Packing for Mars ~ Mary Roach

► door: A.IJ. van den Berg

Ruimevaart is indrukwekkend, ruimtevaart is technisch hoogstaand, met ruimtevaart kan veel. Alleen heeft om éen of andere reden de opinie postgevat dat er liefst ook mensen in zo’n raket of shuttle mee moeten. Hun aanwezigheid maakt alles nog wat indrukwekkender, hoogstaander, en meer.

En helaas is die mens geëvolueerd op aarde; en volledig aangepast om te leven op vaste grond.

Packing for Mars gaat over de talrijke moeilijkheden die overwonnen moeten worden om mensen mee de ruimte in te sturen. En Mary Roach gidst de lezers, als te doen gebruikelijk, prettig laconiek langs al deze problemen. Heel goed aan haar boeken is alleen al dat ze geen taboe daarbij negeert.

Want, als er dan een raket naar Mars gaat, wat gebeurt er dan onderweg met de poep van de astronauten? En wat eten ze op de terugreis? Hun eigen uitwerpselen, maar dan natuurlijk wel netjes gerecycled? Of kan die poep toch beter op de buitenkant van het ruimteschip geplakt worden; om schadelijke straling uit te ruimte te absorberen?

Roach laat na om de ideale astronaut te beschrijven. Maar waarschijnlijk zou deze doofstom zijn — door hun oorproblemen hebben zij als enige geen last van de bewegingsziekte die andere ruimtereizigers zo plaagt; zeker op de eerste dagen na de lancering. En verder zijn vrouwen gemiddeld genomen dan weer geschikter als mannen, vanwege hun lagere gewicht, omdat ze minder lang uitvallen, en dus minder eten en drinken nodig hebben.

Desondanks is de gemiddelde ruimtevaarder een stevige man, van minstens veertig, met een normaal gehoor.

Maar het is niet mis wat het opheffen van de zwaartekracht, buiten de aarde, allemaal doet met zo’n stoere vent.

Zo vallen normale prikkels weg; zoals de aandrang om te plassen bij het vol zijn van de blaas. Evenmin werkt het darmstelsel nog normaal. Dus moeten astronauten op les om onderweg ook te kunnen wat ze als kleuter al hebben geleerd. Beheersing te krijgen over hun plassen en poepen.

En in een cabine zonder zwaartekracht is er geen vloer, en geen plafond. Alleen maakt het voor de communicatie wel degelijk uit in welke positie iemand zich bevindt. Wat iemand zegt, die op het oog ondersteboven hangt, is heel moeilijk te begrijpen, omdat liplezen zo veel bijdraagt aan ons begrip.

Ondertussen atrofiëren de spieren, omdat die amper gebruikt hoeven te worden, en neemt de sterkte af van het skelet.

Goed aan Roach is bijvoorbeeld dat ze dan gaat praten met mensen die ergens maanden alleen maar liggen, in een proef om te meten hoe het bewegingsapparaat aangetast wordt zonder zwaartekracht. Want een reis naar Mars is op aarde het best te simuleren in verplichte bedrust, helemaal plat.

Net zo eet ze astronautenvoedsel, drinkt ze gerecyclede urine, van haarzelf, en leert ze poepen op een astronautentoilet. Dat heeft een heel klein gaatje, omdat voorkomen moet worden dat de boel gaat rondzweven.

Een van de weinig zaken die ze niet uitprobeert, is hoe ze ruikt na veertien dagen zonder water en zeep. Of, hoe het is om weken in hetzelfde ondergoed te lopen.

Voor de rest zit het er allemaal in. Van paraboolvlucht tot het doorstaan van enorme G-krachten. Van de niet altijd frisse praktijk van het astronautenleven, tot de geweldige batterij aan onderzoek die nodig is om een mens in de ruimte te laten functioneren.

Hoogstens worden me sommige conclusies iets te vaak herhaald in het boek; zoals dat het duizenden dollars kost om elke pond gewicht extra de ruimte in te brengen.

Mary Roach, Packing for Mars
The Curious Science of Life in Space

295 pagina’s
Oneworld Publications, 2010

[x]