City of Words ~ Alberto Manguel

Hadden de eerder geboeklogde titels van Manguel telkens een dwingend onderliggend thema, was dat bij dit boek niet echt zo. Tegelijk valt op dat zowel de uitgever als vele recensenten net doen of dit er wel degelijk is.

Manguel reageert op erudiete wijze op de groeiende intolerantie in sommige landen, schrijft de éen. Manguel toont dat we ons leerden te verplaatsen in de ander door het verhaal, dat ons over die ander vertelde, meldt de volgende.

Maar volgens mij is The City of Words in de eerste plaats een bundeling van losse essays, die grotendeels al eens elders verschenen. En goed, dan gaan veel van die essays over klassieke werken, zoals de Gilgamesh, waarin ook een rol speelt hoe de éen met een duidelijke ander omgaat. Maar er staan ook stukken in Manguel’s boek die een andere kant uitwaaien.

En omdat ik sommige van de losse essays al in een andere vorm kende, was voor mij te zien hoe en waar stukken daarvan in dit boek aan elkaar werden gelast.

Zoals ik The City of Words lees, is dit een geslaagde poging van Manguel om te laten zien dat hij geen diepe kennis heeft van menswetenschappen als economie, sociologie, en politicologie, maar tegelijkertijd ook weer wel. De literatuur heeft hem wel degelijk fundamentele inzichten bijgebracht over anderen, en daarmee de wereld. En goede boeken kunnen die betekenis voor elke lezer krijgen. Sterker nog, misschien is dat wel wat we onbewust zoeken door te lezen.

Ultimately, readers want to have words to name not the declaration of a dogmatic set of precepts, but legislations able to change with the growth of experience and enrichments of customs. They want words to name the comforts of peace but also the confusion, destruction, and desperation brought on by our ambitions. In all this, the various identities of tribe, language, religion, and philosophies may find common ground, because sometimes, the blanketing notion of a society’s identity is in itself the cause of conflict. [84]

Alberto Manguel, The City of Words
166 pagina’s
Continuum, 2008

Dagboek van een lezer ~ Alberto Manguel

Sommige boeken zijn als een gesprek met een oude en wijzere vriend. Dit Dagboek van een lezer was er zo éen. Omdat Manguel het niet alleen over boeken heeft, maar ook over de omstandigheden waaronder hij die las.

Tijdens het schrijven van dit dagboek ploften die vliegtuigen het WTC in, en dreigde strijd met Irak. Werd de onmogelijke oorlog tegen ‘de terreur’ afgekondigd. Bijvoorbeeld. Bovendien was de schrijver nogal eens op reis.

Manguel nam zich voor elke maand éen klassiek boek te lezen, dat hij minstens dertig jaar daarvoor ook al eens las. Van al zijn gedachten daarbij deed hij verslag.

En dan valt alleen al op dat Manguel het haat om slaafs het verhaaltje van een boek na te vertellen. De meeste boeken zijn natuurlijk meer dan hun verhaaltje. Hem gaat het erom de ene titel aan de andere te kunnen koppelen.

Lezen komt neer op het leggen van verbindingen, op het samenstellen van bloemlezingen. [42]

Maar Manguel is ook weer iemand die er niet van houdt als de plot verraden wordt, bijvoorbeeld in enthousiaste bewoordingen op de achterflap. Ik heb daar aanmerkelijk minder last van.

Van de twaalf boeken die Manguel herlas, heb ook ik er enkele gelezen. Don Quichote, Het hoofdkussenboek van Sei Shonagon, Goethe’s Wahlverwandtschaften. Andere titels, zoals Wind in the Willows of Kim kende ik dan weer uit bewerkingen, of uit de woorden die overige schrijvers er al eens aan wijdden.

Dat was prettig, daardoor viel al met een half woord te begrijpen wat Manguel schreef. Toch werd ik nu ook weer niet aangezet om die nog niet gelezen titels op te zoeken. Zo’n boek is dit niet.

Zo dit boek in éen zin omschreven kan worden, dan is het een prettige meditatie over lezen. Een poging onder meer om duidelijk te maken wat het betekenen kan om je even uit de wereld terug te trekken met een boek. Om er daarna telkens weer verrijkt in terug te keren.

En daar kan ik me wel wat bij voorstellen.

Alberto Manguel, Dagboek van een lezer
232 pagina’s
Uitgeverij Ambo, 2004
Vertaling van: A Reading Diary, 2004


Geschiedenis van het lezen [1999] ~ Alberto Manguel

Dit boek las ik in drie sessies, van elk zo’n veertig minuten ’s avonds laat. Met de benen languit op de bank gezeten, temidden van mijn boekenkasten en de vele stapels boeken op de grond. Ik hield er die eerste twee keer in op, omdat het lezen me dan te vermoeiend was geworden.

Het boek is namelijk op inwit glanspapier gedrukt, wat de vele illustraties erin goed laat uitkomen. Maar helaas kaatsen de bladzijden daardoor ook te veel licht terug. Zo kreeg het broodlettertje van de tekst nogal iele pootjes. Dus moest ik de hele tijd te zeer turen naar wat ik las.

Merkwaardig, dat deze editie van Een geschiedenis van het lezen uitvoeringstechnisch gesproken het lezen bemoeilijkt. Jammer ook, gezien de inhoud.

In de tekst droomt Alberto Manguel er overigens van hoe dit boek eruit zou moeten zien. Daarbij rept hij volgens vertaalster Tinke Davids van cremekleurige bladzijden [353]. Niet van witte.

Vergeef me mijn gemopper, maar dit boek gaat nu net telkens over hoe de omstandigheden het leesgenot bepalen.

Naast nog zoveel meer, natuurlijk. Het is een persoonlijke leesgeschiedenis van de Argentijn Manguel die Canadees werd, en netzogoed een cultuurgeschiedenis van het boek en de voorlopers daarvan.

Manguel schrijft overigens dat zijn tekst niet af kan zijn. Daarom zegt hij toe blanco pagina’s over te laten aan het eind, zodat de lezer zelf aantekeningen kan toevoegen. Maar Nederlandse boekvormgevers doen dat nooit, van die blanco pagina’s. Dus ontbreken die in deze versie.

En ja, ik zie ook wel wat echte gebreken. Zo had dat ene hoofdstukje over verboden lezen van mij heel wat langer gemogen. Omdat juist verboden zoveel vertellen over de kracht die aan lezen wordt toegedacht. Mensen gaan daar maar van denken, en dat moet natuurlijk niet.

Net zo had ik Manguel graag gehoord over het merkwaardige fenomeen dat mensen wel hoogaangeschreven boeken kopen, maar die vervolgens nooit lezen. Alleen maar om slimmer te lijken. En nee beste toevallige bezoeker, voor u mij honende e-mails stuurt, als ik boeklog zou willen inzetten om u met mijn belezenheid te overdonderen, zou ik wel andere titels hier bespreken.

Maar wat is dit verder een rijk boek, alleen al omdat Manguel leesbare verhalen schreef én dit tot een naslagwerk heeft weten te maken.

Alberto Manguel, Een geschiedenis van het lezen
416 pagina’s
Uitgeverij Ambo, 1999
Vertaling van: A History of Reading, 1996

Geschiedenis van het lezen [2006] ~ Alberto Manguel

Over dit boek ging het eerder hier, al beschreef ik toen een aanmerkelijk bescheidener vormgegeven uitgave. En de klacht was indertijd dat er helaas spierwit glanspapier werd gebruikt voor de Nederlandse versie van Manguel’s A History of Reading; waar hij zelf toch echt van crêmekleurig papier was uitgegaan.

De minste eis die gesteld mag worden aan een boek over lezen lijkt me toch dat het prettig leesbaar is. Glimmend papier helpt dan domweg niet mee.

Deze versie uit 2006 is zelfs nog onhandiger in gebruik. Alleen al omdat de uitgave bijna twee kilo weegt. Is er weer glanspapier gebruikt, wat onhandig leest bij lamplicht. En toch wilde ik dit boek per se hebben indertijd. Niet eens alleen omdat het enorm goedkoop verramsjt werd.

Een geschiedenis van het lezen bevat namelijk zeker zo veel illustraties als tekst. Afbeeldingen in kleur daarbij — anders dan in de versie uit 1999. En een boek met honderden plaatjes van lezende mensen ontbrak nog in mijn bibliotheek.

Ik kan lang naar zulke afbeeldingen kijken — helemaal als het daarbij om schilderijen gaat.

Want, van wie kwam het initiatief om de geportretteerde met een boek af te beelden? Van de schilder? Of was het toch het model.

Zijdelings komen in Een geschiedenis van het lezen overigens ook de histories langs van het boek, en van de bril. Want lezen bederft de ogen, zo weet ieder kind. Of, althans, elke moeder. In mijn jeugd tenminste. En de eerste brillendragers in Europa waren lezers; en daarmee hoogst wijze mensen; in een tijd waarin de bevolking verder grotendeels analfabeet was en boeken nog uit onbetaalbaar handwerk bestonden.

Dus kregen ook de lieden die intelligent wilden overkomen op schilderijen al gauw eens een bril opgezet.

Aan de afbeeldingen van lezers viel me op dat deze zo vaak geconcentreerd leken op het lezen zelve. Wat ze daarmee al gauw een bedachtzame blik geeft. Er wordt nogal weinig gelachen.

Maar misschien horen die twee zaken in de beeldende kunst dus wel bij elkaar. Simpelweg. Met boek komt ernst. Iconologie hoeft niet zo heel moeilijk te zijn.

Gelukkig heb ik overigens geen idee hoe ik zelf bij het lezen kijk. Evenmin is daar nu nieuwsgierigheid naar gegroeid.

Enkel van activiteiten als tekenen is me bekend dat de handeling gauw eens de blik beïnvloedt — tekenaars die in hun werk een bepaalde gelaatsuitdrukking willen treffen, doen deze onbewust na met hun eigen mimiek. Dat is altijd leuk om te observeren.

Alberto Manguel bleek ook bij tweede lezing goed te verteren. Ditmaal vertelde hij me alleen bijna geen nieuws. En ik blijf bij mijn eerste oordeel dat er meer aandacht had moeten worden gegeven aan verboden boeken. Maar het lukte hem toch fraai om zijn persoonlijke leesgeschiedenis te mengen met die van het schrift in het algemeen, en die van het boek in het bijzonder.

Bleek Manguel ook nog een van mensen te zijn die Jorge Luis Borges heeft voorgelezen — net als bijvoorbeeld Paul Theroux. Wat eventueel nog een interessante opgave oplevert voor een boekencollectioneur. Wie verzamelt alle werken waarin een schrijver vertelt over het voorlezen aan de blinde Borges — en wat zij daarvan opstaken? Dat zou een bundel teksten opleveren die ik wel lezen wil.

Ik leerde snel dat lezen een cumulatieve bezigheid is en als een meetkundige reeks in zijn werk gaat: elk boek dat je leest, bouwt voort op wat de lezer eerder heeft gelezen. In het begin had ik een vooropgezette mening over de verhalen die Borges voor me had gekozen — dat het proza van Kipling bombastisch zou zijn, dat van Stevenson kinderlijk, dat van Joyce onbegrijpelijk — maar al heel gauw moest mijn vooroordeel wijken voor de ervaring, en de ontdekking van het ene verhaal maakte dat ik uitkeek naar een ander, en dat werd op zijn beurt weer verrijkt door de herinnering aan de reacties van zowel Borges als mezelf. [58]

Bij gebrek aan een terugpratende Borges thuis heb ik mijzelf daarom maar boeklog geschapen, besef ik nu; na bijna tien jaar.

[ is vervolgd ]

Alberto Manguel, Een geschiedenis van het lezen
621 pagina’s
Ambo, 2006
vertaling door Tinke Davids van A History of Reading, 1996

Kunstlezen ~ Alberto Manguel

De titel van dit boek klopt niet, in vertaling. Die is te gemakzuchtig. Er staat nu twee keer ‘kunst’ in, terwijl dat een misleidende aanduiding is. Daarmee heeft de Nederlandse uitgever dit boek gediskwalificeerd tot kunstboek, terwijl de tekst nu juist eerder over cultuur gaat. En over geschiedenis. De auteur wil er meer mee dan alleen wat kunst eer aan doen.

Goed, Alberto Manguel kiest vrijwel steeds een kunstwerk om het over te hebben in het stuk dat daarna volgt. Maar wie bekijkt wat voor werken dit dan zijn, ziet dat de lelijkheid goed vertegenwoordigd is. Bovendien horen een documentaire foto van Tina Modotti, of een opvallend gebouw, nu net niet tot de beeldende kunst.

Mooi aan dit boek is ook dat het niet het sjabloon volgt dat zo veel kunstboeken vrijwel onleesbaar maakt. Manguel is geen expert, en heeft ook geen moment de pretentie dit te zijn. Wel probeert hij op zijn manier de afbeeldingen te lezen; na te gaan wat voor informatie eruit te halen is. Door die wat tastende manier van schrijven, wordt duidelijk waarom Manguel meldt wat hij allemaal te melden heeft; hoe speculatief dat soms ook is:

Een beeld dat is geschilderd, gebeeldhouwd, gefotografeerd, gebouwd en ingelijst, is ook een theater, het is een plaats voor opvoering. Door hetgeen de kunstenaar op deze plaats opvoert en hetgeen de toeschouwer erop ziet gebeuren, krijgt het beeld iets dramatisch, alsof het beeld zijn bestaan kan verlengen door middel van een verhaal waarvan de beschouwer het begin heeft gemist en waarvan de kunstenaar de afloop niet kan weten.

Wel vind ik zijn boeken over literatuur interessanter. Omdat ik daar toch het idee aan overhoud dat Manguel daarin vanuit een steviger overzicht schrijft.

Ook was dit boek niet erg leesbaar vertaald.

Alberto Manguel, Kunstlezen
Over het kijken naar beeldende kunst

352 pagina’s
Ambo, 2002
Vertaling van Reading Pictures. A History of Love and Hate, 2000

Library at Night ~ Alberto Manguel

Uitgeverij Ambo vindt de illustraties in de boeken van Manguel belangrijker dan de tekst. Daarom zijn enkele Nederlandse vertalingen uitgebracht op kunstdrukpapier. Dat glimt, en bemoeilijkt het lezen. Deze uitgave had dat probleem gelukkig niet, is heel prettig vormgegeven en daardoor o zo leesbaar. Waarop de eerste conclusie al na een paar bladzijden luidde dat ik Alberto Manguel voortaan in het Engels lezen zal; en de vertalingen negeer.

The Library at Night is in de eerste instantie een meditatie over het boek als voorwerp. Afgedwongen door het gegeven dat het Manguel eindelijk lukte al zijn boeken in een plaats bijeen te hebben. In zijn leven woonde en werkte hij op verschillende continenten. Nooit had hij de boeken van thuis mee kunnen nemen bijvoorbeeld. Steeds was hij opnieuw begonnen te verzamelen. Maar tenslotte kreeg de inhoud uit al die dozen in opslagruimten overal toch een definitieve plaats. In een middeleeuwse stal, voor dat doel verbouwd, bij zijn huis in Frankrijk. Eindelijk kon hij een bibliotheek inrichten naar eigen genoegen. Maar alleen al die vraag, hoe een bibliotheek ingericht moet worden, riep vele gedachten en bijbehorende associaties op.

Daarmee gaf dit boek aanleiding tot zo veel meer dan alleen een persoonlijke geschiedenis van de omgang met boek — Manguel put dankbaar uit de rijke geschiedenis van het archief en de bibliotheek. Dit boek daarbij ook weer ordenend met hoofdstuktitels die geen bibliothecaris ooit zou gebruiken, maar die tegelijk wel waar zijn.

The library as myth; the library as order; the library as space; the library as power; […]

Bij de omgang met het boek hoort ook weer de vraag welke boeken de moeite dan waard van het bewaren zijn. En waarom. Of welke gevaren ze kunnen hebben. Voor machthebbers, bijvoorbeeld. En het is heel makkelijk een reeks hoogdravende essays aan zulke thema’s te wijden. Maar Manguel deed dit allemaal niet. Manguel behandelde al deze thema’s bijna terloops, waarmee dit boek in de eerste plaats een eminent leesbaar boek werd.

In de tweede plaats komen er bij hem altijd schrijvers langs die de moeite lijken om eens te exploreren. En dat is ook wat een bibliotheek moet doen, natuurlijk. Boeken aanbieden. Bezoekers tonen wat een rijkdom er nog te lezen is, zonder dat aspect nu meteen op te dringen. Want iedereen moet toch eerst zelf ontdekken wat die lezen wil; al leidt dit er helaas toe dat velen vooral lezen wat elkeen al doet.

Alberto Manguel, The Library at Night
383 pagina’s
Yale University Press 2008, oorspronkelijk 2006

Reader on Reading ~ Alberto Manguel

Lang heb ik er over gedaan om deze verzameling uit te lezen. En waar het bij een verhalenbundel doorgaans een gunstig teken is dat ik er maanden over doe — dan kunnen alle bijdragen zo goed op zichzelf staan — is dat met beschouwingen als in dit boek toch niet zo.

Een goede essaybundel zorgt voor zo veel hoogspanning dat die wel in een paar dagen uitgelezen worden moet.

Maar een mens kan dus ook te veel Manguel gelezen hebben, waardoor elk nieuw essay over lezen, of over een boek, van hem slechts nieuw wordt in naam. En soms is dat vertrouwde wel prettig, maar vaker toch niet. Alleen omdat er dan na het lezen zo weinig hangen blijft; doordat er niets werd toegevoegd aan het beeld dat er al was.

A Reader on Reading bevat veel gelegenheidswerk. Een rede van hier, een artikel van daar, plus een inleiding bij nog weer iets anders.

Voor dit boek is getracht eenheid in de mengelmoes aan te brengen door het werk in acht thema’s onder te verdelen, en door elk stuk vooraf te laten gaan door een treffend citaat uit Alice in Wonderland. Alleen belooft deze indeling meer onderscheid dan voor mij werd waargemaakt.

Het ging dus met de hinkstapsprong, dit boek. Een plezierig leesbaar stuk werd vaak gevolgd door éen waarvan mijn gedachten slechts gingen afdwalen. En dan legde ik het weer een tijd weg.

Interessantst waren vaak terloopse opmerkingen van Manguel; die natuurlijk zeer belezen blijft, en gauw eens een passend citaat gereed heeft, of een intrigerende gedachte van een ander kan aanhalen. Zoals dat Robert Graves ooit had opgemerkt dat de Ieren en Welshmen een zorgvuldig onderscheid bewaren tussen de dichters, die scheppen, en de satirici, die afbreken.

Punt is, nogal wat stukken lijken zo van terzijdes aan elkaar te hangen dat dan onduidelijk blijft wat Manguel nu eigenlijk wilde zeggen.

Hoogtepunt in dit boek voor mij, waren de ‘Notes Towards a Definition of the Ideal Reader’. Omdat ik daarbij eindelijk ging nadenken over wat Maguel schreef waar was, en ook van toepassing op mij. Dat gebeurde verder te weinig.

The ideal reader is the writer just before the words come together on the page.

The ideal reader exists in the moment that precedes the moment of creation.

The ideal reader does not reconstruct a story: he recreates it.

The ideal reader does not follow a story: he partakes of it.

A famous children’s book programme on the BBC always started with the host asking: “Are you sitting comfortably? Then we shall begin.” The ideal reader is also the ideal sitter.

Depictions of St Jerome show him poised over his translation of the Bible, listening to the word of God. The ideal reader must learn how to listen.

The ideal reader is the translator. He is able to dissect the text, peel back the skin, slice down to the marrow, follow each artery and each vein and then set on its feet a whole new sentient being. The ideal reader is not a taxidermist.

For the ideal reader all devices are familiar.

For the ideal reader all jokes are new.

[…] [151]

Alberto Manguel, A Reader on Reading
308 pagina’s
Yale University Press, 2010