Broddelwerk ~ W.A. Wagenaar

► door: A.IJ. van den Berg

Eens in de zo veel tijd schrijft de rechtspsycholoog W.A. Wagenaar een boek over misstanden in het Nederlandse strafrecht. Of anders doen geleerde collega’s als H.F.M. Crombag en H.L.G.J. Merkelback dit wel. Het zou te ver voeren om al deze boeken uitwisselbaar te noemen. Maar, in de kern zijn ze wel degelijk het zelfde.

Dus moest ik deze boeken maar weer een tijdje negeren.

De problemen veranderen namelijk niet.

Politie gaat bij de opsporing door ingeslepen gewoonten makkelijk zelf op de stoel van de rechter zitten, en doet dan te weinig moeite na te gaan of iemand ook onschuldig zou kunnen zijn. Bij het Openbaar ministerie treedt makkelijk eenzelfde tunnelvisie op. En de rechters tenslotte hebben slechts juridische kennis, en zijn verder onvoldoende opgeleid om andere manieren van waarheidsvinding te gebruiken; wat alleen maakt dat geraadpleegde experts te slaafs worden vertrouwd.

Ook valt op dat deze zo fundamentele aanmerkingen genegeerd worden door de bekritiseerden. Vooral juristen denken dat geen mens verstand kan hebben van hun vakgebied, dan iemand met dezelfde hersenspoeling als zij. Misschien lijkt dit hard uitgedrukt; maar sektarisch is hun onverschilligheid voor harde kennis wel degelijk.

Wagenaar beschrijft in Broddelwerk onder meer wat er misging in een veelbesproken proces als de zaak tegen de vroegere Heineken-ontvoerder Holleeder. Ook is er aandacht voor de afwikkeling van de Schipholbrand — die plaatsvond in de barakken met gevangenen die het land zouden worden uitgezet. En bij uitzondering werd ook het Joegoslavië-tribunaal kritisch bekeken, hoewel dat strikt genomen hoogstens in Nederland gevestigd is. Dit tribunaal negeerde slechts voor het gemak alle kennis die er is om te voorkomen dat getuigen beïnvloed worden bij het aanwijzen en herkennen van verdachten.

Een heel boekdeel is gewijd aan de problemen die kleven aan de herinneringen van verdachten en vooral getuigen. En vanzelfsprekend zegt Wagenaar daarbij niet veel anders dan wat Merkckelbach al zo veel uitgebreider behandelde in het boek Hoe een CIA-agent zijn geheugen hervond. Zij het dat hij ook ingaat op wat tijdelijk het geheugen kan verstoren:

Uit de epidemiologie van crimineel gedrag blijkt dat bij de helft van alle misdrijven alcoholmisbruik in het spel is. Het is daarom van groot belang dat al degenen die bij opsporing en vervolging betrokken zijn een goed beeld hebben van wat alcohol met mensen doet. Doordat de meeste functionarissen ook zelf alcohol gebruiken, zou men denken dat de bekendheid wel voldoende zal zijn. Dit is echter een misvatting; […] [113-114]

Wie veel alcohol drinkt, stopt daardoor op een gegeven moment met het opslaan van blijvende herinneringen, schrijft Wagenaar. Het kan dus heel goed zijn dat betrokkenen zich later niets meer van gebeurtenissen herinneren; die juist plaatsvonden omdat ze ook al hun normale remmingen verloren.

Het slothoofdstuk van dit boek is ingeruimd voor aanbevelingen. Daarbij doet Wagenaar nogmaals zijn best om aan te tonen dat veel van wat in de opspring en vervolging praktijk is eerder uit slechte gewoonten voortkomt, dan dat er wetten zijn die dat gedrag opleggen. ‘Demonen’ noemt hij die slechte gewoonten.

Maar ook dit boek besluit weer met de treurige conclusie dat het maatschappelijke debat over zulk ingesleten fouten nog altijd moet beginnen.

W.A. Wagenaar, Broddelwerk
Over geklungel in het strafrechtelijk onderzoek

240 pagina’s
Bert Bakker, 2010

[x]opgenomen in het dossier: