dit is het dossier:

Salman Rushdie

© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

 

Paris Review Interviews, III ~ Margaret Atwood (intr.)

Er is éen nadeel aan boeken als deze interviewbundel. Ik ben allereerst toch het meest geïnteresseerd in de gesprekken met schrijvers die me iets zeggen. Dus op een gegeven moment was ik in de delen éen, twee, en drie tegelijk bezig om eerst te zien wat mijn favorieten te melden hadden.

Het zijn bonbondozen, deze boeken, waarin op het laatst altijd de auteurs overblijven die me nog onbekend zijn, of waaraan ik wat een hekel heb.

Deel III bevat ook enige gesprekken die nogal afwijken van de interviews die mij het liefst zijn. Ik zie graag dat een auteur geïnterviewd wordt als hij of zij in de kracht van zijn leven is — het uitgangspunt om over iemands manier van werken te praten, wordt veel interessanter in de wetenschap dat het oeuvre nog niet af is. Maar de gesprekken met Dinesen, Rhys, en Mailer vonden aan het eind van hun leven plaats, toen vrijwel alle productiviteit al achter hen lag. En het gesprek met Waugh is voor de verandering een mislukt en afstandelijk interview.

undefined

Interviewer
Did you write these early novels with ease or–

Waugh
Six weeks’ work.

Interviewer
Including revisions?

Waugh
Yes.

Evelyn Waugh [1963]
undefined

Beschamend voor mij was dan weer dat ik blijkbaar altijd gedacht heb dat Ralph Ellison en James Baldwin éen en dezelfde schrijver was; ondanks dat hun namen toch duidelijk van elkaar verschillen. Zulke persoonssamenvoegingen komen anders alleen voor bij mensen die me niet wezenlijk interesseren, zoals mannelijke tennissers, of blonde presentatricetjes van op de TV.

Interessantste gesprekken voor mij uit deze bundel waren dan toch die met helden, als Cheever en Carver. Misschien niet eens per se om wat ze te zeggen hadden, maar omdat ik hun werk goed genoeg ken, om tussen de regels van hun antwoorden door te kunnen lezen.

Uit het gesprek met Ted Hughes pikte ik dan weer het idee op om eens na te denken over de vraag of het schrijfmateriaal de manier van formuleren beïnvloedt.

Wat willekeurige quotes:

undefined

Interviewer
What do you mean by ‘too literary’? What do you cut out, certain kinds of words?

Simenon
Adjectives, adverbs, and every word which is there just to make an effect. Every sentence which is there just for the sentence. You know, you have a beautiful sentence-cut it. Every time I find such a thing in my novels it is to be cut.

Simenon [1955]
undefined

I don’t work with plots. I work with intuition, apprehension, dreams, concepts. Characters and events come simultaneously to me. Plot implies narrative and a lot of crap. It is a calculated attempt to hold the reader’s interest at the sacrifice of moral conviction. Of course, one doesn’t want to be boring. . .one needs an element of suspense. But a good narrative is a rudimentary structure, rather like a kidney.

John Cheever [1976]
undefined

Journalism, particularly book reviewing, brings in another magnitude of difficulty. Fiction writing is basically what I want to do when I get up in the morning. If I haven’t done any all day, then I feel dissatisfied. If I wake up knowing that I have some journalism to write, then it’s with a heavy tread I go to the bathroom-without relish, for many and obvious reasons. You’re no longer in complete control.

Martin Amis [1998]

wordt vervolgd

The Paris Review Interviews, III
With an Introduction by Margaret Atwood
446 pagina’s
Picador, 2008

* in volume iii zijn de gesprekken opgenomen met:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]

 


Paris Review Interviews, IV ~ Salman Rushdie (intr.)

De bundels met interviews uit het tijdschrift Paris Review zullen voor elke lezer verschillend zijn. Want, er staan altijd gesprekken in met auteurs van wie alleen de naam misschien wat zegt, maar het werk onbekend is. En andersom. Er kunnen ook heel goed schrijvers in staan van wie het oeuvre geliefd is; waarbij elk woord daarover een welkome aanvulling biedt. Maar bij iedereen zullen deze auteurs weer andere namen hebben.

Ik merk uit deze boeken altijd eerst de interviews te kiezen met de auteurs die ik het liefste lees. En misschien is dat onnozel. Dit zijn namelijk nooit de verrassendste gesprekken. Bekendheid maakt blind voor waarom iemand uitzonderlijk is.

Bovendien is zelfs niet uit te sluiten dat ik zo’n interview al ken. Paris Review heeft in het verleden ruimhartig vele gesprekken gratis online gezet. Dus vertelden E.B. White, noch P.G. Wodehouse me iets nieuws in deze bundel. Het interview met Ezra Pound bleek ik eveneens al digitaal te hebben, maar waarschijnlijk nooit gelezen.

En toch koop ik zo’n boek als dit blind. Omdat het als bezit een waar bezit is. Zelfs al valt de inhoud me tijdens het lezen lang niet altijd mee, dan nog blijft zo’n interviewbundel na afloop een rijk goed. Iets om vele malen te herlezen. Interviewer en gesprekspartner hebben namelijk hun best gedaan. Beter konden ze niet. De gesprekken zijn vrijwel nooit in een uurtje afgeraffeld, maar vonden meestal in verschillende sessies plaats, en werden later nog eens met geduld bijgeschaafd.

Nu goed, bij het interview met Jack Kerouac in deze bundel geloof ik dat dan niet. Dat is bij uitzondering een ongefilterde weergave van wat een bandopname opleverde aan gesprek met een niet geheel nuchtere auteur.

In deel IV van de Paris Review Interviews staan voornamelijk interviews met de auteurs van fictie, het gesprek met E.B. White kreeg als titel ‘The Art of the Essay’, Stephen Sondheim schrijft musicals, en er komen ook nog drie dichters in voor. Ik tekende van hun uitspraken onder meer aan:

scheiding

INTERVIEWER
[…] Can a man of a wrong party use language efficiently?

POUND
Yes. That’s the whole trouble! A gun is just as good, no matter who shoots it.

scheiding

WHITE
I admire anyone who has the guts to write anything at all.

scheiding

WHITE
A writer must reflect and interpret his society, his world. He must also provide inspiration and guidance and challenge. Much writing today strikes me as deprecating, destructive, and angry. There are good reasons for anger, and I have nothing against anger. But I think some writers have lost their sense of proportion, their sense of humor, and their sense of appreciation.

scheiding

INTERVIEWER
[…] What do you mean by Ashberyisms?

ASHBERY
Wel, there are certain stock words that I have found myself using a great deal. When I become aware of them, it is an alarm signal meaning I am falling back on something that has served in the past—it is a sign of not thinking at the present moment, not that there is anything intrinsically bad about certain words or phrases. The word climate occurs in my poetry a great deal, for instance.

scheiding

AUSTER
I can’t imagine anyone becoming a writer who wasn’t a veracious reader as an adolescent. A true reader understands that books are a world unto themselves–and that that world is richer and more interesting than any one we’ve travelled in before.

scheiding

AUSTER
The ‘entertainment-industrial complex,’ as the art critic Robert Hughes once put it. The media presents us with little else but celebrities, gossip, and scandal, and the way we depict ourselves on television and in the movies has become so distorted, so debased, that real life has been forgotten. What we’re given are violent shocks and dim-witted escapist fantasies, and the driving force behind it all is money. People are treated as morons.

scheiding

MURAKAMI
I think the world itself is a kind of comedy, this urban life. TVs with fifty channels, those stupid people in the government—it’s a comedy. So I try to be serious, but the harder I try, the more comical I get.

scheiding

PAMUK
[…] a novelist is essentially a person who covers distance through his patience, slowly, like an ant.

scheiding

GROSSMAN
[…] if the language we use is dull and flat, then our reality will become flat.

The Paris Review Interviews, IV
with an introduction by Salman Rushdie

478 pagina’s
Picador, 2009

* in volume iv zijn de gesprekken opgenomen met:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens geboeklogd zijn]