Pruik van paardenhaar & over het lezen van een boek ~ M. Februari & Marjolijn Drenth

► door: A.IJ. van den Berg

De dissertatie is nogal in status gedaald hier de afgelopen decennia. Dit komt mede door bezuinigingen van enkele CDA-kabinetten in de jaren tachtig. Kregen potentiële onderzoekers voorheen nog gewoon een aanstelling aan de universiteit, vanaf toen werd hun status een aparte. Personeel met alle rechten van personeel werden ze nooit, maar studenten waren ze ook niet meer. Zelfs ook werden velen onder hen in de jaren negentig afgescheept met een uiterst minieme beurs, in plaats van een gewoon salaris.

Naast al dit is de gemiddelde dissertatie opvallend weinig waard, buiten het universitaire circuit. Potentiële werkgevers hebben liever iemand die zich nog niet zo duidelijk in éen richting heeft gespecialiseerd.

Deze twee ontwikkelingen maken samen dat ik me bij ieder proefschrift altijd afvraag waarom iemand dit geschreven heeft.

Mede daarom ook ben ik zo vrij deze dissertatie als een interessante anti-dissertatie te lezen, die misschien zelfs kan worden opgevat als een belediging van de universitaire praktijk.

In dit proefschrift komen namelijk twee stemmen aan het woord; die van de filosofe M. Februari, en van haar alter ego de schrijfster Marjolijn Drenth [wier tweeën, om het simpel te houden, tegenwoordig samen publiceren onder het pseudoniem Marjolijn Februari].

De schrijfster van hen vertelt een verhaal, waarvan de lezer, zoals dit met verhalen gaat, zelf van alles in-, op-, en aanvult. Daarmee verduidelijkend dat we ook weten zonder dat ons alles verteld hoeft te worden.

De onderzoekster, daarentegen, bekijkt de gebreken van een aantal veelgebruikte modellen om de werkelijkheid te beschrijven. Veel ontleent ze daarbij aan het werk van de econoom Amartya Sen, die onder meer nogal wat kritiek heeft op het idee dat er een ‘homo economicus’ zou bestaan; die altijd doelbewust kiezende consument. En er is ook weinig merkwaardiger om te willen bevatten wat er gebeurt, dan door daar een model voor te nemen, waarvan vooraf bekend is dat het niet klopt.

Toch bloeit het geknutsel in de modelbouw nog immer, op alle universiteiten.

Een belangrijke vraag die de auteurs oproepen, in de synthese van wat zij beide schrijven, is ook wat voor zin het heeft weer een boek toe te voegen aan de oneindig groeiende stapel.

Het antwoord daarop is wat mij betreft dat elke poging iemand anders te willen vermaken nuttig mag heten. Zeldzaam zijn de boeken waaruit zulke duidelijke vragen over zowel vorm, als over inhoud naar voren komen. Ook zullen de auteurs na hun gezamenlijke productie een paar stappen verder zijn gekomen in hun ontwikkeling.

M. Februari & Marjolijn Drenth, Een pruik van paardenhaar
& over het lezen van een boek
Amartya Sen en de onmogelijkheid
van de Paretiaanse liberaal
220 pagina’s
E.M. Querido’s uitgeverij bv, 2000


[x]