Dwaallicht ~ Willem Elsschot & Dick Matena

► door: A.IJ. van den Berg

Elsschot is dé auteur die ik nodig moet herlezen. Op de middelbare school was hij een held; ik heb nog heel succesvol tentamen gedaan over zijn boeken en dichtwerk. En dat later ook Karel van het Reve hem zo goed bleek te vinden, bevestigde dat ik het ooit goed had gezien.

Helaas heb ik al zijn boeken in éen handzame verzamelband. Dat is het soort uitgaven waar ik ooit dol op was, omdat die veel tekst boden voor weinig geld, maar die gewoon zelden zo prettig lezen als een los gepubliceerd boek.

Is er tegenwoordig ook nog het werk van Dick Matena. Hij heeft van Elsschot de romans Kaas en Het dwaallicht omgewerkt tot beeldromans. En die laatste titel heb ik nooit goed begrepen. Overigens is er tegenwoordig een wetenschappelijke uitgave van dat boek die uitlegt dat niemand begrijpt wat Elsschot er precies mee wilde.

Zeker lijkt dat drie zeelieden, uit het Oosten, in een grote havenstad op zoek zijn naar Maria…

Of is dat wel zo? Matena beeldt de Aziaten geen enkele keer in detail af, of in een close-up; terwijl hoe alle anderen juist opvallend vaak zo tekent. Het kunnen dus ook personages zijn die enkel de verbeelding van de hoofdpersoon bevolken.

Het belangrijkste personage is de heer Laarmans, die van Matena de kop van Willem Elsschot gekregen heeft. Deze wil de zeelieden bij hun zoektocht krijgen helpen, al kan hij betrekkelijk weinig voor hen doen. Op het adres dat zij op een stukje karton hebben staan, van een leeg sigarettendoosje, is een winkel in vogelkooien gevestigd. Maria van Dam is daar onbekend.

En veel vriendelijk volk ontmoeten hij verder niet, op zijn vruchteloze queeste; waarop Laarmans de drie zeelieden dan maar naar hun schip begeleid. Of was hij slechts zelf enkel op zoek naar een prostituee, zonder haar rechtstreeks te durven bezoeken? De beroemdste passage uit het boek, uitgesproken als de hoofdpersoon alleen naar huis toe gaat, en even stilstaat bij een huis, verwijst naar die interpretatie:

Kom, oude sater, het is genoeg. Laat haar in vrede genieten van haar laatste sigaretten, dromen van haar sjaaltje en van haar pot gember. En loop door, dan wordt u wellicht de geilheid niet aangerekend die bij deze nachtelijke klopjacht uw stut is geweest.

Als leesboek moest Het dwaallicht het daarom al meer hebben van sfeer, en van er meer in willen zien dan er in zit — vele interpretatoren hebben gedacht christelijke symboliek te ontwaren, met die drie geduldige mannen uit het Oosten — dan van het verhaal.

Als beeldroman is van die factoren vooral de sfeer overgebleven. Alle tekeningen zijn gemaakt in gewassen inkt — het verhaal speelt zich nu eenmaal bij avond af — wat alles nog net iets duisterder maakt. In het donker wordt elke lamp al een baken.

En het tekenwerk is aanzienlijk losser dan in Dik Trom en zijn dorpsgenoten, of vrijwel elk boek dat Matena in opdracht maakt. In die zin biedt deze uitgave waarschijnlijk de tekenaar zoals die helemaal uit zichzelf werkt.

Punt blijft alleen, ik heb Het dwaallicht altijd een raar boek gevonden. En daar verandert de bewerking tot stripverhaal verder niets aan.

Willem Elsschot, Het dwaallicht
Een beeldroman door Dick Matena

155 pagina’s
Athenaeum-Polak en Van Gennep, 2008

* illustratie uit het besproken boek:


[x]