Waanzin in de wereldliteratuur ~ Pieter Steinz

► door: A.IJ. van den Berg

Je kunt geen goede schrijver van serieuze fictie zijn als je niet depressief bent. Dat schreef Kurt Vonnegut [1922 — 2007]. Die in zijn hele leven na 1945 met een behoorlijk oorlogstrauma had af te rekenen.

En ik denk dat er veel waars zit in die ene uitspraak van hem. Gedreven schrijven komt doorgaans voort uit een gebrek. Al hoeft dat gebrek niet per se een te grote zin te zijn voor realiteit.

Ik meen zelfs dat de doorsnee hedendaagse Nederlandse roman zo matig is omdat de schrijvers hier te weinig strijd moeten leveren; door een schrijnend gebrek aan ellende. Onze samenleving is daar de samenleving niet naar. Leed is hier allereerst persoonlijk leed. Dat mag heel prettig zijn voor iedereen, maar het is funest voor een beetje literatuur als de auteurs werkelijk niets hebben te melden dan dat er pluis in hun navel zit. Als aan hun boeken niet af te lezen is waarom die er ondanks alles moesten komen.

Tegelijk moet dit principe ook weer niet omgedraaid worden. Een goed kunstwerk is altijd goed ondanks alle kwalen van de maker.

De Boekenweek van 2015 heeft ‘Waanzin’ als thema, en het motto luidt ‘te gek voor woorden’. En Pieter Steinz schreef ditmaal het bijbehorende Boekenweek-essay.

Dat deed hij overigens vlot. Alleen was deze tekst niet voor mij bedoeld. Steinz noemde bijvoorbeeld geen enkele titel of schrijver die ik nog niet kende — waar hij in zijn andere overzichtswerken toch vaak nog weleens een verrassing had.

Het leest domweg raar, om iemand meer te bewonderen om de soepelheid waarmee hij zich van de ene auteur naar de andere schrijft, dan om de inhoud van wat hij mee te delen had.

Ik vroeg me ook af of er beperkingen waren opgelegd aan Steinz. Mocht hij het enkel over schrijvers hebben van wie er nog boeken in de handel zijn? Was hem te verstaan gegeven dat de Boekenweek voor het grote publiek is bedoeld, en niet voor de mensen die altijd al boeken lazen?

Dit boek bevestigt namelijk ook de canon wat te zeer. Boudewijn Büch? J.M.A. Biesheuvel? Jan Arends? Sylvia Plath? Virginia Woolf? Edgar Allan Poe?

Pas helemaal aan het eind van Waanzin in de wereldliteratuur staat iets dat ik mijzelf nog niet bedacht had. Dat waanzin zich ook kan uiten in de vorm van een boek:

De meeste goede boeken hebben op z’n minst een beetje gekte nodig — is het niet in het verhaal, dan toch zeker in de taal (denk aan James Joyce’ Ulysses of Georges Perecs roman zonder e’s ’t Manco). Wat dat betreft is het veelzeggend dat de eerste moderne roman uit de westerse literatuur, Don Quichote, over een gestoorde persoonlijkheid ging. [57]

Biedt het boek achterin ook nog enkele interessante lijstjes. Zoals éen met de vraag welke diagnose bekende personages uit de literatuur nu zouden krijgen.

Pieter Steinz, Waanzin in de wereldliteratuur
64 pagina’s
Stichting CPNB, 2015

[x]opgenomen in het dossier: ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden