Lord Gnome’s Literary Companion ~ Francis Wheen (ed.)

► door: A.IJ. van den Berg

Recensenten kan ik om verschillende redenen bewonderen. Bij Komrij is dat al gauw de taal, en het onverbiddelijke oordeel. Szymborska brengt humor, en wijsheid. Wood heeft dan weer een goede bullshit detector. Maar geen van deze drie is zo compleet als The Bookworm, die recensies schrijft in het satirische blad Private Eye. Biedt deze daarbij niet zelden opvallende inside informatie over het boekenvak.

Al zij hierbij opgemerkt dat The Bookworm niet bestaat. De stukken in Private Eye, dat het meest voor het recht gedaagde blad in Groot-Brittannië is, zijn vaak anoniem. Niet zelden leveren journalisten of schrijvers materiaal aan dat ze bij hun werkgever niet zo kunnen publiceren. En dit geldt waarschijnlijk ook voor de boekbesprekingen.

Tegelijk viel mij op dat recensies van The Bookworm wel een opvallende eenheid in toon hebben. Dus óf Francis Wheen is een heel strenge eindredacteur, die alles herschrijft, óf zijn leveranciers schrijven hun teksten op toon van de rubriek — vaste elementen in periodieken leggen die dwang ook op, opvallend genoeg.

Ik las Lord Gnome’s Literary Companion al eens eerder, relatief lang geleden — toen boeklog nog totaal ondenkbaar was — en moest toen de recensenten vaak wat knarsentandend gelijk geven. Indertijd had ik nog literaire helden onder de Britten. En dit boek heeft voor niemand een goed woord over. Ook voor die toenmalige helden niet.

Ditmaal las het alsof me wreed een spiegel werd voorgehouden. Ik kon namelijk niet anders dan de stukken bewonderen, om hun formuleringskracht, hun humor, en de inzichten die het bood. En tegelijk voelde ik me gedwongen om te gaan vergelijken, met mijn eigen inspanningen hier.

Ondanks dat boeklog een bijna dagelijkse haastklus vormt, waardoor elke zin een compromis is, wil ik toch wel degelijk een redelijk niveau halen. En Lord Gnome’s Literary Companion is vaak van een niveau dat ik nooit bereiken zal. Zelfs als die extra tijd wel besteed zou worden.

Het grote plezier voor mij als lezer schuurde met de jalousie de métier die ik voelde als collega-recensent.

Tegelijk komen op boeklog nauwelijks titels langs waarover ik fijn cabaret zou kunnen maken. Die zijn me domweg de moeite van het lezen niet waard. Een recensie over zulke boeken moet wel op een publiek worden geschreven — terwijl boeklog nog altijd meer leesdagboek is dan iets anders.

En soms trek ik wel degelijk vergelijkbare conclusies als The Bookworm:

The most cursory glance at the literary history of the past 150 years swiftly dispels the illusion that books were ever reviewed simply on their merits. [52]

Vandaar ook dat het blad er een zeker genoegen in schept te signaleren wie er nu weer een goede recensie van een vriend of vriendin heeft gekregen.

Mooi aan deze bundel recensies is onder meer dat ook bestsellers besproken worden. En auteurs van genre-fictie, zoals een stamgast op boeklog:

Dick Francis occupies an important place in English letters. He is the favourite writer of people who hate reading [58]

De woorden die gewijd werden aan vroegere helden deden me nu absoluut geen enkele pijn meer. Ook al omdat ik me op boeklog inmiddels soms al steviger over hen heb uitgelaten.

Ian McEwan’s novels — five of them now since the painfully wrought miniature of The Cement Garden back in 1978 — are generic. Their characteristic is that they resemble other novels by Ian McEwan. [134]

Terwijl de woorden over Updike’s roman Memoirs of the Ford Administration me indertijd wel degelijk hebben geholpen eindelijk een eigen mening over diens romans te formuleren. Als ik die al niet zo goed vond tijdens het lezen, mocht dit ook.

Good prose, Orwell famously remarked, is like a window-pane. Updike’s, though, is nearer to stained glass – full of light and colour and extremely pretty, but in the end only obscuring the variety of scene and incident beyond. [185]

Van deze leesbeurt nam ik de veroordeling over de in serie geproduceerde bloemlezing mee.

Anthologies are a publisher’s delight. Writer’s don’t have to write them, readers don’t read them. [329]

Ik heb ondertussen ontdekt zulke boeken niet meer te kunnen kunnen lezen. Maar dat het voor uitgeverijen opvallend loont om reeksen uit te geven met hun naam als eerste deel van de titel was toch een waarheid die nu pas werkelijk doordrong.

Francis Wheen (ed.), Lord Gnome’s Literary Companion
362 pagina’s
Verso, 1994

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

Marc van Oostendorp  op 1 mei 2010 @ 08:54:16

Het laatste citaat, over die bloemlezingen, lijkt me (mogelijk onbedoeld) enigszins ironisch in een bundel als deze. U zegt dat u ‘zulke boeken’ niet kunt lezen — maar dat hebt u toch net gedaan?

boeklog.info  op 1 mei 2010 @ 09:38:59

Het gaat mij daarbij om titels als: _The Oxford Book of Ideas by Middle Class Twats_, of _The Faber Book of Political Truths_.

Al zou ik deze titels dan wel weer lezen.

Ik heb de zin waarover u viel iets verduidelijkt, hopelijk. Dank.