Rozen uit het Zuiden ~ Jean-Paul Franssens

► door: A.IJ. van den Berg

Is het mogelijk om te veel van een schrijver te hebben gelezen? Of tenminste zo veel dat een nieuw boek geen enkele verrassing meer brengt?

Ik vond het nooit een straf om Jean-Paul Franssens te lezen. Al was het maar omdat hij zo veel verschillende werelden in zich borg. Hij groeide op in Groningen, maar had toch iets Bourgondisch. Hij was beeldend kunstenaar, maar wist ook veel van zang. Hij ging pas relatief laat schrijven, en deed dit goed.

Maar misschien heeft hij met zijn twee autobiografische werken Zuiderkerkhof 1, en De wereld wil bedrogen worden zijn fictie wel overbodig gemaakt. Daardoor zijn nogal veel ingrediënten van zijn proza bekend geworden, want aan zijn leven verbonden.

Rozen uit het Zuiden speelt zich af in een niet nader genoemde stad, die gezien de straatnamen weleens Groningen kan zijn. Hoofdpersoon is weer eens een jongen, eentje van elf. Opnieuw ontbreekt thuis de vader, wat de moeder ertoe noopt er een winkeltje op na te houden, onder haar schort. Vanzelfsprekend komen er een schilder in voor, en ander artistiek volk. Natuurlijk overkomt de hoofdpersoon iets naars.

Dat Franssens het jongetje wat onwetend laat zijn, is knap. Terwijl ook diens onmiddellijke acceptatie van wat voor de lezer niet direct normaal zal zijn steeds prachtig wordt uitgewerkt. Maar voor mij ontbrak werkelijk alle spanning in dit verder soms zo sfeerrijk uitpakkende boek. Ik kon te goed voorspellen wat er komen zou, en dat is vrij dodelijk.

Raar is dat toch. Ware dit het eerste boek geweest dat ik van Franssens gelezen had, dan was hier uitgebreid de kwaliteit geloofd.

Jean-Paul Franssens, Rozen uit het Zuiden
190 pagina’s
Uitgeverij De Arbeiderspers, 2001


[x]