Stof waar honger uit ontstond ~ J. Goudsblom

► door: A.IJ. van den Berg

Ik ben een historicus, maar vindt dat in Nederland de sociologen eigenlijk prikkelender boeken schrijven dan mijn vakgenoten. Voor wie niet begrijpt wat deze bekentenis inhoudt: het is openlijk heulen met vijand. De wijsheid luidt:

Sociologie is geschiedschrijving zonder het harde werk te doen. Geschiedenis is hersenloos sociologie bedrijven.

Of geheel andersom natuurlijk, het hangt er maar net vanaf wie het zegt.

Stof waar honger uit bestaat bevat bespiegelingen van de socioloog Goudsblom over wat het betekent dat menselijke samenlevingen steeds groter en ingewikkelder worden. Daarbij koppelt hij niet alleen sociologie aan geschiedenis, maar ook nog aan biologie.

Goudsblom is hierin overigens wars van al te stellige zekerheden. Bij het aanroeren van de vraag welke grondslagen de moraal heeft, zegt hij dit weliswaar een interessant probleem te vinden, maar ook te zien dat er niet noodzakelijkerwijs een antwoord op bestaat. Het is namelijk eerst nodig te begrijpen wat het begrip inhoudt, en ook te onderkennen dat ieder systeem van moraal zijn eigen opvattingen over moraal meebrengt.

Zijn conclusie is uiteindelijk: de menselijke neiging tot egocentrisme en etnocentrisme lijkt onuitroeibaar te zijn. Toch zijn we gedwongen in steeds grotere eenheden samen te leven, opgebouwd uit steeds diverser groeperingen. Goudsblom pleit er daarom voor dat etnocentrisme nu eens voluit te erkennen en mensen ervan te doordringen dat het welzijn van de eigen groep gebaat is bij het welzijn van veel grotere sociale eenheden.

en uiteindelijk de mensheid als geheel.

Meer doen dan zo’n analyse maken, kan een wetenschapper niet. Maar voor mij begint op dat punt wel het eigen denken. Want, in hoeverre zijn zulke conclusies niet nogal gratuit, en wat betekenen ze uiteindelijk dan?

J. Goudsblom, Stof waar honger uit ontstond
Over evolutie en sociale processen

192 pagina’s
Uitgeverij Meulenhoff, 2001


[x]