Restjes ~ Rudy Kousbroek

► door: A.IJ. van den Berg

Elke nieuw boek van Kousbroek dat ik deze eeuw begon, kwam met een verwachting. Daarvoor hadden al die oude Kousbroeken wel zorg gedragen.

Van de weeromstuit vielen geen van die uitgaven me werkelijk mee. Op het brievenboek Machines en emoties na dan; maar dat kwam eerder door de woorden van Willem Frederik Hermans en Ethel Portnoy, dan door wat Rudy Kousbroek daarin schreef.

Ook Restjes, het boek met de zo weinig aanmoedigende titel, dat nog net bij leven van Kousbroek werd uitgegeven, pakte niet erg memorabel uit. De meeste stukken uit de bundel kende ik al. Uit NRC-Handelsblad waarschijnlijk. Ook zijn bijdrage uit Uren met Karel van het Reve staat herdrukt in dit boek. Helaas laten uitgevers tegenwoordig vaak de informatie weg waar iets eerder gepubliceerd was; waardoor ze de waarde van hun eigen boeken aanzienlijk verlagen. Ik vind dat getuigen van totaal de verkeerde zuinigheid.

Rudy Kousbroek [1929 – 2010] is inmiddels overleden. Op mijn andere weblog heb ik nog die dag nog een erg beknopt in memoriam aan hem gewijd. En daaruit bleek toen al dat het me moeilijk viel Kousbroek te plaatsen. In mijn persoonlijke leesgeschiedenis was hij vroeg van invloed, maar daarna al niet meer. Alleen, wat had hij dan precies betekend?

Een heel opvallend stilist was hij niet. Al schreef hij in zijn laatste boeken wel aanmerkelijk beter dan in de jaren zeventig.

Kousbroek was er wel heel goed in om de ideeën op te merken bij anderen die bijzonder zijn. Verder heeft hij zelf met regelmaat opvallende gedachten geformuleerd; en dan vooral over hoe ook het geheugen ons maakt tot wat wij zijn.

In Restjes vond ik ‘Is het zoo geschied?’ een van de betere essays. Omdat Kousbroek daarin aan de hand van oude geschiedenisplaten prettig hardop mijmert over vaderland, en vroeger, en wat aantrekkelijk is in tekeningen.

De narigheid met goede ideeën is alleen dat je die zo eenvoudig in het eigen denken integreert, om daarop te vergeten dat je lang niet alles zelf hebt bedacht. Kousbroek’s invloed zal vast groter zijn dan ik besef. Maar tegelijk was het soms ook wel makkelijk om het met hem eens te zijn, in dit boek.

Hoogstens zei Kousbroek het over sommige zaken allemaal aanmerkelijk scherper dan ik al voelde, of dacht.

Ook in Restjes zijn weer enkele stukken gewijd aan de culturele armoede van Nederland; zo niet de hufterigheid van het land. Alleen had hij daar al zo veel vaker over gepubliceerd. En beter.

Meest opmerkelijke bijdrage aan het boek is waarschijnlijk ‘Eeuwigdurende bijstand’. Dat is een essay over Stendhal, waarin Kousbroek tegelijk ook nog afrekent met iedereen die lacherig doet over de uitvinding van Viagra. Alleen wreekt zich daarbij weer de luiheid van de uitgever om geen data te vermelden van de oerpublicatie. Een groot deel van Kousbroek’s argumentatie, over wat het betekent dat geen man nog hoeft te wanhopen dat niets meer rechtkomt, staat bijvoorbeeld beter verwoord, en van meer context voorzien, in het boek A Mind of its Own uit 2001.

Maar bedacht Kousbroek zijn argumenten zelf, of ontleende hij die ook maar weer voor een deel uit wat hij gelezen had? Of liggen zulke ideeën zo voor de hand dat iedereen ze zou kunnen verzinnen? Dit soort zaken maakt voor mij uit.

Dus is Restjes waarschijnlijk het meest Kousbroek in de stukken die hij verzonnen lijkt te hebben, maar waarschijnlijk gewoon waar zijn. Zoals in dat overzicht van oude topografische aanduidingen uit China, dat slechts éen pagina inneemt. [de vijver der onbegonnen werken, de kapel van de misplaatste aandacht].

Staan er nog opvallend veel stukken in over schrijvers en denkers die hij waardeerde. Alleen was daar geen onbekende bij. Voor mij dan.

Rudy Kousbroek, Restjes
Anathema’s 9

219 pagina’s
Augustus, 2010

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden