Writings from The New Yorker 1927 – 1976 ~ E.B. White

► door: A.IJ. van den Berg

White is een van mijn helden. Ik lees op het moment daarom zijn verzamelde brieven — en voor zo’n tocht langs alle trivia moet er wel een band met een schrijver zijn, wil dat volgehouden kunnen worden. Maar snel gaat het lezen van dat boek niet. Daarom wissel ik het ook maar af met andere uit het oeuvre.

In Writings from The New Yorker zijn stukjes gebundeld die niet eerder in druk verschenen. Deels verschenen die eerder ook anoniem. Meestal zijn het kleine humoristische observaties, van een beknoptheid die het tegenwoordig goed zou doen op een weblog. Fait divers.

En zo heb ik dit bundeltje dan ook maar gelezen. Niet in éen zit, maar in heel kleine rukjes; alsof het een weblog was dat ik dagelijks tussendoor een paar maal bezocht. Op die manier was het in zijn geheel niet onaardig. Het was een zinnetjes hier, en dan weer eens een observatietje daar, die dit boek wel genietbaar maakten.

Maar White’s kracht zit hem voor mij toch meer in zijn langere stukken, en daarmee dus niet in dit boek. Als zijn stijl niet alleen een doel is voor een leuk effect even, maar ook een heel effectief middel om eens iets heel onnadrukkelijk toch te zeggen.

E.B. White, Writings from The New Yorker 1927 – 1976
245 pagina’s
Harper Perennial 2006, oorspronkelijk 1990


[x]opgenomen in het dossier: ,