El Negro en ik ~ Frank Westerman

► door: A.IJ. van den Berg

Dit is wel erg veel Westerman, en wat weinig El Negro — zo luidde mijn mening na een paar hoofdstukken lezen. Het duurde namelijk even voor ik begreep waarom Frank Westerman’s persoonlijke geschiedenis zo’n groot deel van dit boek uit moest maken.

Dat is niet omdat er betrekkelijk weinig informatie te vinden was over zijn hoofdonderwerp.

En goed, ik ben tot historicus opgeleid. Ik ken de moeizame speurtochten naar informatie over het verleden, leidend van bibliotheek naar bibliotheek. Van archief tot archief. Zulks hoort nu eenmaal bij het werk. Aandacht daaraan wijden, hoeft voor mij niet in de tekst. Dat Westerman dit wel doet, is voor mij een bezwaar tegen dit boek. Populair-historische programma’s over stamboomonderzoek vullen ook iets te vaak de minuten met beelden van archiefkasten, als er verder helemaal geen beelden te maken zijn. Dit vertelcliché uit de TV-wereld had hij in een boek niet hoeven overnemen.

Het verhaal van El Negro alleen was ook in een tijdschriftartikel af te doen. Tot 1997 stond in een Spaans museum een opgezet mens. Westerman weet te achterhalen wanneer, en door wie die man was opgestopt. Precies bepalen tot welke stam hij behoorde, blijft moeilijk. Ook al omdat na de rel over zijn tentoonstelling meerdere volken hem claimen. Volgens de man die de pas overleden El Negro uit zijn graf opgroef, en prepareerde in 1830 of 1831, was hij een Betjouana.

Nu komt Westerman er in de loop van zijn onderzoek achter dat het opzetten en tentoonstellen van dode Afrikanen geen uitzondering was in de 19e eeuw. En dat historische element had er van mij duidelijker in gemogen.

Toch zie ik ook wel weer waar Frank Westerman in dit boek heen wil. Hij heeft aan de Landbouwuniversiteit Wageningen gestudeerd, en daar veel kennis opgedaan die Nederlanders eerder hebben toegepast in hun koloniën. Tijdens de stages in zijn studie en de projecten daarna, die hij uitgebreid in dit boek behandelt, heeft hij moeten nadenken over wat zijn rol zou kunnen zijn in een Derdewereldland. De ontwikkeling die Westerman daarin toont, neigt naar enig cynisme. Daarom deed hij me denken aan de hoofdpersoon in Bert Keizer’s tropenroman Tijdelijk feest.

Het is ook zeker een interessant experiment om die persoonlijke ontwikkeling te plaatsen tegenover cultuurhistorische vragen als hoe wij moeten omgaan met anderen. Of om te laten zien hoe inzichten daarin verschuiven. Wat gerespecteerd moet worden, en wat niet. Maar toch. Ik heb met El Negro en ik een zeer goed geschreven boek gelezen, dat om een of andere reden toch niet helemaal goed doordacht is — waarin de schrijver zich interessanter heeft gemaakt dan zijn onderwerpen. En daarmee mij te veel afdekt.

Frank Westerman, El Negro en ik
251 pagina’s
Uitgeverij Atlas, 2004


[x]