Over geweld ~ Hannah Arendt

► door: A.IJ. van den Berg

Protest mag in Nederland, maar dan wel als dit volgens de regels gebeurt. Wie wil demonstreren moet bijvoorbeeld van tevoren toestemming loskrijgen van de lokale politie.

Tegelijk heeft een protest een veel grotere kans op media-aandacht als er geen toestemming is van de politie, en deze zich daarom gedwongen voelt een einde te maken aan de demonstratie. En vaak is het toch ook daar allereerst om te doen. Aandacht. Zodat een groter publiek het probleem gaat zien, en daar dan eens over nadenkt.

Op vele plaatsen elders in de wereld bestaat deze overlegcultuur niet. Wie daar publiek protesteert, roept automatisch weerstand op bij de autoriteiten. Die daarop dan waterkanonnen inzetten, politiehonden, en dienders met schilden en knuppels, zo niet het leger.

In het hedendaagse Nederland is de vraag dus: gaan we de wet breken omdat ons protest dit absoluut verdient? Waar elders de vraag eerder is: beantwoorden we het geweld dat tegen ons wordt ingezet voortaan met eigen geweld?

En voor dit laatste dilemma zag ook de protestbeweging in de VS zich geplaatst, eind jaren zestig. De demonstraties voor burgerrechten en tegen de oorlog in Vietnam riepen na jaren nog altijd felle reacties op van de autoriteiten. Ondertussen leek het protest ook helemaal niets te helpen.

Noam Chomsky weerde zich daarbij namens het kamp dat stelde geweld nooit met geweld te zullen beantwoorden. Voor hem was die reactie een zwaktebod; dat de autoriteiten alleen maar feller zou maken; en zelfs een terecht excuus gaf voor hun excessieve reacties.

Veranderingen afdwingen middels publiek protest is nu eenmaal een kwestie van lange adem.

Hans Koning merkte in 1968 overigens op dat sommige machtsdragers zich al bijna leken te verontschuldigen bij de zoveelste arrestatie.

Hannah Arendt [1906 — 1975] reageerde op het dilemma door een essay te schrijven. On Violence. Dat vooral nog bekend staat door de vraag die Arendt opwerpt wat geweld eigenlijk is. En of de begrippen ‘geweld’ en ‘macht’ niet te makkelijk door elkaar worden gebruikt.

Macht, sterkte, kracht, autoriteit, geweld — het zijn slechts woorden die de middelen aanduiden waarmee de mens over de mens heerst; ze worden als synoniemen beschouwd omdat ze dezelfde functie vervullen. Alleen wanneer men publieke aangelegenheden niet langer tot een zaak van overheersing terugbrengt, zal de oorspronkelijke inhoud van de termen met betrekking tot het domein van menselijke aangelegenheden in al zijn authentieke diversiteit aan het licht komen, of liever gezegd: opnieuw aan het licht komen. [67]

Arendt heeft daarom liever dat de begrippen ‘macht’ en ‘geweld’ in het discours worden onderscheiden.

Tegelijk ziet ze ook dat dit moeilijk is: de verschijnselen treden gauw eens gezamenlijk op in het dagelijkse leven.

Sterker nog, hoewel ze per se ‘geweld’ van ‘macht’ wil onderscheiden, komt de pure uitoefening van geweld alleen door de staat bijna nooit voor. Waardoor ik me weer afvroeg waarom er dan zo op dat verschil tussen beide woorden wordt aangedrongen. Zoals hierboven gememoreerd, machthebbers zullen gauw eens reageren op protest — alleen verschilt per land, staatsvorm, en tijdperk nogal hoe dit gebeurt.

Voor een groot deel bleek dit essay inderdaad een reactie te zijn op toen spelende vragen, over dat studentenprotest overal in de wereld, en de waarde daarvan. Waarbij ook zij meende dat geweld van de overheid niet met geweld beantwoord of geprovoceerd moet worden.

Dat leverde een stuk minder interessante tekst op dan gehoopt; die onmogelijk los te zien is van de tijd waarin deze geschreven werd. Want ook de Tweede Wereldoorlog, met al zijn geweld tegen mensen, woog nogal mee.

Inmiddels zijn er mensen die claimen dat de wereld een stuk minder gewelddadig is geworden. Zelfs al is er misschien dan beter zichtbaar dan ooit waar mensen lijden. En zelfs al is de controle van overheden op hun burgers inmiddels groter dan Arendt ooit heeft kunnen vermoeden.

Maar haar boek zette me niet eens tot tegenspraak aan — anders toch het grootste genot bij het lezen van filosofen — zo ver stond de materie van mij af.

Hannah Arendt, Over geweld
Met een voorwoord van Ido de Haan

156 pagina’s
Atlas, 2004
Vertaling door Rob van Essen van: On Violence, 1970

[x]