Droomoorlog ~ Gore Vidal

Vidal in het Engels lezen, ben ik mans genoeg voor. Maar dit boekje kwam toevallig op mijn weg, op die al vaker vermelde braderie. En ik zou het ook nooit gekocht hebben, als het niet éen euro was geweest.

Mijn terughoudendheid heeft twee redenen. Gore Vidal schrijft de laatste jaren veel pamfletten over de Amerikaanse politiek zoals in dit boek zijn opgenomen. Die zijn ook stuk voor stuk de moeite waard. Er staat altijd wel een sterke oneliner in. En ik lees ze al jaren meestal snel nadat ze ergens online zijn verschenen. Ik vreesde daarom de inhoud van dit boekje al te kennen, zonder het ooit gelezen te hebben. Dat bleek zo te zijn.

En verzameld zijn de essays een ongekende klaagzang samen. Vidal is veel beter te genieten als hij met mate, over een lange spanne tijds genuttigd wordt. Zoals zout, denk ik. Of een sterk kruid dat al te gauw te dominant wordt in een onbescheiden dosis.

Het boek opent met een essay uit 2000, en dat staat al sinds publicatie op mijn harde schijf opgeslagen. In die zin was het toch wel goed om de treffende voorspelling terug te lezen die Gore Vidal indertijd deed over het toen nog komende presidentschap van George Bush Jr.

Omdat dit stuk ook online staat, citeer ik de Engelstalige versie hier:

What will the next four years bring? With luck, total gridlock. The two houses of Congress are evenly split. Presidential adventurism will be at a minimum. With bad luck (and adventures), Chancellor Cheney will rule. A former Secretary of Defense, he has said that too little money now goes to the Pentagon even though last year it received 51 percent of the discretionary budget. Expect a small war or two in order to keep military appropriations flowing. There will also be tax relief for the very rich. But bad scenario or good scenario, we shall see very little of the charmingly simian George W. Bush. The military–Cheney, Powell et al.–will be calling the tune, and the whole nation will be on constant alert, for, James Baker has already warned us, Terrorism is everywhere on the march. We cannot be too vigilant. […]

Gore Vidal, Droomoorlog
Bloed voor olie en de Cheney-Bushjunta
172 pagina’s
Uitgeverij Arbeidspers © 2003
Vertaling van: Dreaming War © 2002


Man merkt nooit iets ~ Hans Ree

Hans Ree heeft al een tijd geen algemene columns meer gepubliceerd. Over schaken schrijft hij nog steeds, hij is tenslotte grootmeester. Maar zijn laatste bundel voor een breed publiek verscheen in 2002, en dat is een tijd geleden.

Jammer genoeg.

Wat de boeken van Ree zo aantrekkelijk maakt, is een belezenheid in heel andere boeken dan de canon; en een vermogen om eigen conclusies te trekken.

Bovendien mist hij het aplomb, en de vettige ironie die de bundels van de doorsnee Nederlandse columnist onleesbare verzamelingen maken, en ze zo snel doet verouderen.

Ik werd aan zijn bestaan herinnerd doordat ik deze bundel aantrof in zo’n bak buiten bij een boekhandel. Een man merkt nooit iets, uit 1985, met columns uit NRC Handelsblad. Helemaal zeker of het boek niet al in de kast stond, was ik niet. Maar voor éen euro was de koop geen groot waagstuk.

Even later, wachtend op de komst van een trein, was dit boek al tot verplichte lectuur geworden. Simpelweg om een paar heel geslaagde columns. Omdat Ree bijvoorbeeld een TV-uitzending als studiemateriaal had aanbevolen voor Nederlandse regisseurs: het gevecht tussen de pedante Gore Vidal, en de nog meer ergerniswekkende Norman Mailer, bij Dick Cavett.

En al zijn columns over boeken, of de media, in deze bundel uit 1984 waren nog altijd de moeite waard.

Werden andere columns ook nog handzaam gerangschikt onder hoofdjes als ‘Politiek’, ‘Geestelijk leven’, en ‘Schaakwereld’.

Slechts het laatste deel, met de verzameltitel ‘Huiselijk leven’ kon ik niet zonder voorbehoud bewonderen. Omdat Ree daarin iets te makkelijk de onhandige schlemiel speelt.

Tenslotte, een citaat dat je alleen bij iemand als Ree zult tegekomen:

scheiding

Minachting voor verdediging en verkenning en spionage, de frontale aanval tegen het sterkste punt van de tegenstander, het onvermogen om een eenmaal ingeslagen fatale koers te wijzigen, dat zijn middelen waarmee de incompetente bevelhebber keer op keer zijn slachtoffers maakt. Hoe kan dat? De eenvoudigste en meestgehoorde verklaring is dat militairen nu eenmaal dom zijn, omdat geen verstandig mens deze carrière kiest. Dixon is geen vijand van het leger, zelf heeft hij negen jaar bij de explosievenopruimingsdienst gewerkt, en na enig wikken en wegen verwerpt hij deze theorie. De wortel van het kwaad zoekt hij minder in een gebrek aan intelligentie dan in een gestoorde persoonlijkheid. Een geobsedeerdheid door orde en netheid, een angstige haat tegen de zachte kanten van de persoonlijkheid, dogmatisme en een minachting voor cultuur, intellectualisme en vernieuwingen, dat zijn volgens hem karaktertrekken die een mens in het leger goed doen aarden, maar tegelijkertijd maken dat hij in oorlogstijd de vreselijkste rampen zal aanrichten. [112]

scheiding
Hans Ree, Een man merkt nooit iets
Columns

167 pagina’s
Meulenhoff, 1985

* fragment van de ontmoeting tussen Vidal en Mailer:


Palimpsest ~ Gore Vidal

Palimpsest maakte met terugwerkende kracht duidelijk waarom Gore Vidal in Point to Point Navigation zo veel over zijn vader heeft geschreven. Dat was een goedmakertje. In Palimpsest gaat namelijk de meeste aandacht uit naar zijn moeder. Nina. Terwijl hij haar toch een naar egoïstisch kreng vond.

Ook bevatte Palimpsest erg veel meer van éen enkel ander bestanddeel dan me was bijgebleven. Nogal wat ruimte is ingeruimd voor Gore Vidal’s relatie tot John F. Kennedy en zijn Jackie. Het boek opent en besluit daar mee. Terloops nogal grof roddelend over de president en diens broer.

Nu was Jackie Kennedy op een rare manier bijna familie van Vidal. Zijn moeder was ooit getrouwd met haar stiefvader, waardoor Jackie een tijd in Gore’s oude kamer sliep. En de families bewogen zich ook in dezelfde kringen.

In 1960 deed Gore Vidal zelfs nog een poging om Congresslid te worden namens de Democraten. Alleen had hij daartoe een traditioneel Republikeins district in New York moeten veroveren, waardoor een verkiezing uitbleef. Zijn enige troost was daarbij aanzienlijk meer stemmen in die regio te hebben gehaald dan Kennedy gelijktijdig kreeg in de presidentsverkiezingen.

Deze exercitie, en het gegeven dat hij door Kennedy’s verkiezing van binnenuit kon bekijken wat het presidentschap eigenlijk voorstelde, doofde alle verdere politieke ambities bij Vidal.

Chronologisch gezien stopt dit boek toen Gore Vidal aan zijn tweede ronde als romanauteur begint, met de publicatie van Julian in 1964. Zelfs al had hij op dat moment allang door dat het grote publiek geen romans meer leest. Maar het genre lag hem nu eenmaal. Zelfs al betekende die voorkeur dat hij zich eerst financieel onafhankelijk diende te maken, door ruim tien jaar voor de televisie en film te werken.

Tegelijk zit er nauwelijks chronologie in het boek, omdat het tamelijk associatief door Vidal’s leven gaat, en hij ook regelmatig vanuit het heden terugblikt naar toen.

Meest opvallend aan het boek is evenwel niet dat. Noch is de biografie van Vidal’s leven dit. Ik ken namelijk weinig boeken waarin zo venijnig geroddeld wordt over anderen als Palimpsest. Hemingway was daar een klein kind bij, in A Moveable Feast. Vidal’s anekdotes zijn ook aanmerkelijk beter.

Ik heb dit boek eerder gelezen, in 1996, en herinnerde me vrijwel al die in roddel verpakte oordelen over anderen nog. Tenminste, als die Vidal’s relatie tot anderen kenmerkte. Anekdotes die hij anderen laat vertellen in dit boek, waren nu weer als nieuw.

Gore Vidal is schaamteloos, als dit hem zo uitkomt; ook over de sex die hij had, met bijvoorbeeld Jack Kerouac. En in dit boek past dat. De achterklap hier navertellen, om dit boeklogje kleur te geven, is dan weer smakeloos.

Gore Vidal, Palimpsest
A Memoir

439 pagina’s
Abacus Books 1996, oorspronkelijk 1995

Point to Point Navigation ~ Gore Vidal

Gore Vidal publiceerde in 1995 een eerste boek met memoires, met de titel Palimpsest. Dit las ik vrij kort na publicatie, en hoewel ik het een prijzenswaardig boek vond, schokte het me ook. Niet door wat Vidal over zichzelf vertelde, want hij vindt zichzelf geen interessant onderwerp, maar door zijn giftige roddels over beroemde anderen.

Palimpsest liep tot Vidal’s veertigste jaar, in 1964. Dus lag het in de rede dat er nog eens een vervolg kwam. En dat zou dan Point to Point Navigation moeten zijn. Alleen had ik uit de besprekingen van dit boek al geleerd dat Vidal nogal eens informatie uit Palimpsest herhaalde.

Dus kon dit boek wel wachten, tot mijn kennis over het leven van Gore Vidal weer wat verder was weggezakt. En blijkbaar was dat moment nu.

Waarop al vrij snel bleek dat Point to Point Navigation geen al te samenhangend boek is, maar eerder een verzameling fragmenten en schetsen. Er staan liefst 56 hoofdstukken in, die nogal eens informatie herhalen die vaker in dit boek voorkomt; wat het niet vreemd maakt dat er overlappingen zouden zijn met andere publicaties.

Vidal schreef voor de eerste helft van het boek nogal eens in memoriams van dierbare doden. Die niet toevallig bijna allemaal, op zijn man Howard Austen na, ook nog bekende namen droegen.

Verder trekt hij veel ruimte uit om over de dood van zijn vader te schrijven.

Af en toe ook zocht Vidal inspiratie bij Michel de Montaigne. Als het over de kwaliteit van zijn geheugen gaat. Of om nog eens te kijken wat Montaigne ook weer schreef over de leugens die hij waarnam, om zich heen.

En goed, dan waait dit boek overal heen, en biedt het weinig structuur. Bovendien is Gore Vidal soms op een merkwaardige manier ijdel, en een snob. In Point to Point Navigation recenseert hij bijvoorbeeld enkele boeken die over hem verschenen zijn, op een toon of de auteurs hem dodelijk beledigd hebben met hun aandacht.

Maar op zinsniveau stelt Vidal nu eenmaal zelden teleur. Dus blijk ik hem lezen.

Today, where literature was movies are. Whether or not the Tenth Muse does her act on a theatre screen or within the cathode tube, there can be no other reality for us since reality does not begin to mean until it has been made art of. For the Agora, Art is now sight and sound; and the books are shut. [4]

Gore Vidal, Point to Point Navigation
A Memoir
1964 to 2006
277 pagina’s
Abacus 2007, oorspronkelijk 2006

State of Being ~ Gore Vidal

In oktober 2009 komt er een fotoboek uit over het leven van Gore Vidal. Daarmee wordt weer een deel toegevoegd aan de memoires van de man. En de vraag is inmiddels of daar inhoudelijk nog iets nieuws in staat.

Vidal heeft namelijk ook buiten de autobiografieën al regelmatig over zichzelf geschreven. Sterker nog, het onderdeel ‘State of Being’ uit deze enorme verzamelbundel kan zich voor mij zonder meer meten met een pure autobiografie als Point to Point Navigation. Weliswaar ontbreken de gegevens die in geen memoires missen; zoals zijn geboortedatum. Maar de lezer komt wel degelijk op interessante wijze in contact met heel het leven van de auteur.

En deze essays zijn vaak ook beter geschreven, dan wat Point to Point Navigation te bieden heeft.

Voordeel van deze verzameling is bijvoorbeeld dat Vidal zich onbeschaamd uitlaat over de boeken die hem in zijn jeugd beïnvloed hebben. Zo kleurden avonturen van Tarzan, en John Carter, zijn dagdromen nogal.

De portretten die hij dan weer van Orson Welles schetst, of van Anaïs Nin, zijn zeker zo goed, zo niet beter dan wat hem in Point to Point lukte aan beschrijvingen van een ander.

Verder informeert geen van de autobiografieën beter over Vidal’s werk voor de televisie, en Hollywood; of diens gedachten daarover.

Al is hij over alles en iedereen bijtend:

I have known few American writers who have had much or, indeed, any enthusiasm for literature. Writers who teach tend to prefer literary theory to literature and tenure to all else. Writers who do not teach prefer the contemplation of Careers to art of any kind. [1201]

Gore Vidal, ‘State of Being’
216 pagina’s
in:
Gore Vidal, United States
Essays 1952 – 1992
1295 pagina’s
Abacus 1999, oorspronkelijk 1993

State of the Art ~ Gore Vidal

Er is op het moment een nieuwe selectie uit van Gore Vidal’s artikelen. Dat boek heeft de toepasselijke titel The Selected Essays. En ik was even verheugd. Maar mij viel vervolgens op dat recensenten heel ruim citeerden uit stukken die ik allang kende.

In 1993 kwam namelijk deze turf uit; een boek bijna even dik als breed. Een bundel artikelen in drie gedeelten, die gaan over literatuur, politiek, en Vidal — ‘State of the Art’, ‘State of the Union’, en ‘State of Being’.

Slimmer dan om die nieuwe Selected Essays te kopen, was het dus om te herlezen wat al in de kast prijkte. Al stond het me tegen om alle 1.300 pagina’s opnieuw door te nemen. Niet per se om de inhoud. Maar gewoon om de tijd die ik met zo’n enorme pil bezig zou zijn.

Vidal moet met mate gelezen worden, met hoogstens een paar essays per dag. Meer roept namelijk makkelijk ergernis op over de verkeerde dingen. Hij is nu eenmaal onfeilbaar, hij is een snob, door zijn goede afkomst, en hij houdt er erg van om terloops namen van beroemdheden te droppen.

Maar tegelijk kan Gore Vidal wel schrijven, en lezen. En in zijn literaire recensies weegt nog weer andere kennis mee ook. Vidal heeft ook tal van filmscenario’s geschreven — waarvan Ben Hur wel de bekendste zal zijn.

Dus herlas ik zijn kritieken, mede om het boek over fictie van criticus James Wood, die ik van eensluidende voorkeuren verdenk.

Iedere essaybundel van Vidal is trouwens alleen de aankoop al waard, als er het stuk ‘The Top Ten Best Sellers’ in staat. Dat gaat erover welke boeken er begin januari 1973 het best verkocht werden in de VS, volgens de New York Times. Omdat hij daarin onder meer pijnlijk duidelijk aantoont welke cliché’s uit de filmkunst het tot vertelelement hebben gebracht in boeken van matige schrijvers.

Ha, daar is de spiegelscene weer, waarin de hoofdpersoon zich eens kritisch bekijkt, en de schrijver de gelegenheid neemt de ontwikkelingen tot dusver samen te vatten.

Kritisch is Vidal ook over de funeste invloed van de nouveau roman. Niet omdat hij vormexperimenten zou schuwen, maar vooral omdat die experimenten zo vaak met slecht schrijven gepaard gaan.

In alle essays over literatuur is taal de constante. En Gore Vidal spaart weinigen daarbij. W. Somerset Maugham moet het bijvoorbeeld ontgelden, omdat diens dialogen zo banaal zijn. Het is of alsof die nooit los kwam van het succes met zijn toneelstukken — waar de dialoog niet hoeft te spreken, omdat de acteurs er nog van alles mee kunnen doen.

En zo levert elk stuk — de essays bestrijken een breed terrein, van boekbespreking, tot overzichtsverhaal, en in memoriams — altijd wel éen of twee messcherpe oordelen op. Waarvan het verleidelijk is om die te citeren, maar nog beter is om die te zien schitteren in de setting van Vidal’s betoog.

Nu ja, even dan:

I have often chided my Soviet friends on the naïeveté of their country’s censorship. Newly literate and still awed by the printed word, the Russians governors are terrified by ideas. If only they knew what our governors know: that in a huge egalitarian society no idea which runs counter to the prevailing superstitions can successfully penetrate the national carapace. [1958]

undefined

[…] books are no longer read, while pieces about writers are. [1970]

undefined

During the last fifty years, the main line of the Serious American Novel has been almost exclusively concerned with the doings and feelings, often erotic, of white middle-class Americans, often schoolteachers, as they confront what they take to be life. It should be noted hat these problems seldom have anything to do with politics, with theories of education, with the nature of the good. [1980]

undefined

The century that began with a golden age in all the arts (or at least the golden twilight of one) is ending not so much without arts as without the idea of art, while the written culture that was the core of every educational system since the fifth century B.C. is now begin replaced by sounds and images electronically transmitted. [1984]

Uiteindelijk is elk essay van Vidal over literatuur dus ook een verhaal over een wereld die op het punt van verdwijnen staat. Hij verklaarde in de jaren vijftig de roman al een bedreigde kunstsoort. Niet eens om de inhoud, maar door het verdwijnen van de geïnteresseerde lezer.

Er zijn wel jongens die alles over film weten, die zo veel plattere soort van vermaak. Kennis over literatuur is geen sociaal kapitaal meer. Behalve op de universiteiten dan. Maar dat is helemaal een verkeerde ontwikkeling, volgens Vidal.

Gore Vidal, ‘State of the Art’
520 pagina’s
in:
Gore Vidal, United States
Essays 1952 – 1992
1295 pagina’s
Abacus 1999, oorspronkelijk 1993

State of the Union ~ Gore Vidal

In deze dagen, nu de media enkel oor hebben voor die al eeuwig lopende en o zo vervelende verkiezing in de VS, is het goed om vooral naar tegenstemmen te luisteren. En het krachtigste, en helderste geluid is dan dat van Gore Vidal. Deze auteur weet alleen al waarover hij schrijft, omdat hij opgroeide in de schaduw van het politieke bedrijf in Washington.

Grootste nadeel aan het lezen van Vidal is wel dat deze de mechanismen achter de macht in Amerika zo weet bloot te leggen, dat alle reportages in de media oppervlakkig en hopeloos ongeïnformeerd overkomen. Want doet het er iets toe wie president wordt?

Nee. Al helpt het natuurlijk niet mee om een totaal incompetent zootje als Bush cs aan de macht te bengen.

Uit deze turf met honderden verzamelde essays zijn er twee in het bijzonder de moeite waard. Beide heten ‘State of the Union’, naar de speech die de president elk jaar houdt over de toestand van het land. Vidal schreef er éen in 1975, en éen in 1980. En hij zou trouwens ook na 1992 dit procédé nog een paar keer herhalen — maar nooit meer zo goed.

De ‘State of the Union: 1975’ is alleen al uniek omdat Gore Vidal ermee begint om uit te leggen hoe hij zijn lezingen houdt. Zo aanvaardde hij alleen uitnodigingen van organisaties van het meest patriottische, kleinburgerlijke soort. Het heeft geen zin om te preken voor een publiek van al bekeerden, was daarbij zijn devies. En naast dat Vidal vervolgens uitlegt wat hij in zijn lezing dan zei, neemt hij ook de geschokte reacties van zijn toehoorders mee.

De ‘State of the Union: 1980’ is dan weer klassieke polemiek. Die tekst boeit me alleen al door de luciditeit en schrijfkracht. Het is nogal wat als iemand niet alleen helder uitlegt waarom het allemaal anders zit dan iedereen altijd zegt, maar dat dit dan ook nog met onderkoelde en toch bijtende humor gebeurt.

Waar Vidal in andere stukken de Amerikaanse president een stroman van het bedrijfsleven noemde, heeft hij daar ditmaal een nog kortere aanduiding voor. De Bank. Wie het kapitaal heeft, bepaalt alles in de VS. Tot het ergens mis gaat, zoals ook al in 1980 gebeurde:

Plainly, there is panic in the boardroom of the Bank. A number of things have started to go wrong all at once. Since energy will soon be in short supply to all the world, the third republic will be particularly hard hit, because the Bank is not capable of creating alternatives to the conventional unrenewable (and so highly profitable) sources of energy, any more than the Bank was able to anticipate the current crisis of small car versus gas-guzzler, something that consumer-depositors had figured out some time ago when they demonstrated a preference for small economic models by buying foreign cars.

The empire is cracking up because the Banksmen have never had a very clear world view. One the one hand, they are supreme pragmatists. They will do business with Mao, Stalin, Franco, the Devil, if profits can be made that way. On the other hand, simultaneously, they must continue to milk this great cow of a republic; and the only way they know to get their hands on our tax dollars is to frighten us with the menace of godless communism, not easily done when you’re seen to be doing business quite happily with these godless predators.

[947 – 948]

De verzameling United States: Essays 1952 – 1992 is opgebouwd uit drie delen. Eerder kwam op boeklog al de sectie met Vidal’s beschouwingen over literatuur langs. Want deze omvangrijke verzameling heeft éen groot bezwaar: er staat te veel aan goed materiaal in. Een boek als dit is niet in éen keer te lezen. Terwijl het een oneindig rijk tonicum kan zijn, op het goede moment. Zoals dezer dagen.

Gore Vidal, ‘State of the Union’
524 pagina’s
in:
Gore Vidal, United States
Essays 1952 – 1992
1295 pagina’s
Abacus 1999, oorspronkelijk 1993