Mijn plezierbrevier ~ Kees van Kooten

► door: A.IJ. van den Berg

Van Kooten heeft mij in de humor opgevoed. Was het niet door de TV-programma’s die hij maakte met Wim de Bie, danwel door hun beider Bescheurkalenders. Dus wist ik ook welke humoristen hij bewondert. Van een idool lees je elk interview, zelfs al staat hij dan maar zelden zulke gesprekken toe.

Alleen daarom is het prettig al zijn helden nu eens verzameld te zien in een boek, omdat de kwaliteit van alles daarin al bij voorbaat buiten kijf staat.

Maar, onafhankelijk van Van Kooten had ik al een hoop auteurs gelezen die hij erg goed vindt. Begin jaren negentig verscheen The Oxford Book of Humourous Prose van Frank Muir. Dat is een bibliotheek van een boek, die me de weg heeft gewezen naar heel wat leuke schrijvers.

Van nogal wat verhalen in deze bundel kende ik daarom het origineel ook. Daardoor viel me op dat Kees van Kooten ze in zijn vertaling nogal eens op eigen toon lijkt te hebben gebracht. Bovendien citeert hij in de inleiding op een verhaal regelmatig uit eigen werk, waardoor die overeenkomst extra opvalt. Vele verhalen lijken vooral zijn eigen repertoire uit te breiden, met die eeuwig onhandige man als hoofdpersoon.

Nu pakt dat in sommige gevallen goed uit. S.J. Perelman heb ik nooit goed kunnen lezen in het Engels, omdat de leukigheid er zo dik bovenop ligt bij hem. Van Kooten maakt hem bijna leesbaar.

Maar bij mijn helden als een E.B White blijft een vertaling toch maar een vertaling. Niet dat dit Van Kooten is aan te rekenen. Het bewijst alleen maar dat er zelden iets boven het origineel gaat.

Verder ben ik er nog niet uit of de uitgekozen verhalen nu erg ouderwets zijn in hun behandeling van het menselijk tekort, of dat die overeenkomst ze juist enorm tijdloos maakt.

Kees van Kooten red. Mijn plezierbrevier
De natuurleukste korte verhalen volgens mij
488 pagina’s
Uitgeverij De Harmonie © 2006

bijzonderheid: met mp3’s op bijgeleverde mini-cd


[x]opgenomen in het dossier: