over hoe moeilijk denken is.

Hellema, Enige reizen dienden niet ter zake
220 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 1983

Joab ~ Hellema

Joab gaat over macht, en daardoor ook over machteloosheid. Ik herinner me het boek al vrij snel te hebben gelezen na mijn eerste kennismaking met Hellema, ergens in de jaren tachtig. Door deze roman, en de verhalenbundel Enige reizen dienden niet terzake, heb ik de auteur lang beschouwd als éen van de weinigen die met ervaring en realisme over werken in het bedrijfsleven heeft geschreven.

Dit oordeel houdt nog altijd stand. En het is nog altijd een pré

Ondertussen vond ik deze roman bij herlezing nu zo goed, dat het me verbaast er zo weinig van onthouden te hebben. Tegelijk is ook éen element wat aangetast door de tijd.

Hellema’s hoofdverhaal gaat over de mensen die groot concern leiden in het Oosten des lands. Dat bedrijf draait een miljoen gulden per dag verlies. Maar, de banken betalen de salarissen. En Economische Zaken [EZ] steunt het bedrijf nog met geld om de werkgelegenheid te waarborgen, waarmee zij dan eigenlijk de leveranciers van grondstoffen betalen.

Wel wil het ministerie wel enige invloed op de bedrijfsvoering kunnen uitoefenen. Daarom komt een interim-manager binnen; al weigert de auteur dat woord te gebruiken. Die nieuwkomer krijgt van hem de naam Bokkie Soetrug. En die kan niet samen met het personage dat Hellema heet.

Als antithese biedt de roman ook het verhaal van een Oost-Duitse manager. Als om te laten zien dat veel problemen uit de aard van de werkzaamheden voortkomen; ongeacht onder welk systeem die plaatsvinden. En dit gedeelte is dus wat verouderd; terwijl grootschalige productie van de aard in deze roman beschreven er in Nederland natuurlijk ook niet meer is.

Prachtig vond ik toen al, en nu weer, Hellema’s realisme:

Dit is het geheim. Het geheim dat de jongetjes nooit begrijpen (omdat het zich niet in cijfers laat uitdrukken) en dus ook de technocraten van later niet: macht is geen prestatie. Is niet meer weten dan de anderen. Of meer kunnen. Of het beter weten. Of beter kunnen. Macht is bedenken wat de anderen vergeten en er gebruik van maken. En onder de streep — nadat alles gezegd en verzwegen is — onder de streep, waar de uitkomst of het eindresultaat komt te staan, daar blijkt het een kwestie te zijn wie het grootste ego heeft. [62-63]

Dus is dit boek voor een groot deel een machtsspel. Waarbij de winnaar weleens diegene kan zijn met het grootste bord voor zijn kop; of in dit geval met de minste scrupules om mensen te ontslaan.

Daarbij speelt dan mee dat veel van de werknemers in huizen wonen die de oprichter van het concern nog heeft laten bouwen.

Bokkie Soetrug is natuurlijk de kwade pier in het boek. Op een gegeven moment komt het zelfs tot een wilde staking, waarbij het personeel spontaan zijn vertrek eist. En hoewel de hoofdpersoon in de roman die machtsstrijd wint, heeft hij toch ook erg veel moeten offeren om zo ver te komen. Misschien wel te veel. Meer dan hij wilde.

Ten slotte leerde ik de allerhoogste kunst, die waarmee je je aan de top kunt handhaven: je hoeft niet te winnen zolang je weet wie je de schuld kunt geven. [129]

Maar, kunnen er wel winnaars zijn van dat machtsspel, met dit concern dat een miljoen verlies per dag draait?

Hellema, Joab
Roman

151 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij, 1984

Klèm ~ Hellema

De novelle Klèm van Hellema las meer als een voorstudie dan als een voldragen boek.

Wat de schrijver zonder meer lukte aan deze vertelling is de sfeer. De novelle biedt beklemmende fragmenten uit het leven in een inrichting van de vroegere schrijver Ivar Klèm. Omdat geheel onduidelijk blijft waarom hij daar zit.

Zelf is hij zijn geheugen kwijt. Alleen blijft de vraag of daar een medische reden voor bestaat, of dat de autoriteiten zijn herinneringen uitgewist hebben. Lijkt er ook een algemene weerzin te bestaan tegen boeken, of tegen geschiedenis. Of is dat enkel projectie van de dolende Klèm?

Tegelijk wordt Klèm door een medebewoner verweten in zijn boeken nooit uitgesproken genoeg te zijn geweest. En die medebewoner meldt daarbij ooit literatuurbeschouwer te zijn geweest; toen er nog werk was in die discipline.

En dan maakt het me op zich niet uit dat het raadsel van dit boek nooit helemaal verklaard wordt. Alleen riep Klèm bij mij toch allereerst de reactie op: ja, dit kun je zo doen. Alleen, waarom zou je toch?

Hellema heeft meer beklemmende verhalen geschreven met personages in situaties waarin die dan niet vrijwillig verkeerden. Maar aan zijn verhalen over de concentratiekampen, bijvoorbeeld, kleeft dan altijd nog het besef dat hij daar zelf verbleven heeft. En dat hij overleefde. Ondanks alles.

Authenticiteit betekent nogal wat, in deze. Opvallend genoeg. Verzonnen ellende blijft allereerst dat. Een bedacht verhaaltje. Geconstrueerd leed. Dus biedt dit boek een al te vlak blijvend sprookje, zonder catharsis of plot ook nog, terwijl ik een wereld leef waarin er zo veel verhalen meer te vertellen zijn over echte gebeurtenissen.

Aan Klèm beviel me niet dat er te veel in het vage blijft; mede omdat het boek zo kort uitviel. Dat er enkel die suggestie is dat het verhaal zich in Oost-Europa afspeelt; in het voormalige Oostblok waarschijnlijk — en dat bekend mag worden verondersteld dat de Sovjet-Unie zijn dissidenten gauw eens in psychiatrische inrichtingen stopte, en plat spoot daar.

En doordat Hellema enkele bijfiguren in de novelle opvallende namen geeft, zoals daar zijn de gebroeders Kazamarov, weet je als lezer dat er een spel met je gespeeld wordt. Dat is allemaal nog daar aan toe. Alleen ontging me dus de meerwaarde van dit spel.

Hellema, Klèm
67 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 1998

Langzame dans als verzoeningsrite ~ Hellema

Hellema debuteerde als 61-jarige, na een leven als zakenman, met deze verhalenbundel. Langzame dans als verzoeningsrite. En het voornaamste verschil met de boeken die erna verschenen is dat in deze bundel een aantal verhalen nog in de directe nasleep van de oorlog spelen.

Later zijn er wel steeds fragmenten, scènes, en dromen soms, die rechtstreeks naar dat verleden verwijzen. Maar de hoofdpersoon in de verhalen heeft dan al overleefd wat niet te overleven leek, en is al enige tijd in die wetenschap voortgegaan.

Dit boek opent met een kort verhaal, van amper drie pagina’s, ‘Ein kleines Requiem’ getiteld, dat me bij de eerste keer lezen met stomheid sloeg. Dat iemand zo kon schrijven…

Van de weeromstuit heb ik dit boek zeker twintig, en misschien wel vijfentwintig jaar niet durven herlezen. Het is prettig om je te ontwikkelen als lezer. Maar er gaan daardoor ook weleens boeken kapot, bij een hernieuwde verkenning.

En ik had niet hoeven vrezen. Ook als cynisch geworden boekenlezer scoorde dat korte verhaal hoog. Mag ik het normaal nog zo’n zwaktebod vinden als een auteur iemand laat doodgaan; omdat manipulatie van mij als lezer niet zo opzichtig hoeft te gebeuren. Hellema weet ons als lezer bijna te verzoenen met het verlies van die vriend, omdat het inmiddels vrede is; en zelfs het Duits van de verpleegsters daardoor zo veel zachter van toon is geworden.

De rest van het boek is soms keihard. Maar dat brengt het overleven van de hel met zich mee. Illusies over de mens als soort verdampen dan.

En toch ben ik Hellema ooit gaan lezen omdat hij als éen der weinigen realistisch schreef over het bestaan in het zakenleven.

Hellema, Langzame dans als verzoeningsrite
104 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij 1985, oorspronkelijk 1982

Maan van de vorige avond ~ Hellema

Soms is van een boek heel goed duidelijk waarom de auteur het schrijven wilde. Zo ook bij deze roman.

Hellema schiep zich daarvoor een alter ego. Een halfjood, net als hij. Maar hij gaf deze man een omgekeerde beginpositie. Zodat die oorlog ook eens vanuit een ander perspectief beschreven kan worden.

Edward Weinspeiger heet dit alter ego. Dat wordt geboren in Berlijn, en geniet daar een goed-Pruisische opvoeding. Tot het moment dat diens joodse vader hem in Manchester in de kost doet, om op kantoor te gaan werken in de katoen, en zijn moeder en zusjes naar Zwitserland de wijk laat nemen.

Anders dan Hellema ontloopt Weinspeiger dus de Duitse concentratiekampen. Wel wordt hij in Engeland, nadat de oorlog uitbreekt 1939, een tijd geïnterneerd vanwege zijn nationaliteit.

Later neemt hij dienst in het Britse leger, om zo mee te helpen Duitsland… Ja wat eigenlijk?

Hellema maakt dan van Weinspeiger een toneelspeler, die in Duitsland successen mag oogsten. Waarbij zeker de eerste jaren zelfs klassieke stukken, als Hamlet, door het publiek geïnterpreteerd worden als een commentaar op wat net gebeurd is.

Vervolgt het verhaal met een fluxe hinkstapsprong door de tijd, becommentarieert in toneel, om te eindigen op het moment van die Wende; als de oorlog eindelijk ook afgelopen voor het gedeelte van Duitsland dat eerst nog onder een andere dictatuur moest zuchten.

En dan is het niet aan mij om te oordelen of de auteur geslaagd is in zijn opzet. Want zijn precieze doel ken ik natuurlijk niet. Maar dit moet de eerste Hellema zijn die me niet zo beviel bij het lezen. Door de keuze om eens een andere hoofdpersoon te nemen, leek de tekst zo veel minder doorleefd dan normaal. Dat gedoe met die toneelstukken net allemaal wat te gekunsteld.

Sommige boeken zijn interessanter om te schrijven dan om te lezen; alleen is dat een auteur niet altijd te verwijten.

Hellema, De maan van de vorige avond
152 pagina’s
Em. Querido’s uitgeverij, 1992

Slotnotering uit Barnet ~ Hellema

Het lijkt me niet toevallig dat Hellema [1921 — 2005] zijn laatste boek, een verzameling met aantekeningen, Slotnotering uit Barnet heeft genoemd. Een paar jaar eerder immers had een andere man op leeftijd, eveneens van joodse afkomst, uit een andere deelgemeente van Groot-Londen al de aantekenbundel Nachträge aus Hampstead gepubliceerd.

Elias Canetti’s boek betrof alleen een tweede oogst — een verzameling zinnen en korte teksten uit een periode die al eens was doorzocht op goede aantekeningen.

Ook is het karakter van Hellema’s notities nogal wat directer dan die van Canetti. Zo staat er een interview in dit boek. En verder geeft hij al vrij snel aan een collectie van aantekeningen te wantrouwen.

Ik houd niet van dit genre. Je leest het zoals je chips of zoute pinda’s eet, je kunt er niet mee ophouden — tot ze je tegenstaan.

In zijn Slotnotering uit Barnet kwam onder meer rechtstreeks te staan wat zijn opvattingen waren over literatuur. Is het niet door zich uit te spreken over het werk van anderen, zoals Kafka, of de vergeten auteur Galsworthy, danwel om nog eens te memoreren wat hij wilde met zijn eigen werk.

Hij schrijft voor volwassenen (eruditie en levenservaring-met-een-knipoog) mensen of hij schrijft niet, heeft hij zich voorgenomen. Een succesroman beschouwt hij als een mislukking, een best-seller zou een blamage zijn. De markt als graadmeter. Hij moet er niet aan denken.

Hellema is voor mij éen van de grote illusielozen. Eerst had hij een oorlog te overleven, waarin de bezetter hem dood wilde vanwege zijn voorouders. En na het kamp kwam hij in de zakenwereld terecht. Verantwoordelijke voor de afzet in het buitenland van een kwijnend textielbedrijf in Twente. Waarbij hem in alle treurigheid duidelijk werd hoe het kapitalisme werkt — want ook dat maakt de mensen kapot. Hoogstens heeft kapitalisme nut om alle communistische heilsleren tegenstand te bieden.

Dus schreef hij romans en verhalen zoals niemand die schreef. En waarmee hij in mij een eeuwige honger heeft doen groeien naar meer. Want ik las hem al jong. En als Hellema’s werk iets verduidelijkt heeft, dan toch allereerst hoe laf en klein het is waar de litteratuur zich doorgaans mee bezighoudt. En hoe ongeïnformeerd de gemiddelde schrijver is over de wereld, dat helemaal.

Amusement brengen ze doorgaans voort, van een beperkte waarde. Door een beetje bellen te blijven blazen, of aan hun navelpuis te pulken.

Ik ben macho, althans dat was ik. Wat denken die softies? Dat afnemers je een order geven vanwege je mooie blauwe ogen? Maar ik ben in deze verhalen veel meer een anti-held, om mijn verleden als kwetsbare plek. Men weet zo weinig van het zakenleven. Dat is ook gebleken uit de gunstige ontvangst maar daarna snel afgekoelde belangstelling voor mijn industrie-roman Joab. Voor het literaire publiek is het een niet-vertrouwde wereld en diegenen die het zouden herkennen, die lezen niet. De kloof tussen de ‘real world’ en de literatuur is blijkbaar niet te overbruggen. Ik had gehoopt dat het mij zou lukken,maar dat is niet gebeurd.

Slotnotering uit Barnet lijkt me geen bundel met aantekeningen waar erg van te genieten is zonder enige kennis van zijn overige boeken; en dus de hangups van deze auteur. Maar voor wie dat werk kent, zal deze uitgave vaak de bevestiging geven van vermoedens die waarschijnlijk al gerezen waren tijdens het lezen van de romans.

Niet-ingewijden zullen nogal wat bitse en absolute uitspraken tegenkomen van een blijkbaar kwaaie oude man. Een moralist bovendien.

Blijft alleen staan dat deze auteur van een heel andere generatie is, en die oorlog meemaakte, waardoor veel van wat hem vormde door mij domweg niet gezien zal worden. Hellema valt er bijvoorbeeld meermaals over in deze bundel hoe de recensenten van zijn romans blind waren voor wat hij een joodse manier van denken noemde.

Maar dat het in mijn werk niet om de joden gaat maar om christenen, daarvoor is men kennelijk te schuldbeladen, om dat te zien.

Toch stond er genoeg in deze bundel dat me stof geeft om te overdenken. Waardoor de auteur me mogelijk wel weer wat beter heeft leren laten kijken.

Totalitaire regimes hebben een fijne neus en zijn gevoeliger voor het gevaar van een maatschappijkritische schrijver dan democratieën. Die denken immuun te zijn en zijn daarmee ‘totalitairder’ dan wij ons realiseren. Het literaire klimaat in een democratie is dat van de romantiek: cultus van het ik, overschrijding van aanvaarde normen, hang naar mystiek, overwaardering van de dood. Sociale kritiek valt uit de toon. Maar ‘Literatur ist Gewissen, es wirkt und handelt immer’ […]

Hellema, Slotnotering uit Barnet
104 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 1996

Twente – een plaatsbepaling in de tijd ~ Hellema

Een wat curieus boekje dit, uitgegeven bij het vijftienjarige bestaan van een boekhandel in Enschede, waarin de schrijver Hellema onder meer uitlegt hoe hij in Twente terecht kwam. Dat was tijdens de wederopbouwjaren, toen er nog over de oorlog gezwegen werd.

Hij had al besloten de aangeboden baan niet te willen, stelde in zijn ogen onmogelijk hoge salariseisen, en werd desondanks aangenomen. Dat betekende wel dat hij uit Amsterdam verhuizen moest; een stap die hem alleen daarom al bijna al zijn vrienden deed verliezen. Sommige mensen geloven nu eenmaal dat alles buiten de hoofdstad minder is.

Hellema zou de kwijnende Twentse textielindustrie gaan vertegenwoordigen; ofwel producten waarop weinigen nog te wachten zaten, proberen in het buitenland te verkopen. Hij maakte de opkomst van de nieuwe profeten mee. De marketingspecialisten, langetermijn-planners en andere meeëtend volk dat enkel ideeën en taalvervuiling produceerde. Prognose werd het nieuwe toverwoord. Daarna fusie. Toen: Profit-centre.

Maar het enige resultaat was dat de onverkoopbare producten zich nog sneller ophoopten dan tevoren.

Een happy ending is vooral de kunst om op tijd weg te zijn, en Hellema haakte af.

Bij het herlezen van dit boekje viel me op dat de hoofdpersoon van het verhaal wel een erg ijzerenheinige realist is, die weliswaar goed en ook geestig de rot om heen signaleert, maar zichzelf daarbij buiten schot houdt.

Is dat erg? Op zich niet. Er staat nergens geschreven dat een relativerende hoofdpersoon ook zichzelf niet helemaal au serieux moet nemen.

En toch.

Het kan betekenen dat ik de verhalenbundels Langzame dans als verzoeningsritme en Enige reizen dienden niet ter zake maar beter niet kan herlezen. Ooit vond ik ze prachtig, maar toen hield ik misschien nog van sterke, cynische hoofdpersonen die zelf geen zwakten kennen. Behalve dan hun eenzaamheid.

Hellema, Twente — een plaatsbepaling in de tijd
31 pagina’s
Boekhandel Michon Enschede, 1987


Woede van de wind ~ Hellema

De mensen voor wie hij schrijft, lezen niet meer. En voor wie nog wel leest, schrijft hij niet. Dat merkt de schrijver Hellema ergens achteloos op in deze recente bundel met opmerkingen en aantekeningen. De man overleed vorig jaar, inmiddels 84.

Maar ieder boek is ook een schepping van de lezer. Ik las Hellema niet om wat hij zo belangrijk vond. Die Tweede Wereldoorlog. Dat onnoembaar grote evenement in zijn leven, waarvan zij die het niet meemaakten nooit iets zouden begrijpen. Mij gaat het om die andere kant van de verzetsheld Alexander Bernard van Praag; de dwarsheid die hij ook later in zijn leven zou tonen.

Bovendien zijn er bijna geen Nederlandse schrijvers die zo geloofwaardig over hun werk in het bedrijfsleven hebben geschreven als hij.

Dus waren zijn opmerkingen absoluut niet vervelend te lezen, ondanks dat de schrijver mij daarvoor hoogstpersoonlijk diskwalificeerde. Maar een kritische geest die telkens weer kan aantonen waar het fout gaat, boeit me.

Nooit eerder ook een boek gelezen waarin mijmeringen over de gevolgen van die oorlog toen binnen een pagina werden afgewisseld met opmerkingen over internet. Dit is een rijk boek.

Hellema, De woede van de wind
123 pagina’s
Uitgeverij Querido, 2003