Captive Mind ~ Czesław Miłosz

► door: A.IJ. van den Berg

Goede boeken zijn altijd rijker dan een samenvatting aan kan geven. Wie zich aan de bron gaat laven, wordt daarom doorgaans beloond. Helaas lukte het me eerder nooit om traktaat The Captive Mind van Czesław Miłosz uit te lezen. Al kende ik het boek wel degelijk van reputatie — zoals er zo veel boeken zijn waarvan je de inhoud geacht wordt te kennen, als enigszins ontwikkeld mens.

Tijdens een leesprojectje afgelopen december ontdekte ik dat mijn problemen met het lezen eerder kwamen doordat Miłosz zijn onderwerp nogal omsingelend benadert. Elk hoofdstuk lijkt hij aan een nieuw betoog te beginnen, zonder dat er daarbij een direct verband schijnt te zijn met het vorige.

En nog ware het me zwaar gevallen om het boek als vanzelf uit te lezen, als het Miłosz niet ook gelukt was om een duidelijk menselijke maat aan te brengen in zijn verhaal; over wat een totalitaire staat kan doen met de ideeën die mensen gaan verkondigen.

Kern van The Captive Mind waren voor mij de vier hoofdstukken met auteursportretten, die Miłosz wijdde aan de Poolse schrijvers Alpha, Beta, Gamma, en Delta. Mannen die hij had gekend, en die na de oorlog allemaal op hun manier gezwicht waren voor het nieuwe bewind, en hun pen daarop benutten om de onfeilbaarheid van het dialectisch materialisme te gaan verkondigen. Ook toen ze dit op een sociaal-realistische manier moesten gaan doen — de enige kunstuiting die de Sovjet-Unie toen aanvaardbaar achtte.

In de hoofdstukken daarvoor heeft Miłosz dan al uitgelegd wat het betekent als kunstenaars naar een opgelegde vorm gaan werken. Iedereen werd daar een acteur door. Onder meer. Want de kunstenaars, zoals de dichters, schreven immers niet meer poëzie voor zichzelf. Nee, die probeerden taal te vinden voor de ideeën en gevoelens van de ideale Communist. En dat is altijd een ander.

Speelde in Oost-Europa ook nog mee dat de Tweede Wereldoorlog er nogal wat meer beschadigd had dan in het Westen. Dat maakte het makkelijk om het eigen lijden als verdienste te gaan zien, dat daarmee unieke inzichten had opgeleverd, en Westerse ideeën en kunstvormen als onvolkomen en verwijfd te beschouwen.

Miłosz grootsheid toonde zich voor mij bovenal als hij na de vier schrijversportretten uitlegt de mannen niet te verwijten dat ze hebben gekozen zoals ze kozen. Die auteurs waren namelijk allereerst slachtoffers van de geschiedenis, speelbal van machten en krachten zo veel groter dan zij.

Waren de omstandigheden niet zo geweest, dan hadden ze anders gedaan.

Uit het voorwoord dat hij vijftig jaar later toevoegde aan The Captive Mind bleek evenwel dat Miłosz het met dit boek, mede daarom, voor niemand goed had kunnen doen. Tegenstanders van het Communisme vonden dat hij deze dwaalleer niet hard genoeg had aangevallen. Terwijl Communisten Czesław Miłosz bij voorbaat al onbetrouwbaar achtten, omdat deze het al in 1951 gewaagd had ‘over te lopen’ naar de plutocraten. Toen heeft hij politiek asiel aangevraagd in Parijs, en gekregen.

Voor Miłosz stond zijn poëzie boven alles. En deze ijkmeter vertelde hem dat hij zich daarin nooit zou kunnen schikken naar de eisen van het Communistische bewind. Dus vertrok hij. In de wetenschap daarmee ook zijn lezers te verliezen; naast nog zo veel meer.

In de tien jaar dat het me eerder niet lukte om The Captive Mind uit te lezen, ondanks menige poging daartoe, is de inhoud helaas aanzienlijk actueler geworden. Want ook de politiek hier werd autocratischer — en laat zijn macht dan voelen door telkenmale aperte onzin te verkondigen, zonder daarover nog te verblikken of te verblozen.

De Britse Brexit, of de VS onder Trump, tonen bovendien hoe makkelijk de massamedia meegaan in alle onzin die een regering weet uit te kramen. Omdat voor zoveel journalisten toegang hebben tot de macht nog zo ver gaat boven het beoordelen van die macht. Laat staan dat ze het als hun taak zien de democratische rechtsorde te beschermen.

Was het nut van The Captive Mind in dit opzicht voor mij wel wat beperkt; want daarvoor volg ik de politiek en de berichtgeving daarover al te lang heel kritisch. Dus houd ik twee nu wat meer geprononceerde ideeën over aan dit boek:

Menigeen wordt heel makkelijk de onoprechte acteur van andermans ideeën als zijn of haar hypotheek betaald moet blijven worden — en er is me iets beter duidelijk geworden welke mechanismen daarbij spelen;

En let toch vooral op de argumenten die gebruikt worden waarmee een groep wil laten weten uitverkoren te zijn. De motivatie doorgaans binnen Fort Europa om vluchtelingen van buiten te weren, is zo bezien vaak zeldzaam arrogant.

Czesław Miłosz, The Captive Mind
251 pagina’s
Penguin Books 2001, oorspronkelijk 1953
vertaald uit het Pools door Jane Zielonko

[x]opgenomen in het dossier: , ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden