Klèm ~ Hellema

► door: A.IJ. van den Berg

De novelle Klèm van Hellema las meer als een voorstudie dan als een voldragen boek.

Wat de schrijver zonder meer lukte aan deze vertelling is de sfeer. De novelle biedt beklemmende fragmenten uit het leven in een inrichting van de vroegere schrijver Ivar Klèm. Omdat geheel onduidelijk blijft waarom hij daar zit.

Zelf is hij zijn geheugen kwijt. Alleen blijft de vraag of daar een medische reden voor bestaat, of dat de autoriteiten zijn herinneringen uitgewist hebben. Lijkt er ook een algemene weerzin te bestaan tegen boeken, of tegen geschiedenis. Of is dat enkel projectie van de dolende Klèm?

Tegelijk wordt Klèm door een medebewoner verweten in zijn boeken nooit uitgesproken genoeg te zijn geweest. En die medebewoner meldt daarbij ooit literatuurbeschouwer te zijn geweest; toen er nog werk was in die discipline.

En dan maakt het me op zich niet uit dat het raadsel van dit boek nooit helemaal verklaard wordt. Alleen riep Klèm bij mij toch allereerst de reactie op: ja, dit kun je zo doen. Alleen, waarom zou je toch?

Hellema heeft meer beklemmende verhalen geschreven met personages in situaties waarin die dan niet vrijwillig verkeerden. Maar aan zijn verhalen over de concentratiekampen, bijvoorbeeld, kleeft dan altijd nog het besef dat hij daar zelf verbleven heeft. En dat hij overleefde. Ondanks alles.

Authenticiteit betekent nogal wat, in deze. Opvallend genoeg. Verzonnen ellende blijft allereerst dat. Een bedacht verhaaltje. Geconstrueerd leed. Dus biedt dit boek een al te vlak blijvend sprookje, zonder catharsis of plot ook nog, terwijl ik een wereld leef waarin er zo veel verhalen meer te vertellen zijn over echte gebeurtenissen.

Aan Klèm beviel me niet dat er te veel in het vage blijft; mede omdat het boek zo kort uitviel. Dat er enkel die suggestie is dat het verhaal zich in Oost-Europa afspeelt; in het voormalige Oostblok waarschijnlijk — en dat bekend mag worden verondersteld dat de Sovjet-Unie zijn dissidenten gauw eens in psychiatrische inrichtingen stopte, en plat spoot daar.

En doordat Hellema enkele bijfiguren in de novelle opvallende namen geeft, zoals daar zijn de gebroeders Kazamarov, weet je als lezer dat er een spel met je gespeeld wordt. Dat is allemaal nog daar aan toe. Alleen ontging me dus de meerwaarde van dit spel.

Hellema, Klèm
67 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 1998

[x]