Brideshead Revisited ~ Evelyn Waugh

Het is makkelijker op te schrijven waarom dit een vreselijk boek is dan om de kwaliteiten op te sommen. Maar ik herlees deze roman eens in de zoveel jaar. Altijd in de winter. Desondanks. En het lukt me bijna altijd weer om in het verhaal te verdwijnen.

En toch. Brideshead Revisited is onder meer het verhaal van een wegkwijnende aristocratische familie, gezien door de ogen van een vriend des huizes. Die overigens ook weleens in ongenade valt. Het is het verhaal van upper class studenten in Oxford. Over het leven van reserve-officieren in Engeland leden tijdens de Tweede Wereldoorlog, en hun klachten over het niveau van het pas aangetreden kader.

Waugh was een snob. Maar dat maakt niet uit.

Wat mij iedere keer weer opvalt bij het herlezen van dit boek is hoe dwingend en compact hij vertelt. Scene’s die in mijn herinnering een heel hoofdstuk duren, blijken hoogstens enkele bladzijden in dit boek te beslaan. Als er iets een kenmerk van groot schrijven is, dan dat wel voor mij.

Toegegeven, zo prachtig humoristisch als in bijvoorbeeld Scoop schrijft Waugh in dit boek absoluut niet. Misschien is Brideshead Revisited ook wel gewoon een sentimentele draak over een verloren vriendschap en een onmogelijke liefde. Maar daar kan ik, op zijn tijd, weinig op tegen hebben.

Evelyn Waugh, Brideshead Revisited
The Sacred and Profane Memories of Captain Charles Ryder

331 pagina’s
Penguin Books, oorspronkelijk 1945


Handful of Dust ~ Evelyn Waugh

Het einde van deze roman is nogal onvergetelijk — wat dit idee tegelijk nogal rijp voor imitatie maakt, of parodie. Dus vraag ik me nu af of ik dit boek eerder gelezen heb, dan wel éen met een vergelijkbaar plot van een navolger, zoals John Irving wellicht.

Dat ik aan Irving denk, of een andere Amerikaan die grotesken schrijft, komt ook omdat er twee versies bestaan van A Handful of Dust. Eentje die voor een deel eindigt in het oerwoud op de grens van Brazilië en Suriname, en eentje waarin de antiheld uit het boek toch terugkeert naar Engeland, speciaal herschreven voor de markt in de VS.

Meer wil ik niet weggeven over de ontknoping het verhaal, al staat die in detail overal online te lezen. Zelfs een boek uit 1934 kan nog helemaal nieuw zijn voor een lezer van nu. En dan moet ik de beleefdheid betrachten niet te veel te verraden.

A Handful of Dust is het boek van een sadistische auteur. Waugh’s satire bestaat er voor een groot deel uit om mensen in een onaangename situatie te brengen, en ze dan even te laten spartelen; om zo te tonen tot wat zij geconditioneerd zijn door opvoeding of stand.

Dat The Modern Library ook deze titel tot de honderd beste romans van 20e eeuw rekent, zoals nogal wat andere Waughs, verbaast me. Daarvoor verloopt vrijwel alles in dit boek mij via te grove schema’s. Ook bestaat zeker de eerste helft van de roman vooral uit dialoog — waardoor begrijpelijk wordt dat Waugh zo’n ding af kon hebben in een week of zes.

Het boek, tenslotte, draait om het huwelijk tussen Tony en Lady Brenda Last. Brenda verveelt zich nogal in het Victoriaanse landhuis op het platteland van haar echtgenoot, en begint iets met een fluim van een vent. Ene John Beaver, die ambities heeft om de politiek in te gaan. Tony is in weinig meer dan de traditie geïnteresseerd, en daarmee zijn Victoriaanse landhuis. Dus als Brenda scheiden wil, en een zo grote afkoopsom eist dat hem weinig anders rest dan het goed te verkopen, vlucht hij naar Brazilië. Zonder te scheiden.

Eigenlijk vond ik het boek vanaf dit moment pas een aardig verhaal opleveren. Maar dat was ruim op tweederde van de inhoud. De inleidende schermutselingen, en alle Engelse gedoe, hielden me op een afstand. Vijfenzeventig jaar afstand, en de barrière van een Noordzee erbij. Zo sterk op een afstand zelfs dat ook de humor aanvankelijk niets bracht.

Evelyn Waugh, A Handful of Dust
221 pagina’s
Penguin Books 1983, oorspronkelijk 1934

Paris Review Interviews, III ~ Margaret Atwood (intr.)

Er is éen nadeel aan boeken als deze interviewbundel. Ik ben allereerst toch het meest geïnteresseerd in de gesprekken met schrijvers die me iets zeggen. Dus op een gegeven moment was ik in de delen éen, twee, en drie tegelijk bezig om eerst te zien wat mijn favorieten te melden hadden.

Het zijn bonbondozen, deze boeken, waarin op het laatst altijd de auteurs overblijven die me nog onbekend zijn, of waaraan ik wat een hekel heb.

Deel III bevat ook enige gesprekken die nogal afwijken van de interviews die mij het liefst zijn. Ik zie graag dat een auteur geïnterviewd wordt als hij of zij in de kracht van zijn leven is — het uitgangspunt om over iemands manier van werken te praten, wordt veel interessanter in de wetenschap dat het oeuvre nog niet af is. Maar de gesprekken met Dinesen, Rhys, en Mailer vonden aan het eind van hun leven plaats, toen vrijwel alle productiviteit al achter hen lag. En het gesprek met Waugh is voor de verandering een mislukt en afstandelijk interview.

undefined

Interviewer
Did you write these early novels with ease or–

Waugh
Six weeks’ work.

Interviewer
Including revisions?

Waugh
Yes.

Evelyn Waugh [1963]
undefined

Beschamend voor mij was dan weer dat ik blijkbaar altijd gedacht heb dat Ralph Ellison en James Baldwin éen en dezelfde schrijver was; ondanks dat hun namen toch duidelijk van elkaar verschillen. Zulke persoonssamenvoegingen komen anders alleen voor bij mensen die me niet wezenlijk interesseren, zoals mannelijke tennissers, of blonde presentatricetjes van op de TV.

Interessantste gesprekken voor mij uit deze bundel waren dan toch die met helden, als Cheever en Carver. Misschien niet eens per se om wat ze te zeggen hadden, maar omdat ik hun werk goed genoeg ken, om tussen de regels van hun antwoorden door te kunnen lezen.

Uit het gesprek met Ted Hughes pikte ik dan weer het idee op om eens na te denken over de vraag of het schrijfmateriaal de manier van formuleren beïnvloedt.

Wat willekeurige quotes:

undefined

Interviewer
What do you mean by ‘too literary’? What do you cut out, certain kinds of words?

Simenon
Adjectives, adverbs, and every word which is there just to make an effect. Every sentence which is there just for the sentence. You know, you have a beautiful sentence-cut it. Every time I find such a thing in my novels it is to be cut.

Simenon [1955]
undefined

I don’t work with plots. I work with intuition, apprehension, dreams, concepts. Characters and events come simultaneously to me. Plot implies narrative and a lot of crap. It is a calculated attempt to hold the reader’s interest at the sacrifice of moral conviction. Of course, one doesn’t want to be boring. . .one needs an element of suspense. But a good narrative is a rudimentary structure, rather like a kidney.

John Cheever [1976]
undefined

Journalism, particularly book reviewing, brings in another magnitude of difficulty. Fiction writing is basically what I want to do when I get up in the morning. If I haven’t done any all day, then I feel dissatisfied. If I wake up knowing that I have some journalism to write, then it’s with a heavy tread I go to the bathroom-without relish, for many and obvious reasons. You’re no longer in complete control.

Martin Amis [1998]

wordt vervolgd

The Paris Review Interviews, III
With an Introduction by Margaret Atwood
446 pagina’s
Picador, 2008

* in volume iii zijn de gesprekken opgenomen met:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]

 


Scoop ~ Evelyn Waugh

Van de week zag ik Stephen Fry op de BBC vertellen waarom hij was opgehouden met de kolder van het programma Fry & Laurie. Scherts en parodie is meer iets voor jongere mensen, legde hij uit. De wereld begint er anders uit te zien zodra je de leeftijd krijgt van diegenen die je altijd belachelijk hebt gemaakt.

Omgekeerd vroeg ik me daarom af of diezelfde slijtage ook optreedt als het publiek ouder wordt. Want, daar lijkt het soms nogal op bij mij.

Zo moet ik over Scoop van Evelyn Waugh oordelen dat het boek totaal ongeschikt is om te worden herlezen, anders dan diens Brideshead Revisited.

Wel staan er twee dingen in Scoop die iedereen moet weten.

Het eerste is het zinnetje dat de gezwollen stijl neerzet waarin William Boot zijn rubriek schrijft over het leven op het land:

Feather-footed through the plashy fen passes the questing vole…

En van nut is verder nog de definitie waarin Waugh voor eeuwig het belang van de journalistiek vaststelde:

News is what a chap who doesn’t care much about anything wants to read. And it’s only news until he’s read it. After that it’s dead.

En daarmee houdt het wel op voor mij. Misschien dat de satire zo bij me aansloeg de eerste keer dat ik voor eeuwig de inhoud van dit boek onthoud, maar herlezen verveelde me. De enorme pretentie van journalisten dat alleen zij de polsslag van de tijd voelen kloppen, is ook geen nieuws voor mij.

Die valse pretentie toont de pers dag in dag uit.

Zo serieus is zij daarin, dat hun wederwaardigheden alleen daarom soms al grappig zijn. Maar misschien is dat het wel. Dat ik liever lach na even ergens over nagedacht te hebben, dan dat me steeds met kracht verteld wordt dat ik iets heel grappigs meemaak.

Enfin.

Evelyn Waugh, Scoop
A novel about journalists
222 pagina’s
Penguin © 2003, oorspronkelijk 1938


Writers at Work ~ Kay Dick (sel.)

Het tijdschrift Paris Review publiceert al sinds 1953 maandelijks een interview over het vak met een bekende auteur. Daar heeft Penguin al eens een ruime selectie uit gepubliceerd, in liefst acht delen. Die recente reeks van vier bundels die ik in 2009 las was dus aanzienlijk minder uniek dan ik dacht.

Tegelijk blinkt dit deeltje uit 1972 niet uit in meta-informatie. Hoort het wel tot die Penguin-serie van acht? Omdat het een andere samensteller lijkt te hebben, en geen volgnummer draagt? Tegelijk heet die achtdelige serie ook Writers at Work

Enfin, goed om te weten dat er iets is om nog eens uit te zoeken. Want, de website van Paris Review laat slechts zien wanneer een geliefde auteur ondervraagd werd, en zo’n bundel doet ook wat. Uit mijzelf zou ik bijvoorbeeld niet gauw een interview met Allen Ginsberg lezen. In een boek als dit, gaat zulks vanzelf.

Deze bloemlezing bevat vijftien interviews. Daarvan las ik er zes met aandacht; die met E.M. Forster, Angus Wilson, Robert Frost, Boris Pasternak, Aldous Huxley, en voornoemde Allen Ginsberg. De overige negen konden wat oppervlakkiger worden gelezen, die zijn namelijk ook opgenomen in de recente reeks boeken, die ik vorig jaar las.

Is er iets gemeenschappelijks over die zes vraaggesprekken te zeggen? Behalve dan dat ik ze niet graag gemist had? Nu ja, er komen nogal stevige ‘characters’ aan het woord, bij wie het leven van naast het werk ook interessant was. In die zin zijn de interviews van in Paris Review van de laatste decennia gelijkmatiger; omdat schrijvers zo veel meer op elkaar zijn gaan lijken, in achtergrond en opleiding.

En de hele literaire scene is ook gewijzigd. Als Houellebecq zich tegenwoordig publiek over de Islam uitspreekt, kan dat ook als een marketingtruc worden gezien; omdat hij daarmee aandacht oogst. T.S. Eliot’s anti-semitisme, of Pound’s innige flirt met het fascisme zijn zo bezien toch van een andere orde — al gaan de interviews daar niet over, want zulke gesprekken zijn het niet.

Aangetekend werden tenslotte onder meer de volgende uitspraken:

Short stories and plays go together in my mind. You take a point in time and develop it from there; there is no room for development backwards. In a novel I also take a point in time, but feel every room for development backwards. All fiction for me is a kind of magic and trickery — a confidence trick, trying to make people something is true that isn’t. And the novelist, in particular, is trying to convince the reader that is seeing society as a whole.

Angus Wilson
scheiding

The world in twenty years has piled up hysteria – anxiety over a third war, bureaucratic tyranny, and hysteria from paper forms. The immense and undeniable loss of freedoms, as they were in 1900, is undeniable. We have seen the acceleration in efficiency of the tyrannizing factors. It’s enough to keep a man worried.

Ezra Pound
scheiding

The greatness of a writer has nothing to do with subject matter itself, only with how much the subject matter touches the author. It is the density of style which counts.

Boris Pasternak
scheiding

Al my thoughts are second thoughts.

Aldous Huxley
scheiding
Writers at Work
The
Paris Review Interviews
Selected by Kay Dick

314 pagina’s
Penguin Books, 1972

** in dit boek zijn interviews opgenomen met:
[gelinkte namen verwijzen naar auteurs die al eens boeklogd zijn]