Discipline is het woord niet ~ les 2 uit 10 jaar boeklog

► door: A.IJ. van den Berg

Misschien dat er maar éen vraag echt toe doet bij tien jaar boeklog. Wat maakte dat ik het bijhouden van dit weblog al deze tijd volhield? Die kleine drieduizend boeklogjes lang? In honderdtwintig maanden? Met omgerekend die kleine vijfentwintig besprekinkjes elke maand?

Deze website. Deze last.

Toch is daar weinig meer over te zeggen dan dat de meeste boeklogjes er kwamen omdat ik er lol in had om ze te schrijven.

Eerder dit jaar meldde ik al:

Terwijl boeklog rustig zijn laatste reguliere jaargang afrondt, moest ik toch nog eens een paar maal dieper ingaan op het gegeven dat dit een logboek is. En geen lullige verzameling van boekrecensies. Al wat op deze pagina’s komt te staan, toont allereerst een momentopname van mijn gedachten.

Ik las een boek. Dat leverde mij ideeën op. Vervolgens werden daar enkele van aangetekend. En die hoefden niet per se met het gelezen boek te maken te hebben. Iets dat bezoekers maar niet willen begrijpen; terwijl dat uitgangspunt nochtans vanaf dag éen staat aangegeven op de website.

Het raadsel van boeklog is voor mij dan weer dat er zo zelden komt te staan wat ik me voornam om hier aan te tekenen. De gedachten in mijn hoofd zijn hoogstens de vroedvrouwen van zinnen als deze. Een voorname reden om een persoonlijk leesdagboek als dit bij te houden, is simpelweg dat het ook mij telkens weer verbaast wat ik te melden zou hebben.

Alleen is dus wel dat lezen nodig, om dit talige proces bij mij op gang te brengen.

Op iets kunnen reageren, werkt goed, om een strikte regelmaat vast te houden in het vastleggen van aantekeningen.

Nu ja, en dan speelt er wel wat in mijn voordeel. Ik kan zeer snel schrijven als het moet — door een jarenlange training in de journalistiek. Daardoor liggen er al tal van zinnen en zinsdelen klaar voor gebruik; zodat ik zelden nadenk over de formulering.

De meeste boeklogjes zijn ook in éen geut geschreven, in hoogstens twintig minuten; als de tekst rond de vijfhonderd woorden telt. ’s Ochtends vroeg. Nadat mijn onderbewuste al minstens een nacht bezig was geweest met wat er per se over het gelezene opgemerkt moest worden. Zodat ik al evenmin diep over de inhoud nadacht.

Ware het schrijven niet zo makkelijk gegaan, me dunkt dat ik allang met boeklog gestopt was.

Het naderende einde van boeklog als logboek heeft overigens wel te maken met alles wat het schrijven hier me niet heeft gebracht — al wil ik na tien jaar graag ook eens een tijdje rust.

Later zal ik er nog uitgebreid op ingaan hoe moeilijk het was om bestaande vooroordelen los te laten. Boeklog begon te laat in mijn leven om er nog veel invloed op uit te oefenen.

En in 2012 waagde ik al eens een poging om het eens heel anders te doen. Dat jaar wilde ik me eens richten op de kwaliteit van mijn boeklogjes, na me in de twee jaar daarvoor op de kwantiteit te hebben geconcentreerd; een periode waarin ik meer dan éen logje per dag schreef.

Deze radicale koerswending strandde. Het schrijven kostte me toen ineens te veel tijd; waardoor het vervolgens telkens een opgave werd om er opnieuw aan te beginnen.

En ik mocht me dan wel hebben voorgenomen om meer tijd te besteden aan elk boeklogje. De teksten werden daar domweg niet opmerkelijk beter van.

Boeklog bleek niet een medium te zijn waarvoor ik nog een heel ander manier werken kon aanleren — wat waarschijnlijk komt omdat enkel mijn weblog is; waardoor er geen enkele drempel meer bestaat om hier iets te doen of te laten.

Voor andere media lukt het wel om teksten te schrijven van een hogere kwaliteit. Alleen al omdat het daar ineens vanzelf spreekt om meerdere versies te maken; en een tekst, als het mogelijk is, eerst nog een tijd te laten liggen voor deze ingeleverd wordt. Context is weer eens koning.

Dus luidt de conclusie: boeklog bijhouden, kan dus blijkbaar slechts op éen manier. Als ik daar iets aan had willen veranderen, dan was dat hoogstens tijdens de eerste maanden van de website gelukt. Toen alle routines nog een vorm moesten vinden, en de kosten noch de baten van het stelselmatig noteren van mijn ideeën bij boeken al duidelijk waren.

Mooi is het dat ik dit nu weet. Pijnlijk trouwens ook.

Daarom, aan iedereen die me vertelde door boeklog geïnspireerd te zijn geraakt om zelf een leesdagboek te gaan schrijven. Om vervolgens te merken dat er werk in steekt om te formuleren wat precies de gedachten waren bij een boek. En om daarop zo vaak al snel te stranden.

Discipline is het woord niet, bij boeklog. De meeste boeklogjes schreven zich zelf. En ging het eens een dag opvallend slechter, dan kwam de herkansing al de dag erop.

Al heb vanzelfsprekend ook ik mijn ideeën moeten aanpassen over wat deze website zou kunnen zijn. Boeklog is ooit begonnen in de hoop dat de dagelijkse dwang om tweehonderd, tweehonderdvijftig woorden te publiceren, me ras tot een betere schrijver zou maken.

Ook dat voornemen mislukte. Want ik hoopte om iedere ochtend in een paar minuten even een wondertje af te kunnen dwingen. Vreemd is het niet, dat dit niet wilde.

Maar het compromis bleek vervolgens toch ook de moeite waard te zijn. Deze website kreeg bijvoorbeeld een steeds grotere betekenis als extern geheugen. Een gedachte vastleggen, betekent namelijk opvallend vaak dat zo’n idee uit mijn hoofd verdween. En in het onthouden van boektitels was ik altijd al opvallend slecht; waar me van de boekinhoud nu juist wel zo opvallend veel bijblijft.

Gelukkig dat er daarom tegenwoordig smartphones bestaan.

Kortom, ik heb door boeklog de betekenis ontdekt van vrijheid binnen heel summiere regels. Doordat dit mijn eigen doodlopende straatje is op het internet, maakt het betrekkelijk weinig uit wat hier gebeurt. Juist omdat ik daardoor het idee heb losgelaten dat boekbesprekingen volgens een recept geschreven moesten worden, ben ik verder gekomen, met dat schrijven. Zelfs van boekbesprekingen.

En daar zit iets paradoxaals in.

Waar ik dus andermans woorden en ideeën in boekvorm weeg, op hun logica onder meer, lukt dat me bijvoorbeeld het best door eerst alle eigen regels los te laten en gewoon te gaan schrijven; om dan maar te zien waar het betoog eindigt.

En goed, ja, deze methode heeft zijn beperkingen.


[x]opgenomen in het dossier: